![]() |
Baskenland
Op vriendelijk verzoek van eno2 start ik deze draad. De bedoeling is om achtergrondinformatie te geven bij het conflict tussen Baskenland en, voornamelijk, de Spaanse staat. Wat er in Noord-(Frans-)Baskenland gebeurt, laten we gemakkelijkheidshalve even buiten beschouwing.
Gedurende de hele week geef ik elke dag bij een ander aspect informatie. Iedereen mag uiteraard vragen stellen en reageren. Evenwel: als ik merk dat de reacties ervoor zorgen dat de draad z'n informatieve karakter verliest, stop ik er gewoon mee. Wat staat er op het programma: vandaag: de "credentials" van Txiki dinsdag: een beetje geschiedenis woensdag: de voorbije twintig jaar donderdag: de ezker abertzalea en verkiezingen vrijdag: Bildu Op die manier wil ik proberen om meer informatie en inzicht te verschaffen in de kwestie. Met vriendelijke groeten, Txiki |
De "credentials" van Txiki
1. De "credentials" van Txiki
Op het risico op onvolledigheid af, lijst ik mijn "credentials" even op: - al 15 jaar volg ik de kwestie op de voet - al 15 jaar lees ik dagelijks El Pais, El Mundo, ABC, La Razón, El Diario Vasco, Gara en Euskaldunon Egunkaria/Berria. - al 10 jaar spreek, lees en schrijf ik Baskisch - ik heb 5 jaar in Baskenland gewoond en gewerkt - gedurende die periode heb ik een netwerk uitgebouwd van journalisten, politici van diverse strekkingen, academici, artiesten, schrijvers, grote en kleine Basken - ik heb daar in archieven gezeten van kloosters, jeugdhuizen, bibliotheken, media - verscheidene keren heb ik analyses, artikels en interviews geschreven - al 15 jaar lang neem ik Vlamingen mee naar Baskenland en breng ik Basken naar Vlaanderen - al tien jaar geef ik lezingen en spreekbeurten - studenten, journalisten, politici die achtergrondinfo willen, of een vertaling, weten me te vinden. Ik weet niet of ik nog veel meer "credentials" heb. Dit gezegd zijnde, je neemt ze maar voor wat ze waard zijn. Morgen: een stukje geschiedenis |
Eventjes off topic.
San Sebastian de moeite waard om te bezoeken? Mondaine badstad, hoe zit het met de prijzen daar? |
Het zou misschien interessant zijn om een stukje achtergrond van de Basken te geven. En wat zijn de cultuurhistorische grenzen? Zijn er overeenkomsten met de Bretons?
In Romeinse tijden overliepen de Gothen het Iberische schiereiland. Lieten de Gothen de oorspronkelijke stammen/bewoners van de Atlantische kust met rust? |
Citaat:
Citaat:
|
Ik zal het met bijzondere en oprechte belangstelling lezen.
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
Om een vergelijking te maken : als System zich aanmeldt op een Spaans forum om de Vlaamse kwestie te gaan bespreken, dan kan die ook zeggen dat hij dagelijks de situatie op de voet volgt in de media hier, en dat hij de taal heel goed beheerst. Betekent dat dan dat alles wat System over de Vlaamse kwesties te vertellen heeft de juiste interpretatie is ? Natuurlijk niet, want hij heeft ook zijn invalshoek, zijn eigen mening, en zal (misschien onbewust) die proberen te rechtvaardigen via de informatie die hij binnenkrijgt. Net zoals dé Vlaming niet bestaat, bestaat ook dé Bask niet. Wat niet betekent dat ik niet de moeite zal doen om je bijdragen te lezen, maar ik zal ze niet lezen als zijnde dé Waarheid, maar als de mening van één individu, die weliswaar de zaken op de voet volgt, maar het blijft toch de mening van één individu (die mij dan nog een idioot noemt omdat ik het met hem niet eens ben) |
Citaat:
Had dan op het driehoekje gedrukt |
Een stukje geschiedenis
2. Een stukje geschiedenis
Vandaag bespreken we wat geschiedenis. De gemuilkorfde merkt terecht op dat er geen "Waarheid" bestaat. Ook de neerslag van historische feiten is steeds beïnvloed door de persoon die de feiten beschreven heeft, of beschrijft, en de omgeving waartoe die behoort. De zegswijze "de waarheid zit altijd ergens in het midden", gaat inderdaad altijd wel op. Dit gezegd zijnde, post ik in drie of vier stukken een beetje geschiedenis. Niet te diepgaand uiteraard, anders kunnen we even goed een paar boeken schrijven. Veel leesplezier en laat vragen en opmerkingen maar komen. ;-) |
Pre-Navarra
Onder Pre-Navarra wordt de periode van de Baskische geschiedenis bedoeld die voorafging aan en aanleiding gaf tot het bestaan van het onafhankelijke koninkrijk Navarra.
Het pre-Indo-Europese Europa Recent genetisch en linguïstisch onderzoek hebben een bijdrage geleverd aan de zoektocht naar meer kennis betreffende de prehistorie en de bevolking van het Europese continent in dat tijdperk. Er zijn wetenschappers die de pre-Indo-Europese mensheid vascona noemen, Baskisch en ze beweren dat de oorspronkelijke Europese bewoners euskaros waren, en beschouwen de Baskische taal als de eerste taal in Europa. Genetisch onderzoek heeft aangetoond dat bepaald prehistorisch DNA, in drie groepen onderverdeeld, wel teruggevonden wordt bij tal van Europeanen, maar dat die een concentratie kent waar vandaag de Basken wonen en leven. Waaruit afgeleid wordt dat de inwoners van deze streek zich destijds over gans Europa verspreid hebben. Linguïstisch onderzoek heeft dan weer Baskische wortels blootgelegd in tal van Europese geografische namen. Een paar voorbeelden: de wortels ibar en ibai (vallei en rivier) werden aangetroffen in ondermeer Duitsland, Oostenrijk, Servië en Montenegro. Het begrip ur (water) vindt men als wortel terug in namen van tal van Europese rivieren en beken. De Ourthe in Wallonië is daarvan een voorbeeld. De volkeren die zich in de omgeving van de Pyreneeën vestigden, een zekere vorm van sedimentatie vertoonden en van landbouw leefden, waren min of meer georganiseerd in dorpen. Iruñea was daar één van. Voor en na het eerste ijstijdperk verspreidden de Cromagnon zich over heel Europa. Zo’n 6000 jaren later, tijdens het neoliticum, verschenen de Indo-Europese stammen op het Europese toneel. Deze brachten nieuwe Indo-Europese talen mee. Onder die Indo-Europese stammen, of volkeren, bevonden zich de Kelten. Groepen Kelten doorkruisten het territorium van de euskaros en een aantal daarvan vestigden zich er tijdelijk. Het zou kunnen dat de benaming Vascones van Keltische oorsprong is, maar het volk dat daar leefde, is het niet. De Keltische inval verstoorde de eerdere rust grondig en zorgde voor een heuse verandering in het uitzicht van de dorpen. Er werden vestingsmuren opgetrokken en er heerste onzekerheid en angst bij de landbouwers. Daar lag ook de basis voor samenwerking tussen de diverse dorpen tegen de gemeenschappelijke vijand, tegen de Kelten. De nood om zich te weren tegen het Keltische geweld bracht een zekere militaire structuur met zich mee, gevolgd door een vorm van aristocratie en een sociale hiërarchie. |
Vasconia (2de eeuw v.C. – 8ste eeuw n.C.)
Wanneer dan de Romeinen hun imperium uitbouwden, werd ook het territorium van de euskaros of Vascones ingelijfd. De eerste nederzetting die de Romeinen op het Iberische Schiereiland bouwden, bevond zich in dat territorium: Graccurris, in het jaar 179 v.C. (huidige Alfaro, op de grens tussen La Rioja en Navarra, aan de rivier Ebro), genoemd naar de stichter ervan, Tiberio Sempronio Graco. In 75 v.C. werd Pompaelo gebouwd, het huidige Pamplona. Net daar waar eerder het dorp Iruñea was. Vandaar ook de dubbele benaming Pamplona-Iruñea. De houding van de Romeinse bezetter stak schril af tegen het geweld van de Kelten. Waardoor de Vasconen en de Romeinen in harmonie begonnen samen te leven. Een aantal delen van de bevolking werden tweetalig Euskara (Baskisch)-latijn. In de eeuwen die daarop volgden (2de tot 5de eeuw n.C.), wisten de Vasconen hun culturele, politieke, sociale en economische aanwezigheid te verzekeren, ook zo erkend door de Romeinen. Onder de Romeinse structuren wist de Vasconische cultuur te overleven en zich te ontwikkelen, zij het dat de Romeinse invloed zich liet gelden. Er ontstond een Romeins-Vasconische cultuur. Het was een periode van bloei en ontwikkeling. Er werden meer en beter versterkte dorpen en steden opgetrokken, de samenleving werd georganiseerd in juridische termen en er kwam een vorm van internationale betrekkingen op gang. Het was ook in die periode dat de Romeinen een stevige stadswal lieten bouwen rond Pamplona-Iruñea. De Vascones begonnen zich als Romeinen te beschouwen, zij het dat ze hun cultuur en taal behielden, en leefden bijna 700 jaar als onderdanen van het Romeinse Imperium (ter vergelijking: de Gothen en Franken leefden zo’n 200 jaar onder Romeins gezag). Na de val van Rome wist Vasconia onafhankelijk te blijven van de Germaanse volkeren die Europa veroverd hadden. De Germanen, voornamelijk Visigothen, wisten Vasconia niet te veroveren. In dezelfde periode moest Vasconia ook aanvallen van de Franken in het noorden, en van Moren in het zuiden verduren. Eginhard, die kroniekschrijver van Karel De Grote was, vermeldde Vasconia als een aparte entiteit, dat niet ingelijfd was bij het Frankische Rijk. In die tijd strekte het Vasconische Rijk zich uit tot in Aquitanië. Steden als Bordeaux en Toulouse (Tolosa) lagen binnen dat rijk. De macht en het territorium van Vasconië was minstens even groot als die van de Franken, en misschien groter dan die van de Visigothen. De koning, of prins, of soeverein van Vasconia was Eudón De Grote (8ste eeuw n.C.). Hij was het die voor het eerst de Moren tot stilstand bracht, en niet de Franken. Zowel kronieken uit Rome als Frankische en Visigothische kronieken, erkennen dat het de Vasconen waren die de eerste overwinning tegen de Moren behaalden. Europa werd onderverdeeld in drie grote politieke entiteiten: het door de Moren bezette gebied of Hispania, Pamplona capital en Burdeos capital, en het Frankische Rijk. Pamplona capital en Burdeos capital kwamen overeen met respectievelijk Vasconia ten zuiden van de Pyreneeën en Vasconia ten noorden van de Pyreneeën. Na de dood van Eudón De Grote begonnen de Franken een reeks oorlogen om Vasconia in te lijven. Van Vascones naar Navarros Het is eveneens in die periode dat de naam Navarra voor het eerst in kronieken opgetekend werd. Opnieuw was het Eginhard, de kroniekschrijver van Karel De Grote, die negen jaren vóór de Veldslag van Orreaga naar Navarra verwees: waar de rivier Ebro ontspringt en waarvan het territorium overeenkomt met dat van Vasconium. Met Navarra doelden de Franken op die Vasconen die aanvankelijk niet ingelijfd werden bij het Frankische Rijk, dus op die Vasconen die hun eigen taal en cultuur bleven behouden binnen een onafhankelijk territorium. De naam was geen afgeleide van een geografisch, etnisch of sociaal begrip. Het was een louter politieke noemer, die vanaf de twaalfde eeuw n.C. een algemeen begrip zou worden voor de gemeenschap van onafhankelijke én ingelijfde Vasconen. De betekenis verschoof dus met de tijd van een benaming voor het onafhankelijke Vasconia naar een omschrijving voor alle Vasconen. In de Slag van Orreaga (ook Slag van Roncesvalles genoemd) op 15 augustus 778 werd Karel De Grote verslagen door de legers van Navarra, nadat eerder de stadswallen van Pamplona-Iruñea door de Franken vernield werden. De bedoeling van Karel De Grote was Navarra in te palmen, maar met de vernieling van de stadswallen, bereikte hij in feite net het omgekeerde. Niet alleen stierf hij in een tegenaanval, het zou tevens de consolidatie van Navarra als onafhankelijke Europese staat bevorderen. Nog twee andere veldslagen werden in Orreaga uitgevochten, in 812 en in 824. De eerste veldslag werd geleid door Lodewijk De Vrome, zoon van Karel De Grote. Hij viel Iruñea binnen en op de terugtocht liet hij de vrouwen en kinderen van de soldaten gijzelen. In de veldslag van 824 liepen ingelijfde Vasconen mee, onder leiding van Eblo en Aznar. Beide werden verslagen en als gevangene naar Pamplona overgebracht. Deze overwinning betekende het begin van het Koninkrijk Navarra onder het gezag van Eneko Aritza (of Aresta). |
3.2. Navarra, Europese staat (9de-17de eeuw n.C.)
De legitimiteit van het Koninkrijk Navarra is al vaak onderwerp van discussie geweest. Echter, historische documenten tonen overduidelijk de erkenning van Navarra als Europese staat aan. Een uiterst belangrijke bron daartoe is de Codex van Roda, in het latijn opgesteld in het Paleis van Pamplona in 992. Daarin staat de politieke onafhankelijkheid van Navarra beschreven.
De Codex formuleert de verschillende politieke entiteiten in het brede gebied rond de Pyreneeën: het Koninkrijk Navarra, het Frankische Rijk en de graafschappen Aragon, Gasconia en Tolosa. Voor elke politieke entiteit wordt in hiërarchische rangorde een lijst van notabelen geformuleerd. Interessant en belangrijk is dat de namen van Navarra allen in het Baskisch opgetekend staan: onder andere Eneco, Asnari, Xemen en Belasco. Die namen werden in latere vertalingen naar het Spaans omgezet. Eneco werd Iñigo, Xemen werd Jimeno enzovoort. Het feit dat de koningen van Navarra Baskische namen hadden, geeft aan welke taal er gesproken werd op het Hof. In de loop van de eeuwen werden er wel Spaanse namen aangenomen. Gedurende acht eeuwen bleef Navarra een onafhankelijke staat. Met ondermeer een eigen rechtsysteem, fiscale soevereiniteit en (in de 13de eeuw) een eigen Rekenhof. Maar ook met een eigen munt, eigen maten en gewichten en zelfs een eigen kalender. Wat de eigen munt betreft moet verwezen worden naar wetteksten uit de zestiende eeuw. Die stelden ondermeer dat de benaming “Spanje” niet op de muntstukken mocht komen en dat er geen buitenlandse munten (uit Castilië of het Frankische Rijk) in Navarra mochten circuleren. Zelfs de munten uit Catalonië waren verboden. De kalender was een maankalender (hoewel er ondertussen ook studies zijn die iets anders vertellen). De uitgang ila verwijst daarnaar: urtarrila (januari), otsaila (februari), apirila (april), uztaila (juli), iraila (september), urrila (oktober). Het huidige Baskische woord voor ‘maan’ is ilargia. Ook de indeling van de dagen was gebaseerd op de maancyclus en de week bestond uit drie dagen: astelehena (maandag), asteartea (dinsdag) en asteazkena (woensdag). Letterlijk betekenen deze woorden: eerste weekdag, tussenweekdag en laaste weekdag. Het is pas later dat de christelijke kalender toegevoegd werd. De taal in Navarra was Baskisch. Er bestaan voldoende bronnen om dat aan te tonen. Publieke plaatsnamen, zoals straatnamen en namen van bruggen, werden in Baskisch opgetekend, met een verwijzing naar de koning: erregebidea (koningsweg), erregezubia (koningsbrug), erregemendia (koningsberg) enzovoort. Ook werden de eerste boeken in het Baskisch geschreven. Het eerste Baskische boek, geschreven door Echepare, kwam er in 1545 en titelde Linguae vasconum primitiae: Beginselen van de Vasconische Taal. Toen dook de naam Euskal Herria op. Deze term hield alle Vasconen in, zowel de ingelijfde als de onafhankelijke Vasconen. Of zoals Navarra een begrip was geworden voor beide groepen van Vasconen. Daarom ook dat Navarra en Euskal Herria twee zijden van dezelfde medaille waren, en zijn. Navarra was de politieke gemeenschap en Euskal Herria de culturele. |
3.3. Post-Navarra
Maar, een deel van het Navarrese grondgebied was toen al ingenomen door Castilië, dat een harde taalpolitiek doorvoerde om het Castiliaans op te leggen.
De vlag van de Europese staat Navarra was een zon met acht stralen. In de loop van de eeuwen kwamen er varianten van die zon in de vorm van bloemen of robijnen. Na de val van Navarra veranderden de robijnen in kettingen. Wat dan weer te zien is in de huidige vlag van de Forale Gemeenschap van Navarra. Een ander, zeer belangrijk, symbool van Navarra was de adelaar van Sancho VII (1194- 1234). De zwarte adelaar, arrano beltza, was de persoonlijke zegel van Sancho VII. Het symbool is door de eeuwen heen misbruikt geweest door de Castiliaanse heersers en wijzigde van betekenis. Vandaag is de zwarte adelaar een Baskisch symbool voor vrijheid en een verwijzing naar die historische soevereiniteit. In de zestiende eeuw viel Navarra en werd het grondgebied toegevoegd aan Castilië. De Spaanse inquisitie herorganiseerde het territorium. In die reorganisatie ligt de oorsprong van de huidige Baskische provincies binnen de Spaanse staat. Met de Franse Revolutie in 1789 werd de Franse grondwet volledig doorgevoerd in de gebieden die Frankrijk op Navarra veroverd had, en in 1841 werd de Spaanse grondwet doorgevoerd in de gebieden die Spanje veroverd had. Dit betekende meteen ook het einde van Navarra als soevereine staat in Europa. |
Citaat:
Nitpicking misschien, maar dit klopt toch niet? |
Citaat:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Roland_(ridder) |
Citaat:
Citaat:
|
Voor ik begin te lezen:
is de herkomst van het Baskisch nog steeds niet te localiseren? merkwaardig dat zo'n oude taal zolang overleeft, met zo weinig sprekers geen tijdlijn bij de Kelten, zie ik |
Citaat:
Alle bijkomende verklaringen zijn speculatie. Zelfs in die mate dat Basken ooit voor de grap hebben gezegd dat hun taal afstamt van dolfijnen die aan land gekomen zijn. Het is wel zo dat in de negentiende eeuw heel wat woorden verzonnen zijn door Sabino Arana en z'n omgeving. |
Het Baskisch vindt zijn oorsprong bij de taal van de Neanderthaler. Dit is geen grap.
|
Citaat:
Citaat:
Euuuhhhh.... spraken de neanderthalers???? LinkOut - more resources |
Citaat:
Citaat:
|
we zullen mischien nooit weten of de neanderthalers spraken, omdat we nog niet weten wat de spraak genetisch bepaalt (fysiologischeh capaciteit is nodig, maar onvoldoende)
|
Wegens onvoorziene omstandigheden heb ik geen stukje kunnen voorbereiden voor vandaag. Ik wens me daarvoor te verontschuldigen en hoop dat ik vandaag tijd heb om dan morgen verder te gaan.
Txiki |
Ik wist niet dat Karel de Grote in een tegenaanval tegen de Basken zou gesneuveld zijn.
Ik zoek dat eens op. Toevallig ben ik ook bij die periode (500 n�* 1000) aangeland in Gibbon. Ben eens benieuwd wat die over de Basken vertelt. Knappe schetsen. Misschien eens een kaart erbij flitsen |
Ontstaansgeschiedenis ETA
De twintigste eeuw is een bloedige eeuw geweest voor Spanje in het algemeen, en voor Baskenland in het bijzonder. Spanje trad de twintigste eeuw binnen na een reeks oorlogen, de zogeheten Carlistenoorlogen, die in feite een ideologische strijd waren tussen koningsgezinden en liberalen. Erna installeerde Primo de Rivera een dictatuur, waarvoor hij de bescherming
genoot van koning Alfonso XIII. De politiek van de dictator, en impliciet die van de koning, faalden totaal rond de jaren 1930. Beiden gingen op de vlucht. In de semi-dictatuur die daarop volgde, probeerde Generaal Berenguer het parlementaire systeem terug in te voeren, wat op protest stuitte van de oppositie wegens het democratisch deficit. Ook Berenguer nam ontslag, en een nieuw voorlopig bewind werd aangesteld onder leiding van Admiraal Aznar, die op zijn beurt zou falen. Intussen bleef de koning op de vlucht in het buitenland. In Spanje werd de Tweede Republiek uitgeroepen. In die periode was de enige Baskische politieke factor van betekenis de Partido Nacionalista Vasco (PNV), waaruit in 1930 een andere politieke partij zou ontstaan: Acción Nacionalista Vasco (ANV). ANV was de eerste links-nationalistische partij in Baskenland. Er werd een autonomiestatuut voor de Baskische Autonome Gemeenschap uitgewerkt, volgens hetwelke Navarra een aparte provincie bleef. Naar aanleiding van de commotie errond, brak de Derde Carlistenoorlog uit tussen Basken onderling: de provincies van Euskadi tegen de provincie Navarra, die trouw wilde blijven aan de gevluchte Spaanse koning. Vervolgens werd er een Baskische Autonome Regering gevormd. Dat was het gevolg van een compromis tussen de twee politieke stromingen: het Baskisch-nationalisme (vertegenwoordigd door de PNV en ANV) en het socialisme (PSOE, Linkse Republikeinen en de Communistische Partij). Daartegenover stonden het leger, de katholieke Spaanse kerk, de monarchie en de fascistische gelederen van de Falange. De PNV worstelde met een aantal problemen: binnen de partij was er immers een sterke stroming die het samengaan van Kerk en Staat als heilig beschouwde. Dit moet samen genomen worden met het vasthouden aan oude tradities. Vandaar ook de leuze die de PNV tot 1977 hanteerde: Jaungoikoa eta Lege Zarra (God en Traditie). Daardoor ontstonden er wrijvingen met andere partijen die een areligieuze republiek wilden opbouwen. De Spaanse rechterzijde deed de ene poging na de andere om de PNV aan haar kant te krijgen. Beetje bij beetje begon er klaarheid te komen in de houding van de PNV. De partij zou voor de Kerk kiezen. Begin jaren dertig begonnen Euskadi, Catalonië en Galicië voor meer autonomie te roepen, binnen de Spaanse Republiek. Daartoe vormden deze drie volkeren de alliantie Galeuzca (Galiza, Euzkadi en Catalunya). De Spaanse regering nam harde fiscale maatregelen die voornamelijk kleine gemeenten troffen, waardoor er in oktober 1934 een revolutionaire sfeer hing. De gemeenten verzetten zich tegen de centrale regering. Voornamelijk in de Baskische provincie Gipuzkoa begon het volk zich te roeren, met de steun van socialisten. Na een week van confrontaties, waarbij meer dan vijftig doden en meer dan honderd gewonden vielen, werd de strijd gestaakt. Intussen werden de verkiezingen door het Volksfront (‘Frente Popular’), een coalitie tussen linkse krachten, gewonnen werden. Er werd getracht het aangekondigde Autonomiestatuut voor Euskadi ingang te doen vinden, wat niet lukte. Het is in die politieke sfeer dat het Spaanse leger een poging tot staatsgreep ondernam. Hierop begon de Spaanse Burgeroorlog die generaal Franco aan de macht bracht. Deze installeerde opnieuw de monarchie, waardoor Alfonso XIII kon terugkeren. Daarna begon Franco een bloedige repressie tegen de ‘provincies die de koning en de Kerk verraden hadden’. Het was het begin van de ‘Kruistocht van Franco’. Vakbonden, politieke partijen en verenigingen werden verboden. Alles werd centraal georganiseerd en volgens de lijn van de dictatuur. Alles wat niet-Spaans rook, moest worden uitgeroeid. Eind jaren dertig was het Baskische nationalisme zo goed als verdwenen, verslagen. Over politiek werd niet meer gepraat, laat staan over ‘het vaderland’ en Baskisch spreken was verboden. Zo’n 150.000 Basken sloegen op de vlucht. Het was ook toen, op 26 april 1937, dat Hitler’s luchtstrijdkrachten het Baskische stadje Gernika bombardeerden op volle marktdag. Van de stad bleef niets meer over, behalve een paar historische gebouwen en de historische Eik van Gernika, symbool van Baskische soevereiniteit en democratie. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog viel Bilbo (Bilbao) onder het geweld van de Franquistische troepen en de Carlistische regimenten, geholpen door de nazi’s en troepen van Mussolini. De PNV sloot hierna het Akkoord van Santoña met de Italiaanse Generaal Mancini, waarin afspraken gemaakt werden betreffende de regimenten, de burgerbevolking en de Baskische Autonome Regering. Maar het akkoord werd door de aanvallers niet gerespecteerd. De Baskische Autonome Regering trok weg uit Baskenland en zocht onderdak in Parijs. Tot ook daar het Duitse oorlogsgeweld hen verplichtte te vertrekken. De Baskische politici trokken naar New York (VSA). Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging Franco een alliantie aan met Hitler, terwijl Baskische commando’s, waaronder die van ANV, in het verzet zouden duiken. De weerstand en de linkse krachten hoopten dat de geallieerden nadien Franco zouden afzetten. In die periode groeide de sympathie voor de Verenigde Staten van Amerika in de rangen van de Baskische Nationalistische Partij. De overtuiging dat de Amerikanen, nadat de nazi’s de oorlog verloren hadden, ook de Franquisten zouden aanpakken was heel groot. Die overtuiging werd dan nog eens versterkt door de samenwerking tussen de PNV en de Amerikaanse geheime diensten. De eersten verstrekten informatie over het Spaanse regime aan de laatsten. Het hoeft geen betoog dat de Baskische Autonome Regering de Amerikaanse zijde koos bij de aanvang van de Koude Oorlog, of in de heksenjacht tegen het communisme. Samen met de PSOE begon de PNV de communisten uit de Baskische Autonome Regering te werken. Maar dan gebeurden er een aantal onverwachte zaken. De Amerikanen begonnen openlijk te tonen dat ze meer interesse hadden in de gevestigde franquistische regering dan in het hypothetische politieke schema dat de PNV uitgetekend had. In 1950 beslisten de Verenigde Naties het franquisme niet langer te isoleren en vanaf 1951 startte de samenwerking tussen de Amerikanen en de Spaanse regering onder leiding van Franco. De val van Franco stond allerminst op de Amerikaanse agenda. Het gevolg hiervan voor de PNV was immens. Er volgde een waar intern fiasco. Het Vaticaan koos immers eveneens de zijde van het franquistische regime. Dat betekende dat de twee polen waarop de PNV destijds zo fel steunde, wegvielen. Maar er is meer. Stilaan begonnen de Amerikanen fondsen te verstrekken om de Spaanse economie herop te bouwen. De hele Baskische Autonome Gemeenschap werd geïndustrialiseerd, met het zwaartepunt in Bizkaia en Gipuzkoa. Het gevolg was een enorme migratiegolf vanuit Spanje naar de Baskische provincies. Ter illustratie: tussen 1960 en 1975 steeg het inwonersaantal van 1,8 miljoen naar 2,5 miljoen en dat op vijftien jaar tijd. Samengevat houdt dit allemaal in dat de toenmalige strategie en filosofie van de PNV gefaald hadden. Bovendien bevond de Baskische Autonome Regering zich nog altijd in ballingschap. Daarbovenop kwam de zware repressie vanwege het franquistische regime. Met als gevolg dat het brede Baskische nationalisme zich in een diepe crisis bevond. In de scholen werden kinderen die een woord Baskisch spraken, gestraft. Ze moesten een ring omdoen en proberen die door te geven aan iemand anders die een woord Baskisch had durven uitspreken. Diegene die op het einde van de dag de ring droeg, werd zwaar gestraft. Op straat ‘agur’ (tot ziens) roepen, werd als landverraad beschouwd. Menigeen werd aangemaand ‘cristiano’ (christelijk) te spreken, Spaans dus. Baskischtalig onderwijs was verboden. Toch waren er tal van leerkrachten die in alle clandestiniteit de taal bleven onderwijzen. Baskischtalige opschriften van grafzerken werden uitgebeiteld en vervangen door Spaanse opschriften, Baskische voornamen werden verspaanst, Baskische opschriften van winkels en handelszaken uitgewist. Elke uiting van Baskische cultuur en identiteit was een belediging aan het regime en werd zwaar gestraft. De PNV moest, willens nillens, in de clandestiniteit duiken, waardoor elke politieke referent geneutraliseerd was. Er volgden daarnaast nog een aantal regelrechte beledigingen op internationaal vlak. Zo moest de Baskische Autonome Regering het pand in Parijs opgeven, zodat net daar de Spaanse ambassade gevestigd kon worden. De Verenigde Staten sloten economische akkoorden met Spanje en het Vaticaan zette een pauselijke zegel onder de Franquistische kruistocht met een concordaat. Het is in dat klimaat (falen van de PNV en de Baskische Autonome Regering, migratie, repressie en crisis) dat een groep studenten ertoe besluit de groep Ekin (‘Actie’) op te richten. Aanvankelijk bleef het bij studie van de klassieke thema’s die de theoretische basis vormden van het Baskische nationalisme. Al gauw werd het de studenten duidelijk onder welke repressie Baskenland leed, waardoor ze overgingen tot actie. Er was op dat moment nog geen ideologische koerswijziging binnen Ekin. Integendeel, de groep sloot aan bij Euzko Gaztedi, de jongerenorganisatie van de PNV. Maar de kritische houding van de studentenorganisatie zorgde voor problemen. De PNV eiste van haar jongerenorganisatie dat die zich zou houden aan de partijdiscipline. In 1958 verlieten leden van Ekin de PNV-jongerenorganisatie, om samen met enkele leden daarvan, een nieuwe organisatie op te richten. Die nieuwe organisatie kreeg de naam Euskadi Ta Askatasuna (ETA of ‘Baskenland en Vrijheid’). |
De voorbije 30 jaar
Vandaag gaan we verder met een overzicht van de voorbije dertig jaar. Twintig jaar is wat te kort, achteraf bekeken. Stap voor stap gaan komen we dichter naar het heden.
|
Oprichting Herri Batasuna
Dictator Francisco Franco stierf op 20 november 1975. Twee dagen later werd Juan Carlos tot koning gekroond, op voordracht van diezelfde Francisco Franco. In juni 1976 begaf hij zich op zijn eerste buitenlandse missie, naar de VSA. Daar kondigde hij aan dat Spanje lid zou worden van de toenmalige EEG en van de NAVO, en dat een socialistische regering niets in de weg gelegd zou worden.
Franco zelf was wel dood, maar met het regime van de dictator werd niet gebroken. De ruggengraat waarop het Franco-regime steunde, bleef intact. Om de Spaanse Grondwet op te stellen, werd gedacht aan een tekst die de lijn van het franquisme zou doortrekken. Weliswaar met een hervorming van de instellingen, maar zonder aantasting van de oligarchie, het bankwezen en het leger. Er werden ook beperkte vormen van autonomie voorzien voor de gemeenschappen. Nadat een groot deel van de oppositie in 1976 stilaan in de richting van zo’n grondwet opschoof, steeg de spanning. Voornamelijk in Baskenland en Catalonië. De Minister van Binnenlandse Zaken Fraga Iribarne reageerde met harde repressie. Zo vielen er in Gasteiz vijf doden en tweehonderd gewonden in een betoging van arbeiders, waar de Spaanse ordediensten met mitrailleurs op de mensen schoot. In Baskenland kwamen duizenden mensen op straat om een andere eis te formuleren: amnestie voor de politieke gevangenen. Het optreden van de Spaanse politie zorgde voor tien doden. Wat er de daaropvolgende dagen gebeurde, werd door de Spaanse media ‘opstandig’ genoemd. Immers, tal van Baskische burgemeesters hadden zich verenigd in de ‘Groep van Burgemeesters van Bergara’. Zij eisten onmiddellijke gemeenteraadsverkiezingen. De confrontatie tussen de sociale en politieke eisen in Baskenland en de centralistische hervormingen in Madrid, nam nog toe door een brutaal doorgedrukte industrialisering, de oligarchie en het bankwezen die boven de wet bleken te staan en het gebrek aan burgerrechten. In Baskenland ontstonden naar aanleiding daarvan tal van organisaties die elk op hun terrein actief zouden worden: voor meer levenskwaliteit, voor heropleving van de Baskische taal, tegen de Spaanse nucleaire projecten in Lemoiz (Bizkaia), ... Op datzelfde moment worstelde de PNV nog steeds met zichzelf en was ETA uiteengevallen in twee strekkingen: ETA-Militar en ETA-Politico-Militar. Aan de linkerzijde waren er tal van kleine, en illegale, partijen. Met andere woorden: de Baskische oppositie was hopeloos verdeeld en op drift. Er was echter één politicus die de nood van eendracht inzag en de moed opbracht om zoveel mogelijk Baskische krachten samen te krijgen in één blok. Deze man was Telesforo Monzón, die voor de PNV minister was geweest in de Baskische Autonome Regering tijdens de Spaanse Burgeroorlog, maar eind jaren zeventig gebroken had met die partij. Uiteindelijk lukte Monzon erin om in 1977 verschillende Baskische opossitiekrachten samen te brengen in Txiberta, een gehucht vlakbij Angelu (Lapurdi). Daar kwamen samen: PNV, ANV, ETA-M en ETA-PM, diverse kleine partijen en de Groep van Burgemeesters van Bergara. Voor ETA-M nam ondermeer Miguel Angel Beñaran Ordeñana ‘Argala’ deel, die volgens verscheidene bronnen de meest charismatische ETA-leider is geweest, maar die op 21 december 1978 vermoord werd door een Spaanse paramilitaire organisatie. De gesprekken in Txiberta brachten niets op, behalve verdeeldheid onder de Basken. De PNV, ETA-PM en het ondertussen opgerichte Euzkadiko Ezkerra (EE, Links van Euskadi) wilden meestappen in de hervormingen zoals die in Madrid uitgetekend waren. De andere partijen en organisaties begonnen te werken aan een document dat het KAS-Alternatief werd genoemd. Dit was een vijfpuntendocument dat moest dienen als uitgangspunt voor een nieuw regime dat totaal zou breken met het franquisme. Ook ETA-PM nam aanvankelijk deel aan de gesprekken daarrond. Terwijl ETA-M toekeek, zonder deel te nemen, maar achteraf wel het alternatief volop steunde. De PNV, EE en ETA-PM vonden dat deelnemen aan de verkiezingen mogelijk moest zijn. ETA-M verwierp die optie absoluut, omdat deelnemen de aanvaarding van de uitgewerkte hervormingen zou betekenen. Uit die vergaderingen bleek de nood om een politieke partij op te richten. Dat gebeurde uiteindelijk in 1978, met de geboorte van Herri Batasuna. Herri Batasuna werd meteen voorzien van een radicaal links en radicaal Baskisch-nationalistisch programma, op basis van het voornoemde KAS-Alternatief, waardoor ETA-M de zijde koos van die nieuwe partij. Zonder er evenwel structurele banden mee te hebben. 28 oktober 1978 is een andere - pijnlijke - dag geweest in de Baskische geschiedenis. De PNV had immers tot een betoging opgeroepen tegen ‘het terrorisme’ (van ETA). Die beslissing zorgde voor hoogoplopende ruzies, ook binnen families waar eerder de ouders en de kinderen samen tegen Franco fulmineerden, maar waar sindsdien de onderlinge Baskische ruzies de bovenhand zouden nemen. Spanje beschouwde dit als een belangrijk signaal dat de PNV uiteindelijk de Spaanse zijde gekozen zou hebben en de Spaanse partijen riepen op om mee te gaan betogen. Herri Batasuna kondigde een tegenbetoging aan, op dezelfde dag, op hetzelfde tijdstip en op dezelfde plaats. De PNV-betoging kon zonder problemen doorgaan, maar die van HB werd door de politie uiteengeslagen. In datzelfde jaar werd immers een referendum gehouden over de nieuwe Spaanse Grondwet. In de weken voor de stemming, nam de repressie tegen de Basken toe. De Guardia Civil opende zonder meer het vuur op auto’s, waarbij drie doden en een aantal gewonden vielen. ETA reageerde daarop met een offensief, waarin verschillende leden van de Guardia Civil het leven lieten. In de Baskische Autonome Gemeenschap werd de Grondwet verworpen. Slechts 24% stemde voor. In de Forale Gemeenschap van Navarra stemde 51% voor. Wanneer Argala werd vermoord door een paramilitaire groep, steeg de spanning in Baskenland ten top. Argala werd gerespecteerd voor zijn ideologische scherpte en voor zijn diepgaande analyses. Hij was een Marxist, maar geen dogmaticus. Argala interpreteerde de leer van Marx volgens de Baskische situatie. Op het moment van zijn dood was hij de leider van het militaire apparaat van ETA, en bevond hij zich in Angelu (Lapurdi), gevlucht voor de Spaanse repressie. In de commotie die daarop ontstond, verhoogde de Spaanse regering de repressie nog maar eens. Ondanks de repressie richtten de Basken het Euskal Herriko Batzarre Nazionala op, een instelling die alle gekozenen op gemeentelijk vlak moest samenbrengen om alternatieven uit te werken voor gans Baskenland. In dezelfde lijn lag de beslissing van Herri Batasuna om deel te nemen aan de Spaanse parlementsverkiezingen. Maar, indien er zetels behaald zouden worden, zouden die niet ingenomen worden. HB behaalde twee volksvertegenwoordigers en een senator. Amper een maand later, kwam HB als tweede sterkste partij uit de gemeenteraadsverkiezingen, na de PNV. Het was dus meteen duidelijk dat HB, ondanks de korte bestaansperiode, op een grote sociale aanhang kon rekenen. In 1979 moest er een referendum georganiseerd worden over het nieuwe autonomiestatuut voor de Baskische Autonome Gemeenschap, waarvan Carlos Garaikoetxea toen de president was. Hier voltrok zich de breuk tussen de Baskische partijen die mee wilden met het systeem, en de Baskische partijen die net een totale breuk wilden met dat systeem. Zowel HB als ETA-M werden geïsoleerd door de andere partijen, zowel Spaanse als Baskische. De nieuwe Minister van Binnenlandse Zaken, generaal Ibáñez Freire verklaarde zelfs: “ETA bevindt zich in het moeilijkste moment van haar geschiedenis”. Er volgde een nieuwe golf van repressie. Uit een document van de organisatie Gestoras Pro Amnist�*a, gedateerd in december 1979, bleek dat er ‘dagelijks 200 arrestaties verricht werden’. Uiteindelijk stemde 53,1% voor het autonomiestatuut, tegen 3,03% tegenstemmen en 41,14% die niet gaan stemmen waren. Het autonomiestatuut werd ingevoerd en daardoor, sluiks, ook de Spaanse Grondwet. Want het eerste artikel van dat statuut bepaalde immers dat het statuut gebaseerd was op die grondwet. Het spreekt voor zich dat HB sindsdien het mikpunt werd van de Spaanse machinerie, de ordediensten en van de Spaanse economische krachten. Maar ook van de Baskische gevestigde lichamen en van de Baskische Autonome Politie. |
Algiers, Bidarte en Lizarra-Garazi
Het is dan wachten tot eind jaren tachtig, begin jaren negentig vooraleer er zich een diepe, grondige crisis voordoet binnen de links-nationalistische beweging. De gesprekken in Algiers (Algerije) tussen de Spaanse regering en ETA waren mislukt en in 1992 werd zowat de hele ETA-leiding in Bidarte (Lapurdi) opgepakt.
Binnen de links-nationalistische beweging, en dan vooral binnen Herri Batasuna, werd er een periode van bezinning genomen. Niet alleen was hun denkschema doorbroken, namelijk dat ETA op een dag met de Spaanse regering in gesprek zou gaan, wat zou leiden tot het einde van het Baskisch-Spaanse conflict en waar Baskenland als overwinnaar zou uitkomen. Maar een gevolg van de mislukte gesprekken, was de spreidingspolitiek van de Baskische politieke gevangenen. Er was een grondige mentaliteitswijziging nodig. De strategie die sinds het KAS-Alternatief gehanteerd werd, moest aangepast worden aan de nieuwe situatie. De bevinding die uit de bus kwam, was dat de strijd niet enkel door ETA of Herri Batasuna geleverd moest worden, maar dat het volk de strijd op zich moest nemen in het alledaagse leven. Zodoende zou het conflict niet louter opgelost kunnen worden door repressie, of via een politiële oplossing. Dan wel dat er een politieke oplossing uitgedokterd zou moeten worden. Dat betekende dat de linkse nationalisten begonnen te participeren in tal van sociale organisaties, actief op verschillende terreinen: onderwijs, taal, vakbonden, milieubeweging,… Dit, om de militanten van die organisaties ervan te overtuigen dat hun problemen niet binnen het bestaande politieke kader opgelost konden worden, maar dat er een nieuw politiek kader nodig was. Dat nieuwe politieke kader moest een onafhankelijke en soeverein Baskenland zijn. Daaruit volgde de tweede grote wijziging: tot dan ging de aandacht in eerste instantie naar Zuid-Baskenland, en daarna pas naar Noord-Baskenland. Vanaf dan zouden er initiatieven genomen worden voor heel Baskenland. Maar in 1994 stak een nieuw obstakel de kop op: de Partido Popular van José Mar�*a Aznar won de verkiezingen. Deze partij begon meteen met een heksenjacht tegen het Baskische links-nationalisme. Zo werd ondermeer het hele nationale bestuur van HB opgesloten omdat die, in de verkiezingscampagne, een video verspreid had met daarop een boodschap van ETA: het zogeheten Democratisch Alternatief. Dit was een document waarin ETA haar visie uiteenzette om te komen tot een oplossing voor het gewapende conflict. Volgens ETA moesten er op twee vlakken onderhandelingen aangevat worden: op militair vlak tussen ETA en de staten, en op politiek vlak tussen politieke partijen, vakbonden, sociale organisaties onderling. Met de arrestatie van dat HB-bestuur kwam er een nieuwe generatie op de voorgrond, met ondermeer Arnaldo Otegi en Joseba Permach. In de jaren die daarop volgden, vonden er verschillende gesprekken plaats tussen HB en de coalitie PNV-EA, maar ook tussen ETA en laatsgenoemde coalitie. Er werd tussen beide partijen zelfs een akkoord getekend. Dit alles was de aanloop naar het Akkoord van Lizarra-Garazi van 1998. Dat akkoord werd door 25 Baskische organisaties ondertekend, waaronder alle Baskische nationalistische politieke partijen en de twee grootste Baskische vakbonden ELA (oorspronkelijk PNV-strekking) en LAB (links-nationalistisch). Een paar dagen later kondigde ETA een staakt-het-vuren af. 1998 was ook het jaar waarin HB bij voorbaat ontbonden werd. De illegalisering hing immers in de lucht. Ter vervanging ervan werd de lijst Euskal Herritarrok (EH) gevormd: ‘Wij, Baskische Burgers’. Daarmee waren de linkse nationalisten de Spaanse staat een stap voor. Iets wat de nieuwe lijst geen windeieren legde. Bij de daaropvolgende Baskische autonome verkiezingen op 25 oktober 1998 slaagde EH erin een coalitie te vormen met de PNV en EA. Het was de eerste keer sinds het autonomiestatuut van kracht werd, dat er een volledig Baskisch nationalistische autonome regering tot stand kwam. De hoop dat een oplossing in de maak was, steeg bij vele Basken. Die hoop nam nog toe nadat de regeringspartijen om besloten een nationale raad van gekozenen op gemeentelijk vlak op te starten: Udalbiltza. Daarin zouden alle gemeenteraadsleden, burgemeesters, schepenen van PNV, EA en EH samen projecten uittekenen voor heel Baskenland. Dus niet enkel voor de Baskische Autonome Gemeenschap. Ook voor de Forale Gemeenschap van Navarra en voor Noord-Baskenland. De lijst EH behaalde in de daaropvolgende gemeenteraadsverkiezingen in 1999 het beste resultaat dat de linkse nationalisten ooit behaald hebben. De lijst werd de derde grootste partij in Navarra. Maar wat de lijst toen zorgen baarde, was het magere resultaat van de PNV. Immers, een sterke PNV was onontbeerlijk om die partij mee te krijgen in het opgestarte proces. Een zwakke PNV zou de staart wel eens durven intrekken. Wat ook gebeurde: de PNV leefde de engagementen van het Akkoord van Lizarra-Garazi niet na, wat voor een patstelling zorgde tussen de PNV en EH. Daarop werd EH uit Udalbiltza gegooid en stapten de linkse nationalisten uit de Baskische Autonome Regering. De bedoeling van die beslissing was om druk uit te oefenen op de PNV om de draad van Lizarra-Garazi terug op te pikken. Maar die boodschap kwam allerminst duidelijk over. Waarna de PNV zwaar uithaalde naar EH: als ten gevolge van de herverkiezingen in 1999 de PP aan de macht zou komen in de Baskische Autonome Gemeenschap, dan zou EH daarvoor verantwoordelijk zijn. Het gevolg was een waar angstklimaat bij de Basken, ook bij de militanten van EH. Bij de verkiezingen stemden velen van hen voor de PNV, uit angst en onzekerheid. Euskal Herritarrok werd zwaar afgestraft, omwille van het einde van het staakt-het-vuren en ten gevolge van de hevige anticampagne die door Baskische en Spaanse politieke partijen opgezet was. |
Batasuna
Maar onkruid vergaat niet. In mei 2000 voltrok EH opnieuw een denkproces waarin de situatie geanalyseerd werd. Dat proces kreeg de naam ‘Batasuna’, Eenheid. Wat meteen ook de naam werd van de nieuwe politieke partij. EH werd in 2001 ontbonden en Batasuna opgericht.
Al gauw werd ook Batasuna verboden. In 2002 tekenden de verschillende Spaanse machten een schema uit dat daartoe moest leiden. Onder druk van de uitvoerende macht (de Spaanse Regering onder leiding van de Partido Popular) deed de wetgevende macht (het Spaanse parlement) een wetsvoorstel: de Wet op Partijen. Daarin werden de voorwaarden opgesomd om een partij van een legaal karakter te voorzien. Het is bewezen dat de wet ‘op maat’ gemaakt was: de handel en wandel van Herri Batasuna en EH werd uitgeplozen, en het politieke en publieke optreden van hun leiders gebruikt om de voorwaarden te bepalen. Het is zonneklaar dat Batasuna niet voldeed aan de Wet op Partijen. Daarop werd de rechterlijke macht ingeschakeld. De uitzonderingsrechtbank Audiencia Nacional mocht haar deel uitvoeren. De rechter Baltasar Garzón liet op 26 augustus 2002 verscheidene lokalen (Herriko Taberna’s) van Batasuna sluiten, liet rekeningen blokkeren en liet verscheidene Basken arresteren. Batasuna mocht geen activiteiten meer organiseren. De partij had geen geld, geen gebouwen, geen infrastructuur, geen materiaal. De leiders ervan stonden voor twee grote keuzen: een nieuwe partij oprichten of geen nieuwe partij oprichten. Indien er geen nieuwe partij opgericht werd, dan was de keuze clandestiniteit of repressie. De linkse nationalisten kozen ervoor geen nieuwe partij op te richten en evenmin in de clandestiniteit te duiken. Ze werkten gewoon door, bleven publieke verklaringen afleggen, persconferenties houden, betogingen organiseren, kortom, alles werd behouden zoals het was. Met repressie tot gevolg. Maar de sociale aanhang bleef wel intact. Batasuna mocht dan een illegale partij zijn, en uitgesloten zijn van deelname aan de verkiezingen, het volk steunde Batasuna volop. Op 14 september 2002 riepen een groep burgers op tot een betoging in Bilbo onder de slogan ‘Leve Euskal Herria’. 40.000 mensen betoogden die dag in Bilbo, voornamelijk linkse nationalisten maar ook Basken van PNV-strekking. Dat was echter buiten de Baskische Autonome Politie gerekend (Ertzaintza). Die chargeerde brutaal, zette waterkanonnen in en schoot met rubberkogels op de betogers, in de hoop dat de betoging vanzelf uiteen zou vallen. Maar de betogers trokken niet weg, zij gingen zitten. Het optreden van de politie zorgde voor tientallen gewonden onder de betogers en onder de journalisten. Een man verloor een oog. In 2003 volgden gemeenteraadsverkiezingen waaraan Batasuna niet mocht deelnemen. Als alternatief dienden linkse nationalisten in de verschillende dorpen lijsten in onder de vorm van electorale platformen. Deze lijsten werden door de Audiencia Nacional uitgepluisd en zodra er ook maar iemand met een links-nationalistisch partijverleden opstond, werd een lijst verboden. De meerderheid van de lijsten werd verboden. En toch behaalden die allemaal samen tussen de 160.000 en 170.000 stemmen. Er zijn tienduizenden Basken geweest die met een ongeldig stembiljet naar de verkiezingsbureau’s stapten, goed wetende dat hun stem niet zou meetellen. In sommige dorpen steeg de links nationalistische lijst met 300%. In andere dorpen, waar al die jaren enkel HB of EH de gemeente bestuurd had, behaalde geen enkele andere partij voldoende stemmen om een coalitie te vormen. Met als gevolg dat er in die dorpen geen officiële gemeentebestuur benoemd is. Waardoor de vorige ploeg, onder leiding van linkse nationalisten, gewoon blijft verderwerken. Er is bovendien niemand die daar tegen optreedt, wat voldoende aantoont in welke mate met de illegalisering van Batasuna gespeeld wordt. Ook in de daaropvolgende Europese verkiezingen op 13 juni 2004 waren de linkse nationalisten present. Aanvankelijk met de lijst Herritarren Zerrenda (‘Burgerlijst’) die evenwel al gauw verboden werd. Maar dat was voorzien, en dus werd er een stembiljet verspreid waarop het eerste artikel van het Verdrag van de Rechten van de Mens afgedrukt stond. Honderdduizenden Basken stopten een omslag met daarin dat biljet in de urne. |
11 maart 2004
Deze datum zal geen enkele Spanjaard, Bask of Catalaan vergeten. Tussen 7u39 en 7u45 ontploften er in Madrileense stations tien bommen. Er vielen 191 doden en 1500 gewonden.
Meteen werd de Spaanse propagandamachine op gang gebracht, maar het was echter de Baskische Autonome President Ibarretxe die als eerste met de vinger naar ETA wees. De ganse dag regende het verklaringen en beschuldigingen aan het adres van ETA en van Batasuna. De toenmalige woordvoerder van Batasuna, Arnaldo Otegi, was de eerste om in een interview met de radio Herri Irratia met klem te ontkennen dat dit het werk van ETA was. Maar de Spaanse regering bleef de ETA-versie herhalen en nam zelfs contact op met ambassades en media om Otegi niet te geloven en om te benadrukken dat ETA achter de aanslagen zat. Ondertussen wist men al wel dat dit niet zo was. Er was al bewijsmateriaal gevonden dat de aanslagen meteen met een islamitische cel verbond. Het hek was van de dam. In Baskenland vielen er twee doden: Angel Berrueta in Iruñea en Kontxi Santchez in Hernani. Berrueta werd door een Spaanse agent neergeschoten in zijn bakkerszaak, omdat die geweigerd had een affiche tegen ETA op te hangen. Kontxi Sanchez stierf ten gevolge van een hartaanval nadat ze in een portaal gevlucht was om de slagen van de politie te ontwijken, die gechargeerd had tegen een betoging. Met als gevolg daarvan rellen over gans Baskenland en rellen in Spanje. Politici van de Partido Popular werden belaagd en bedreigd. De mensen schreeuwden om de waarheid. Maar de Spaanse regering hield de ETA-versie vol, terwijl niemand die nog geloofde. Dit gebeurde allemaal op de vooravond van Spaanse verkiezingen op 14 maart 2004. De Partido Popular betaalde de leugens zwaar en de Spaanse socialisten van de PSOE kwamen aan zet. Luis Rodriguez Zapatero werd regeringsleider. |
Anoeta en EHAK
Datzelfde jaar, op 14 november 2004, organiseerde Batasuna een grootse meeting in Anoeta, het sportcomplex van Donostia (San Sebastian). Het stadion was tot de nok gevuld.
Arnaldo Otegi begon zijn toespraak als volgt: “een illegale woordvoerder van een illegale partij die een illegale meeting organiseert”. De tienduizenden militanten gaven hem een warm applaus. De kern van het voorstel ‘Orain Herria, Orain Bakea’ (‘Nu het volk, nu de vrede’) zat in de erkenning dat Batasuna het gelijk niet in pacht had. De partij stelde vrede en een oplossing via dialoog voorop. De linkse nationalisten stelden, opnieuw, voor om twee onderhandelingstafels op te starten. Een eerste tussen ETA en de regeringen en de tweede tussen politieke partijen, vakbonden en sociale organisaties. Het verschil met de vorige keren was dat de onderwerpen die per tafel besproken zouden moeten worden, min of meer afgelijnd waren. ETA en de regeringen zouden moeten praten over het einde van het gewapende conflict, demilitarisering van Baskenland en over de slachtoffers aan beide kanten. En op de andere tafel moeten dan politieke onderwerpen komen, zoals de structuur van Baskenland, het territorium, de taal… D e andere politieke partijen gaven goedkeurende reacties. Ook ETA onderschreef de diepgang en waarde van het nieuwe voorstel. Waardoor onder het volk het vermoeden groeide dat er een staakt-het-vuren in de maak was. Maar Batasuna was nog altijd een illegale partij en mocht dus in feite geen enkele activiteit organiseren. Ook nakende Baskische autonome parlementsverkiezingen in 2005 zouden aan de links nationalisten voorbij gaan. Dat was echter buiten de waard gerkend. De linkse nationalisten vonden toch een mogelijkheid om legaal deel te nemen. De kleine communistische partij EHAK, Euskal Herrialdeetako Alderdi Komunista, wierp zich op als verdediger van het linkse nationalisme. Batasuna had de militanten gevraagd voor die lijst te stemmen. EHAK behaalde zo’n 150.000 stemmen, goed voor maar liefst negen zetels. De PNV zakte naar 22 zetels en Aralar, een afsplitsing van Euskal Herritarrok die zich als de ware erfgenaam van het linkse nationalisme probeerde voor te doen, behaalde één zetel. |
|
Hoe kan in een EU land een politieke partij worden verboden?
Spanje heeft zich - net zoals alle andere EU lidstaten - zich te conformeren aan de EU regelgeving. Zoal die eris op dat gebied. Als ex Joego staten zich los kunnen maken van Servië dan moet een duidelijk eensgezind Baskenland zich los kunnen maken van Spanje. Hier zal natuurlijk een politieke adder onder het gras liggen want Frankrijk heeft ook Baskisch gebied liggen. Het probleem zal waarschijnlijk liggen in goed verdienende industrie, Bilbao, Santander ... En kans op andere afscheidingsbewegingen, dus terug naar het Spanje van de Middeleeuwen ..... Waarbij het kale, lege karkas overblijft (Castilië). |
@ txiki
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 21:42. |
Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be