![]() |
De Oostenrijkse School: een inleiding
Eigenlijk speciaal voor Ruben, en voor wie het eventueel ook zou interesseren.
----------- Wat is de Oostenrijkse Economische School? Oorsprong De Oostenrijkse School is de benaming voor een denkrichting uit de economische wetenschappen die tegenwoordig zelfs bij weinig gediplomeerde economen een belletje doet rinkelen. Nochtans was de Oostenrijkse School lange tijd een toonaangevende stroming binnen het economisch denken. De publicatie van John Maynard Keynes’ General Theory in 1936 zou echter zo’n indruk maken dat alle voorgaande denkers, inclusief deze uit de Oostenrijkse School, langzaam vergeten werden. De naam verwijst naar de nationaliteit van de grondlegger van de denkrichting, de Oostenrijkse professor Carl Menger (1840-1921), één van de drie verantwoordelijken voor de ‘marginale revolutie’ van 1871. Menger stelt in zijn werk Grundsätze der Volkswirtschaftslehre (“grondslagen van de economische wetenschap”) dat de waarde van een goed niet bepaald wordt door de hoeveelheid arbeid die erin zit, maar door de subjectieve waarderingen van mensen. Menger verzette zich hevig tegen het gebruik van wiskunde en statistiek in de economische wetenschap: economen moeten de essentie van economische fenomenen bestuderen, niet de kwantitatieve aspecten ervan. Methode Daarmee hebben we misschien het meest kenmerkende element van de Oostenrijkse School aangehaald: de methode. De hedendaagse economische wetenschap probeert om de methode van de fysica te imiteren, door hypotheses op te stellen en te toetsen door statistische tests. Daartegenover stelt de Oostenrijkse School dat het mogelijk is om fenomenen zoals ruil, prijzen, het ontstaan van geld, het effect van minimumprijzen… volledig te verklaren vanuit enkele vanzelfsprekende axioma’s en daaruit afgeleide logisch noodzakelijke verbanden. Uit statistieken alleen kan je niets opmaken; er is een sterke en correcte theorie nodig om economische fenomenen juist te kunnen interpreteren. Met deze methode zijn ‘Oostenrijkse’ economen (die echter eender welke nationaliteit kunnen hebben) erin geslaagd om ingewikkelde fenomenen zoals de productie-structuur (Böhm-Bawerk), inflatie en economische crisissen (Ludwig von Mises) en de rol van kennis, onzekerheid en ondernemerschap (Hayek, Kirzner) te verklaren. In het bijzonder heeft de Oostenrijkse School baanbrekend werk geleverd in twee domeinen, namelijk de theorie van het geld, het krediet en de economische crisissen en anderzijds de theorie over de werking van een vrije markt en de onmogelijkheid van een planeconomie. Geld, krediet en crisis Volgens de opvattingen van Mises zijn ernstige economische crisissen, zoals de Grote Depressie van de jaren dertig, het gevolg van kunstmatige kredietexpansie. Dit houdt in dat banken meer leningen toekennen dan er eigenlijk spaargeld in de economie is. Hierdoor ontstaat er een tijdelijke boom. De investeringsbeslissingen tijdens deze groeifase zijn echter onhoudbaar, omdat ze gebaseerd zijn op verkeerde verwachtingen over de economie. Onvermijdelijk komt het ogenblik waarop de werkelijkheid terugslaat: het keerpunt waarop er een kredietcontractie plaatsvindt en tal van projecten plots onrendabel blijken te zijn. Het zal voor hedendaagse lezers misschien verrassend zijn om te zien hoe sterk Mises’ analyse aansluit bij de recente ervaringen met de technologiezeepbel en de huidige problemen in de Amerikaanse hypotheekmarkten. Volgens de Oostenrijkse School zijn deze crisissen echter niet ‘noodzakelijk’, niet inherent aan het kapitalisme. Indien kunstmatige krediet-expansie aan banden gelegd wordt, verdwijnen de grote op-en-neerbewegingen uit de economie. Om deze en andere redenen pleiten nogal wat aanhangers van de Oostenrijkse School voor de invoering van een goudstandaard, waarbij alle zichtrekeningen voor honderd procent gedekt moeten zijn (‘full reserve banking’). In 1974 zou Mises’ leerling Friedrich von Hayek de Nobelprijs Economie krijgen, onder andere voor zijn uitwerking van de Misesiaanse theorie van de conjunctuurcyclus. De onmogelijkheid van centrale planning Een ander, interessant resultaat van de economische studies van de Oostenrijkse School is de conclusie dat het onmogelijk is om een complexe, moderne economie te sturen via centrale planning. Zelfs indien alle mensen bereid zouden zijn om hun uiterste best te doen, zelfs indien de centrale planner over alle mogelijke kennis beschikt, zou het niet mogelijk zijn om de economie centraal te sturen: doordat er geen privé-eigendom is van kapitaalsgoederen zouden deze geen prijzen hebben, en daardoor is het onmogelijk om vast te stellen of de schaarse middelen wel optimaal gebruikt worden. Een centraal geleide economie kan dus nooit nagaan op welke manier ze de schaarse middelen efficiënt moet gebruiken. Mises voorspelde daarom dat plan-economieën enkel zouden kunnen overleven door prijzen van kapitaalsgoederen af te kijken uit markt-economieën. Van zodra er echter een internationale, wereldwijde plan-economie gevestigd wordt, zou dit onmogelijk zijn: zo’n internationaal communisme zou dan ook onvermijdelijk tenonder gaan in ‘calculational chaos’. Deze inzichten publiceerde Mises in 1920 in zijn artikel ‘Die Wirtschaftsrechnung im sozialistischen Gemeinwesen’ (“De economische berekeningen in een socialistische maatschappij”). Murray N. Rothbard De grote namen uit de Oostenrijkse School zijn Carl Menger, Eugen von Böhm-Bawerk, Ludwig von Mises, en zijn leerling Murray N. Rothbard. Rothbard (1926-1995) doctoreerde op een proefschrift over de economische crisis van 1819, dat gepubliceerd werd in 1962. In hetzelfde jaar publiceerde Rothbard ook één van de belangrijkste werken uit de geschiedenis van de Oostenrijkse School: het omvangrijke “Man, Economy and State – A Treatise on Economic Principles”. In dit werk gebruikt hij de axiomatische methode om de marginale waardeleer, de wet van vraag en aanbod, de structuur van kapitaal, het ontstaan van geld en vele andere onderwerpen uit de economische theorie te verklaren. Typerend voor “Man, Economy and State” is dat alle onderwerpen samengebonden worden door rigoureuze redeneringen en een onverbiddelijke logica. Rothbard verwerpt resoluut de kunstmatige scheiding tussen ‘micro’ en ‘macro’-economie: beiden kunnen bestudeerd worden met dezelfde methode. Amper één jaar later verschijnt “America’s Great Depression”, een analyse van de Grote Depressie waarbij Rothbard demonstreert dat de Misesiaanse theorie inderdaad het ontstaan van de crisis verklaart. Rothbard geeft aan hoe kredietexpansie, aangespoord door de Amerikaanse centrale bank, verantwoordelijk was voor een grootschalige ‘boom’ (de zogenaamde ‘roaring twenties’) en de daaropvolgende crash. Rothbard zou gedurende zijn hele leven een uitzonderlijk productieve denker blijven. In totaal schreef hij een vijfentwintigtal boeken (waaronder een vierdelige geschiedenis van koloniaal Amerika en een tweedelig overzicht van de geschiedenis van het economisch denken) en duizenden artikels. bron |
Interessant, nog links die het onderwerp verder uitleggen (voor iemand die nooit economie heeft gehad?)
|
Dank u Percalion :)
En zelfde opmerking als nickmaes1604 |
www.mises.org
Daar kan je al eens kijken. Ik zal proberen om vanavond of morgen artikels te zoeken, die het op een goede manier inleiden. :) |
Cool, een Rothbard-site!
![]() Citaat:
|
Voor wie nog nooit economie heeft gehad, is het misschien wat moeilijk om dat goed uit te leggen.
Ik zou jullie dan in alle geval ook aanraden om informatie op te zoeken over de 'mainstream' economie (er zijn heel wat websites op internet die inleidingen geven), en dat te vergelijken met wat je vindt op (bv.) www.mises.org, zodat je zeker beide zijden van de discussie hoort. Nou ja, discussie - de Oostenrijkse School wordt compleet genegeerd eigenlijk. Wie een gewéldige inleiding wil lezen, moet "Economics for Real People" van Gene Callahan zoeken. Da's een van de beste economieboekjes op aarde denk ik. De tekst is gratis online te vinden op www.mises.org, en je kan het boek daar ook kopen (maar dan moet het uiteraard uit Amerika komen). |
Citaat:
|
Soit. Vervolg op: http://forum.politics.be/showpost.ph...&postcount=329
Citaat:
Neen. Zelfs als iedereen de grote altruïst gaat uithangen, is een socialistische planeconomie volstrekt onmogelijk. (Enfin, het is wel mogelijk. Maar dan zal je 'economische groei' wel negatief zijn. (En dan heb ik het zowel over welvaart als welzijn.) Dit komt door het ineenstorten van je kapitaalsstructuur. Het toeval wilt dat ik en Koen daar net een interessante tekst over hebben geschreven, die ik je gerust wil pm'en. (Ik denk niet dat Koen daar bezwaar tegen zal hebben.) Het punt is dat 'mensen' helemaal niet anders moeten gaan handelen. Mensen handelen al. Dat is de gehele studie van de Oostenrijkse economie. Het blijft echter wel een feit dat politici maar al te vaak - vanuit de incentives die de politiek nu eenmaal met zich meebrengt - de Oostenrijkse economie (en hun adviezen) negeren. Dat is immers niet populair. Maar voor de studie daarvan; kan ik je verwijzen naar de Public Choice literatuur, zoals Tullock en Buchanan. :) Citaat:
Citaat:
Hoogstens zegt de Oostenrijkse Economie dat indien je de gehele bevolking rijk wilt maken, dat je heel wat overheidsreguleringen dient te laten vallen. (Er is btw een reden waarom zowat de helft van de Oostenrijkers anarchisten zijn en de andere helft minarchisten... :p) Maar het is waar. Om een 'Oostenrijks' beleid te voeren, dient er - in een democratie - er politici te zijn die dat ondersteunen... Maar dat is toch evident? Dat geldt ook voor een sociaal-democratisch, christen-democratisch, solidaristisch of links-liberaal beleid... Een 'oostenrijks' beleid zou 'ultra' liberaal zijn. Citaat:
Psychologie gaat over het waarom dat mensen handelen. Praxiologie gaat over de studie dat mensen handelen en wat daar de gevolgen van zijn. Grandioos verschil. (Rothbard maakt in zijn boek ook nog de volgende onderscheidingen: Geschiedenis: de studie van de handelingen uit het verleden Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
Toch al één bemerking: men spreekt over een monetaire overinvestment-theory, terwijl dat eerder "malinvestment-theory" moet zijn denk ik. Voor het overige zijn er ook enorm veel links naar andere pagina's. |
Zelfs Eugen von Philippovich von Philippsberg wordt vermeld! :D
|
Wat studeer jij eigenlijk of heb je gestudeerd percalion?
|
Citaat:
|
Citaat:
De gehele zakenwereld ziet ons liever gaan dan komen. Immers, wij dienen wél het algemeen belang. Dus ja. :/ Soit. Als er dan toch theoretische zwakheden zijn, mag je die er gerust uithalen. Maar ik denk dat je gewoon wat in het wilde weg aan't lullen was. :) |
Citaat:
|
Citaat:
Daarentegen staat de politieke aristocratie uiteraard wél te springen wanneer jouw grote held afkomt en zegt: Kijk mannen, de staat moet bakken geld uitgeven aan allerlei prestigeprojectjes. Hoeveel politici ken jij die hun eigen invloed willen verminderen? |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
De realiteit?
|
Citaat:
Naar ik dacht is het nooit ten uitvoer gebracht. |
Citaat:
doordat er geen privé-eigendom is van kapitaalsgoederen zouden deze geen prijzen hebben, en daardoor is het onmogelijk om vast te stellen of de schaarse middelen wel optimaal gebruikt worden. Een centraal geleide economie kan dus nooit nagaan op welke manier ze de schaarse middelen efficiënt moet gebruiken. Een nogal éénzijdige benadering van geen privé-eigendom, dit wens ik natuurlijk ook niet, maar niet alles moet aan de privé overgedragen worden zoals het huidige energiedebat (water, electr, verwarming enz...) duidelijk laat zien. Sinds de energiemarkt is geprivatiseerd zijn de prijzen gestegen. Waarom? gebrek aan concurrentie...wie moet die hegomonie doorbreken een hoger orgaan... Europa (staatsingrijpen dus). |
Citaat:
Nog eentje: je zou uit statistische onderzoeken kunnen ontdekken dat er een sterk verband bestaat tussen het kraaien van hanen, en het werken van broodroosters en alarmwekkers. Statistisch gezien is het zo dat die gebeurtenissen (haan kraait, broodrooster werkt) bijna altijd samen optreden. Uit de statistieken kun je enkel d�*t afleiden, en misschien ook nog of de haan doorgaans eerst komt of niet. Maar wat wéét je dan? Niets, helemaal niets. Om iets te weten moet je die gegevens kunnen interpreteren. Je moet bijvoorbeeld weten dat een haan, door te kraaien, simpelweg geen broodroosters in gang kan steken, en dus moet je op zoek naar andere verklaringen - verklaringen die wél mogelijk zijn. Met de praxeologie is het ook ongeveer zo. Door logisch na te denken over een aantal onbetwijfelbare uitgangspunten kun je al meteen een hoop fundamentele waarheden ontdekken. Ze laten toe om heel wat verkeerde verklaringen te verwerpen en op zoek te gaan naar de juiste oorzaak in een historische gebeurtenis. Stel dat in een bepaald land de geldhoeveelheid gestegen is, en de prijzen gedaald zijn. Iemand zou kunnen concluderen dat een hogere geldhoeveelheid lagere prijzen veroorzaakt heeft. Door logisch na te denken weten we echter dat dat niet k�*n. Er kan geen oorzakelijk verband bestaan tussen een stijging van de geldhoeveelheid en een daling van de prijzen, het oorzakelijk verband is net dat meer geld tot hogere prijzen leidt. In dit geval betekent het dat we ten eerste die verklaring moeten verwerpen (de lagere prijzen zijn niet het gevolg van de grotere geldhoeveelheid, want dat k�*n niet) en dat we ten tweede op zoek moeten gaan naar andere oorzaken. Die oorzaken worden ons ook door de theorie gesuggereerd: het aanbod kan toegenomen zijn (een groter aanbod leidt tot lagere prijzen; als dit effect groter was dan het effect van de grotere geldhoeveelheid kunnen we inderdaad lagere prijzen krijgen) of misschien hebben de mensen een grotere vraag naar 'cash balances' (geld in de portemonnee), die zo groot is dat de stijging van de geldhoeveelheid méér dan volledig geabsorbeerd wordt door de grotere vraag naar cash geld. Zoiets bedoel ik dus: de praxeologie zegt duidelijk welke verklaringen van historische fenomenen gewoon onmogelijk zijn, en welke verklaringen er wél mogelijk zijn. Citaat:
De stelling die ginds staat is dat het volledig afschaffen van privé-eigendom van productiemiddelen (land, fabrieken, machines, grondstoffen) leidt tot complete chaos. Ook hier weer gaat het om een theoretisch resultaat: indien er geen marktprijzen zijn, is er geen economische berekening mogelijk en dus geen rationele organisatie van de economie. Maar dat is een algemene uitspraak: de Sovjetunie keek bijvoorbeeld prijzen af in Westerse landen en paste die prijzen toe bij haar interne berekeningen, om het probleem wat te omzeilen. Dat weerlegt de theorie natuurlijk niet (integendeel zelfs). Sinds de privatisering van de energiemarkt zijn de prijzen trouwens gedaald, maar soit. (En je moet dat ook niet overdrijven, die privatisering: de boel 'liberaliseren' maar terzelfdertijd honderd administratieve regeltjes en regulatoren instellen kun je moeilijk een overwinning van de vrije markt noemen; maar dat is een heel andere discussie uiteraard). |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
Oh wacht neen, dat was Keynes. |
Citaat:
|
Citaat:
Zou het niet leuker zijn dat jullie als economisten wat onderbouwde kritiek zouden leveren? Missichien hebben jullie echt wel gelijk maar het zou leuker zijn voor het gesprek als jullie wat argumenten gaven om voor leken als ik op de 'flaws in the system' te wijzen! |
Citaat:
Ik vind het trouwens wel jammer dat ik tijdens mijn studies niet meer gezien heb over de Oostenrijkse school. Maarja, dat ligt natuurlijk ook aan de methode van de Oostenrijkse school met hun afkeer van modellen en wiskundige statistieken, waardoor ze eigenlijk een samenraapsel van vage ideeën blijft met weinig praktische gebruikswaarde naar mijn mening. |
Citaat:
Citaat:
Citaat:
|
Citaat:
Citaat:
Ik denk dat je moeilijk Human Action of Man, Economy and State kunt lezen en concluderen dat het om vage ideeën gaat... |
Citaat:
Het is net haar standpunt in de Methodenstreit die de Oostenrijkse School zo kenmerkt. Mises alleen al heeft minstens drie boeken geschreven die enkel over methodologie en epistemologie gaan; het is nu niet meteen alsof Austrians nog nooit van Popper gehoord hebben. Citaat:
Je opmerking snijdt overigens geen hout. Je probeert Poppers falsificatiebeginsel naar ons toe te slingeren, maar je moet zelf erkennen dat de test nooit uitgevoerd werd - dat er met andere woorden nooit een poging tot verificatie of falsificatie werd uitgevoerd. Niet dat ik met die uitspraak akkoord ga, maar het is een interne contradictie om enerzijds te stellen dat Poppers falsificatiebeginsel de ultieme toetssteen van een theorie is, en anderzijds doodleuk beweren dat de theorieën van Mises et al. nooit geprobéérd zijn. Dat mensen een experiment niet willen uitvoeren is in de natuurwetenschappen geen argument tegen de hypothese. Nogmaals, ik ben niet van mening dat sociale wetenschappen op die manier moeten functioneren; maar het is toch iets wat me moeilijk verzoenbaar lijkt in je bericht. Om even de context te schetsen: Mises is moeten vluchten uit Wenen voor de nazi's. Een boek publiceren waarin je centrale planning en totalitarisme verwerpt ten voordele van een vrije samenleving, in 1940, was niet bepaald zijn beste carrièrezet. Daaruit besluit jij blijkbaar dat de theorieën van Mises waardeloos zouden zijn, en dat vind ik nogal straf. Ik zou denken dat wetenschap geen populariteitswedstrijd behoort te zijn, waarbij we de minst gelezen werken na zekere tijd op de brandstapel gooien omdat ze allicht niet interessant zullen zijn. |
Citaat:
|
Even een vraagje aan de defenders van Oostenrijkse school hier (die naar ik moet zeggen hoe meer ik er over lees de laatste dagen, me meer en meer aantrekt) zijn er nergens punten waarvan jullie zelf zouden durven zeggen dat het een wat zwakker punt is van de theorie. (of misschien beter gezegd, een punt waarvan de zekerheid tot werking in realiteit toch beduidend minder is dan de rest ervan)?
|
Citaat:
|
Citaat:
Ik ben geneigd om Reisman daarin te volgen, maar ik denk dat het eigenlijk eerder een technologische kwestie is: we kunnen minstens het standpunt van Rothbard verdedigen op theoretische gronden; of het "Reisman-effect" zich voordoet is dan afhankelijk van technologie en zo. Denk ik. Maar goed, Reisman is een vreemde eend in de bijt. |
Wat Sjaax' opmerking betreft, daar wil ik nog even op terugkomen.
Er moet namelijk onderscheid gemaakt worden tussen de beschrijvende theorieën van de Oostenrijkse School enerzijds en de beleidsvoorschriften anderzijds. Het is zo dat men haast nooit rekening hield of houdt met de suggesties voor economisch beleid; maar dat zegt uiteraard niets over de juistheid van de beschrijvende theorieën. Of een overheid nu wel of niet de belastingen verlaagt, zal weinig veranderen aan de juistheid of onjuistheid van de subjectieve marginale waardeleer, om maar iets te noemen. |
Citaat:
En daarstraks had ik nog iets van: 'waarom de zaken nodeloos uitbreiden' - maar ben het al vergeten. :p Percy gaat me wel tegenspreken op dit eerste punt. ;) (Hij weet er dan ook 'net' iets meer van.) |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 13:40. |
Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be