Micele |
27 april 2016 14:39 |
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Irsan
(Bericht 8083285)
In elke tijd heb je pioniers, en in elke tijd worden ze belachelijk gemaakt of vervolgd!
|
Citaat:
http://www.desterren.net/weetje/3/wi...de-zon-draait/
Wie ontdekte dat de aarde om de zon draait?
Reeds in 260 v.C. beweerde de Griekse astronoom Aristarchus dat de Aarde om de Zon draait. De meeste van zijn tijdgenoten konden echter absoluut niet geloven dat de Aarde zich zou bewegen.
Pas in 1728, twintig eeuwen later, kon ook daadwerkelijk bewezen worden dat de Griekse astronoom gelijk had. Door een telescoop zag een Brits astronoom, James Bradley, als eerste dat de sterren zich enigszins bewegen, terwijl de Aarde om de Zon draait.
|
De heliocentrische theorie bestaat natuurlijk nog langer:
Citaat:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Heliocentrische_theorie
Volgens de theosofie bevatten de oudste geschriften, de veda's, Shatapatha Brahmana (rond de 9de-7de eeuw v.Chr.), Aitareya Brahmana (rond de 9de-7de eeuw v.Chr.) en de Vishnu Purana (rond de 1e eeuw v.Chr.) vroege elementen van een heliocentrisch model. De oude Griekse filosofen, zoals Pythagoras en zijn volgeling Philolaos van Croton, kwamen ook reeds op het idee dat de aarde niet het middelpunt was. Vaak bevatten hun theorieën echter wel eigenaardigheden, zoals het bestaan van een 'tegenaarde' (antichthon) en de 'haard van het heelal'. Aristarchus (320-250 v.Chr.) wordt dikwijls vermeld als grondlegger van het heliocentrisme. Hij had gesteund op de theorie van Heracleides (387-312 v.Chr.).
Het heliocentrisme is in het Westen op wiskundige basis gevestigd door het werk van Nicolaas Copernicus. De theorie van Copernicus was evenwel strijdig met de toenmalige stand van de wetenschap. Copernicus' boek, De revolutionibus orbium coelestium (Over de omwentelingen der hemellichamen) werd in 1543 gepubliceerd toen hij op zijn sterfbed lag. Aanvankelijk veroorzaakte het geen grote opschudding, omdat de theorie werd opgevat als een wiskundige hypothese, en geen wetenschappelijk betoog. Dit kwam doordat Andreas Osiander, die de uitgave verzorgde, zonder Copernicus' medeweten, een voorwoord had geschreven, waarin stond dat het boek slechts één mogelijke theorie over de planeten bevatte. Zo probeerde Osiander een uitgaveverbod door de protestantse overheden te vermijden.
De belangrijkste bezwaren die men vanuit de stand der toenmalige wetenschap en waarnemingen kon maken waren:
De afwezigheid van sterrenparallax, die men zou moeten waarnemen als de aarde om de zon draait.
Die parallax is er wel, maar was te gering om in die tijd waar te nemen.
De afwezigheid van schijngestalten (fasen) van Venus en Mercurius, die volgens het copernicaanse model zichtbaar zouden moeten zijn.
De schijngestalten zijn met een telescoop goed zichtbaar. Overigens zijn ze geen bewijs voor het stelsel van Copernicus, ook het geocentrische stelsel van Tycho Brahe voorspelt de schijngestalten.
De gebrekkige theoretische onderbouwing van de "zwaartekracht". De enig voorhanden zijnde theorie van Aristoteles liet alle voorwerpen naar het midden van het universum vallen. Als de aarde zich niet in het midden bevond, waarheen vielen dan alle voorwerpen? Copernicus bleef een afdoend antwoord schuldig.
Isaac Newton heeft dit afdoende opgelost.
|
Als ik dit al hoor "in strijd met de wetenschap" tja wat is dan wetenschap eigenlijk nog?
Zelfs Galileo in het begin van de 17e eeuw hadden ze jarenlang geprobeerd belachelijk te maken en moest ook nog voor een Kerkelijke rechtbank verschijnen, zelfs na zijn dood lieten ze hem niet met rust...:
Citaat:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Galileo_Galilei
Publicaties en conflict met Kerk
In 1610 publiceerde Galilei zijn waarnemingen van de maan, de sterrenhemel, de Melkweg en de manen van Jupiter, allemaal gedaan met behulp van zijn telescoop, in zijn Sidereus Nuncius (Sterrenbode). Het jaar daarop kwam Galilei naar Rome om aan de Jezuïeten van het Collegio Romano de telescoop te demonstreren. Hij werd toen ook lid van de Accademia dei Lincei.
Vanaf 1612 ontstond er verzet tegen Galilei's bewijzen voor een copernicaans, heliocentrisch wereldbeeld, dat niet in overeenstemming was met de opvatting van de kerk dat de aarde het centrum van het heelal was.
Galilei kwam weer naar Rome, ditmaal om zich te verdedigen. Kardinaal Bellarmino, die Galilei genegen was, vermaande Galilei op last van paus Paulus V in 1616 de copernicaanse theorie niet meer in het openbaar te verdedigen. In 1622 schreef Galilei zijn tweede boek, Il saggiatore, dat werd goedgekeurd en uitgegeven in 1623. In 1630 vroeg Galilei in Rome toestemming om zijn Dialogo uit te geven. Nadat aan de eis tot het aanbrengen van enkele wijzigingen was voldaan, kreeg het boek het imprimatur en werd het uitgegeven in Florence in 1632. In oktober 1632 werd Galilei echter alsnog opgeroepen om te verschijnen voor de kerkelijke rechtbank in Rome om zich te verantwoorden voor de uitgave van de Dialogo.
De Discorsi en overlijden
Terwijl Galilei onder huisarrest stond, slaagde hij erin een belangrijk boek naar Nederland te laten smokkelen: Discorsi e Dimostrazioni Matematiche, intorno a due nuove scienze (Gesprekken en wiskundige bewijzen aangaande twee nieuwe wetenschappen). Hierin verdedigde hij zijn nieuwe inzichten. Dezelfde personen van "De dialoog" van 1632 keren erin terug. Het werd in 1637 in Leiden gepubliceerd. De twee "nieuwe" wetenschappen zijn materiaalkunde en kinematica.
Galilei stierf op 8 januari 1642. De groothertog van Toscane, Ferdinando II, wenste hem te begraven in het voornaamste deel van de Basilica di Santa Croce in Florence, naast de tombes van zijn vader en andere voorouders, en een marmeren mausoleum te zijner ere op te trekken.[8] Deze plannen werden echter geschrapt, nadat paus Urbanus VIII en diens neef, kardinaal Francesco Barberini, hiertegen hadden geprotesteerd.[9] Hij werd in plaats daarvan begraven in een kleine kamer naast de novicenkapel aan het eind van een gang naar de sacristie van het zuidelijke transept van de basilica.[10] In 1737 werden de stoffelijke resten van Galilei opgegraven en herbegraven in het voornaamste deel van de basilica nadat er een fraai grafmonument te zijner ere was opgetrokken.[11] Bij de opgraving werd om onduidelijke redenen de middelvinger van zijn rechterhand afgehakt.[12] Dit relikwie is te bezichtigen in het Museo di Storia della Scienza, ook in Florence.
|
|