Het Oosten |
28 april 2016 15:45 |
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Irsan
(Bericht 8083278)
Geloof me. Binnen enkele decennia accepteren we allemaal dat aliens bestaan! De maatschappij is in constante ontwikkeling. Wat nu de waarheid is, was ongekend in het verleden. Zo zal het ook in de toekomst zijn!
En zo gaat het door. Het is belachelijk te denken dat we nu het summun van onze kennis over de realiteit weten. Uitgezonder enkele pioniers moet de consensus realiteit zich aanpassen. In elke tijd heb je pioniers, en in elke tijd worden ze belachelijk gemaakt of vervolgd!
Diegene die beweren dat aliens niet bestaan moeten maar eens naar de geschiedenis kijken en zien dat de perceptie van de realiteit almaar vergroot en verbreedt. Niets is statisch, alles is altijd in evolutie.
EXPAAAAAAAAAAAAAAAND YOUR MIND!!!!!!!!!!!!
AND OPEN YOUR HEARTH (if you can)!
I am ready. Are you?!
|
Inderdaad. En iedereen schuift op. Hoe dan ook.
Dit gebeurde trouwens ook met Leslie Kean, zoals ze meldt in haar boek UFO’s.
"My evolution took years, involving much reading, discussion with veteran researchers, reviews of government documents, and interviews with retired military officials en UFO witnesses. I think that most of us willing to consider this subject, even without this level of intensity, come to a point of transition, a decisive moment when we cross our deeply ingrained internal barrier. It isn’t easy. After all, we’re dealing with something so far ungraspable: the essential nature of the UFO. We have to come to terms with de recurring appearance of something absolutely unknown and unexplainable by science, something that operates as if it were outside de boundaries of our physical world but in it at the same time. To make it even more difficult, we‘re burdened by the negative and denial of the status quo that all of us has absorbed to one degree or another.
To understand that aspect of the problem, we must come down to earth and look at the political en historical roots of the U.S. government’s reaction to the UFO phenomenon, beginning at a time when officials first recognized that they were dealing with something not easily explained. Even if this phenomenon is psychologically hard to confront, the excuse is not enough to explain the inaction, the dismissal, and the ridicule that has been the norm for so many years. Why is there such a strong taboo against taking the subject seriously, when there is so much evidence for it?"
( L. Kean, UFOs, blz. 102)
En die laatste zin was (en is) zeker waar! Reeds in de tweed helft van de jaren 1940 en volgende namen hoge Amerikaanse militairen het ufo fenomeen zeer serieus.
“ It all began in the late 1940’s, when officials were face with a sudden influx of UFO sightings in the skies over America, many of which were reported by highly credible observers such as military and airline pilots. Popular interest in UFOs (called “flying saucers” at the time, because of their frequently described flattened-disc shape) was growing as a result of national media coverage and the fact that nobody knew what they were of how to handle them. Initially, the authorities attempted to determine if the objects were either secret foreign aircraft, such as superior technology from the Soviet Union, or possibly some kind of newly discovered atmospheric of meteorological phenomena.
In 1947, things were becoming uncomfortably clear behind the scenes. Lieutenant General Nathan Twining, commander of the Air Force Materiel Command, a major command of the U.S. Air Force, sent a secret memo concerning “Flying Discs” to the commander general of the Army Force at the Pentagon. The considered opinion, based on data furnished by numerous Air Force branches, he stated, was that ‘the phenomenon reported is something real en not visionary of fictitious… The reported operating characteristics such as extreme rates of climb, maneuverability (particularly in roll), and action which must be considered evasive when sighted of contacted by friendly aircraft and radar, lend belief to the possibility the some of the objects are controlled either manually, automatically of remotely.” Twining described the objects as metallic of light-reflecting, circular or elliptical with a flat bottom and domed top, sometimes with “well kept formation lights varying from three to nine objects’ and normal silent. He proposed that the Army Air Forces set up a detailed study of UFOs, assigning a security classification and code name to it.
As a result, such a project was set up within the Air Materiel Command, and given de code name “Sign”. The new agency began its operations in early 1948 at Wright Field (now called Wright-Patterson Air Force Base) with the mandate to collect information, evaluate it, and assess whether the phenomenon was a treat to national security. As Project Sign became more convinced that de objects were not Russian, divisions grew between those who thought they were “interplanetary”- the term use at the time, when much less was known about our solar system- and those who were determined to find a more conventional explanation. Later that year, some Project Sign staff wrote a top-secret report , an “Estimate of the situation”, providing data on convincing case and concluding that, based on the evidence, UFO’s were most likely extraterrestrial. The document landed on de desk of General Hoyt Vandenberg, Air Force Chief of Staff, who rejected it as unacceptable because he wanted proof, and responded by returned it to its authors at Project Sign. From then on, the proponents of the extraterrestrial hypothesis lost ground, and because of the clear message from Vandenberg and others, the safer position the UFOs must have conventional explanations was adopted by the majority of the project investigators. It appears they were under pressure to shift their focus. The ‘Estimate of the Situation” was reportedly destroyed, and no copies have been found despite repeated attempts using the Freedom of Information Act."
(L.Kean. Op. Cit. blz. 103)
Later werd het project ‘Sign’ omgetoverd tot het Project Grudge en nog later kwam het fameuze Project Blue Book uit. Dit laatste onderzoek was uiteindelijk een grote farce, zoals later bleek. De overheid was toen al overgegaan tot het zogenaamde ‘debunken’: het moedwillig ontkennen of het minimaliseren van het ufo fenomeen. 'Debunken' en negeren werden de officiële politiek bij vele overheden. Waar ze ook kon, probeerde de overheid tevens het ufo fenomeen belachelijk te maken: ufo’s zouden uiteindelijk hersenspinsels zijn van fantasten, het geestelijk product van ‘lunatics’. Alle middelen werden ingeschakeld om dit opzet te doen slagen.. Het ‘debunkings-plan’ is tot op onze dagen aardig geslaagd bij heel wat mensen en zeker bij sommige posters hier.
Edoch..., onze tijd is niet meer de tijd van vroeger. Er begint immers goed sleet op te komen op dit oude plan. Het initiële opzet slaat niet altijd meer aan bij de mensen in deze tijd van digitale mogelijkheden en hypersnelle communicatie. Het plan werkt niet meer goed. Kortom, het is uit de tijd.
Want toen kwam het Franse COMETA-rapport . Daar kwam bij dat overal ter wereld oud-militairen en wetenschapslui op pensioen uit de biecht begonnen te klappen (en ze doen dit steeds meer en meer). Privé initiatieven zagen het licht: het Disclosure Project werd opgezet in 2001. Dit project beoogde een ernstig onderzoek van het ufo fenomeen. Dr. Richard Haines riep dan weer een ander project in het leven in 2001: de NARCAP. Hier konden piloten waar ook ter wereld terecht met betrekking tot hun encounters met U.A.P.’s. Voortaan konden ze onbevreesd melden wat hun tijdens hun vluchten was overkomen zonder belachelijk te worden gemaakt of het risico te lopen hun job te verliezen. Dit had natuurlijk ook te maken met de veiligheid in het luchtruim. Het is standaardprocedure dat piloten een onveilige situatie in het luchtruim melden aan het grondstation. Piloten kloegen echter over het feit dat ze nergens een gehoor vonden wanneer deze onbekende vliegende tuigen soms een bedreiging vormden voor de veiligheid van deze piloten en eventuele passagiers. Of dat ze belachelijk werden gemaakt; of door hun maatschappij op de vingers werden getikt wanneer ze hun bizarre ervaringen vertelden. Vele piloten hielden dan maar wijselijk hun mond. Ondertussen bleef een mogelijke onveiligheid in het luchtruim wel bestaan. De NARCAP probeert hier iets aan te doen. Deze organisatie kan nu beschikken over vele duizenden goed gedocumenteerde verslagen en dossiers van piloten die hun wedervaren lieten optekenen. En tenslotte kwam ook internet... Veel onzin weliswaar op internet over het ufo fenomeen, maar lang niet alles.
Hoe dan ook, het is nu nog wachten op ‘ disclosure day’. In niet al te verre toekomst neem ik aan. Dat lijkt me duidelijk.
|