Het Verzet |
7 december 2018 15:06 |
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Anna List
(Bericht 8878199)
de rest zit jammer genoeg achter een betaalmuur en kan ik niet lezen, maar het lijkt een veelbelovend artikel! :p
|
Here you go:
Citaat:
Elk jaar op Werchter gebeurt het weer, zegt dr. Inez Vandenbussche, hoofd van de residentiële afdeling kinderpsychiatrie van het UZ Leuven: meisjes en jongens die voor het eerst cannabis roken, psychotisch worden en niet weten wat ze overkomt.
(Verschenen in Humo 3709/40 op 4 oktober 2011)
Cannabis is de grootste oorzaak van verslaving bij jongeren: dat tonen de cijfers van de VAD, de Vereniging voor Alcohol en andere Drugproblemen. En ook al hebben ze weleens horen waaien dat wiet al lang niet meer het plantje van vroeger is waar je onschuldig mee kon wegdromen, toch zien tieners er geen graten in om massaal joints te roken, zeker niet als ze op de vlucht zijn voor keuzestress, de hoge eisen die aan hen gesteld worden en de allesbehalve vredige gezinssituaties waarin ze moeten opgroeien.
De risico's zien ze pas als het helemaal misloopt, als ze afhankelijk zijn, als ze alwéér hun schooljaar moeten overdoen, als ze de diagnose schizofrenie op hun bord krijgen, als ze hun eerste psychose beleven. Want het staat onomstotelijk vast, zegt Ruud van Winkel, dat cannabis wél verslavend is, schizofrenie in de hand werkt, heel slecht is voor je schoolprestaties en de kans op psychose verdubbelt.
Pim: 'Paranoia’
Dat weet Pim nu ook. De bedeesde, welbespraakte, vriendelijke jongen uit een randgemeente van een grote stad is nu clean. Hij raakt geen joint meer aan: 'Eén trekje en ik weet dat ik zo weer in de psychiatrie kan belanden.' Drie keer kreeg hij al een psychose, en de laatste werd hem bijna fataal: 'Ik voelde me zo vreselijk, echt ellendig tot op mijn botten.'
Pim «Ik was net vijftien toen ik begon te smoren, misschien zelfs nog veertien. En ik was net achttien toen ik de eerste keer in de psychiatrie terechtkwam.
»Ik studeerde aan de universiteit maar ik ging al een hele tijd niet meer naar de les, omdat ik me helemaal niet meer kon concentreren. Ik voelde wel ergens dat er iets mis begon te gaan, maar tussen het moment dat het echt misliep in mijn hoofd en de dag dat ik er mijn beste vriend over vertelde, is er zeker nog een maand voorbijgegaan. Dat was de moeilijkste maand van mijn leven. Omdat ik zo ongelofelijk bang was.»
HUMO Maar je besefte niet echt dat je een psychose doormaakte: een waan is juist een waan omdat je denkt dat ze écht is.
Pim «Ik besefte het niet, nee. Al voelde ik me wel vreemd. Ik was verward, extreem gevoelig voor alles wat ik hoorde en zag, en ik werd overspoeld door angsten en zwarte gedachten. Ik was ook volkomen paranoïde. En dat is niet zoals mensen vaak denken dat het is, dat je de hele tijd meent dat je wordt achtervolgd of zo. Het is veel subtieler. In de tram op weg naar school dacht ik dat iedereen naar me keek, en op den duur wist ik zeker dat ze allemaal over mij zaten te praten en iets van plan waren - mijn tas stelen, mijn gedachten pikken, zulke dingen. Alles wat er om je heen gebeurt komt zó hard bij je binnen. Ik kon op den duur geen douche meer nemen: elke druppel die op me neerkwam, was een aanslag. Het was alsof er een kogel door mijn vel scheurde. Het was vreselijk. Ik wens het echt niemand toe.
»Het probleem was dat ik, terwijl ik die psychose had, ook nog blowde: ik wilde ervan weg, en blowen zou me daarbij helpen, dacht ik. Terwijl - dat weet ik nu - die wanen daardoor alleen maar gigantisch veel erger worden. Op den duur begon ik nog te hallucineren ook. Dan werd het plafond opeens groen, of zag ik uit het niets zwarte gaten verschijnen waarvan ik dacht dat ze me gingen opslokken.
»Toen ik na een maand echt niet meer kon, heb ik het aan mijn beste vriend verteld. Die heeft me toen vastgepakt, en toen ben ik beginnen te blèten. Het deed zo'n deugd om er eindelijk over te kunnen praten. Twee weken later heeft een vriendin me mee naar afkickcentrum De Sleutel genomen. Daar hebben ze me uitgelegd dat ik een psychose had, en hebben ze me aangeraden me te laten opnemen. Ik zei meteen ja. Ik wou af van die constante angst. Ik voelde me aan één stuk door gigantisch bang en onveilig.»
HUMO Je vrienden hebben je geholpen. Merkten je ouders dan niks?
Pim «Niet echt. Ik zat niet in de meest koosjere thuissituatie. Mijn ouders zijn al heel lang gescheiden. Met mijn moeder sprak ik al een jaar niet meer - toen ik uit het afkickcentrum kwam, heeft ze me gewoon niet meer binnengelaten, want ze wou geen junk in haar huis.»
HUMO Zo zie je er helemaal niet uit.
Pim «Ik ben ook al drie jaar clean. Ik woon nu bij mijn vader, en dat gaat goed.»
HUMO Hoe was je met cannabis begonnen?
Pim «Gewoon, met vrienden van school en van de jeugdbeweging. Het punt is dat mensen vroeger, denk ik, echt naar cannabis op zoek moesten. Nu is het meer een kwestie van actief 'neen' kunnen zeggen, want het is overal. Wandel een willekeurig feestje binnen en er zit iemand te smoren. Het is ook een groepsgebeuren, waarin je elkaar verder en verder meetrekt. Dat is ook waarom het bij mij zo uit de hand is gelopen. Ik heb nooit in mijn eentje geblowd. Ik kan zelfs nog steeds niet zelf rollen - ik denk dat ik dat bewust niet heb willen leren, uit angst dat het dan nog erger was geworden.
»Via het smoren leerde ik langzamerhand ook andere mensen kennen. Je krijgt steeds meer de neiging om alleen om te gaan met mensen die ook gebruiken. Dat is makkelijker: zo hoef je je niet ergens achter een hoekje te verbergen voor je andere vrienden. En via die nieuwe vrienden heb ik ook weleens paddo's, lsd, DMT en LSA (twee natuurlijk hallucinogene drugs, red.) geprobeerd. Van het hele zware spul ben ik afgebleven, bewust, maar ik bleef wel cannabis gebruiken. Op den duur rookte ik gemiddeld tien joints per dag. Soms besefte ik opeens: deze maand heb ik er vierhonderd euro aan uitgegeven - en toen was de wiet veel minder duur dan nu, voor een zakje van 10 euro van toen vragen ze nu al 25. Alles wat ik kocht, smoorden we ter plaatse meteen op. Meestal in een park of bij iemand thuis.
»Ze zeggen wel dat je er niet verslaafd aan kan raken, maar dat is ongelofelijke bullshit. Smoren was op den duur nog het enige dat ik deed. Het maakte mijn leven simpel. Snap je? Het was mijn oplossing voor Het Leven. Mijn motto was toen ook: nuchter zijn is kut. Ik kon niet omgaan met mezelf en mijn problemen. Daarvoor zocht ik een oplossing, op de verkeerde manier. Ik deed mijn ogen dicht. Maar de wereld verdwijnt niet als je je ogen sluit. Dus zodra ik even nuchter was en mijn ogen weer opengingen, was die wereld er weer, en werd ik weer keihard met alle ellende geconfronteerd. Dat wilde ik niet - en dan stak ik er weer eentje op.»
HUMO Wist je helemaal niks van de gevaren?
Pim «Ik had weleens gehoord dat je er psychotisch van kan worden en dat het de kans op schizofrenie verhoogt, maar net als iedereen dacht ik: 'Dat overkomt anderen. Bij mij gaat dat niet gebeuren.' Gebruikers liegen altijd. Ik zat al een tijd in therapie voor ik werd opgenomen, en niet één van mijn therapeuten heeft ooit doorgehad dat ik gebruikte. Je liegt tegen iedereen, vooral tegen jezelf: 'Het is niet erg. Ik heb alles onder controle.' Ik gok dat 98% van de gebruikers nooit een seconde heeft stilgestaan bij de risico's.»
Straffere wiet
Zo is het, zegt Ruud van Winkel, die aan de universiteit van Maastricht en in het psychiatrisch centrum van de K.U.Leuven bezig is met onderzoek naar psychose en cannabisgebruik.
Ruud van Winkel «De cijfers van de VAD tonen aan dat cannabisafhankelijkheid bij jongeren de grootste oorzaak van verslaving is. En het staat vast dat cannabisgebruik schizofrenie in de hand werkt en de kans op psychose verdubbelt. Heb je een genetische aanleg, dan reageer je op die cannabis tien tot vijftien keer zo sterk - en die aanleg kan je hebben zonder dat je het weet. En als je daarbij ook nog eens in een problematische omgeving verkeert - onveilig gezin, veel gepest worden op school, discriminatie en uitsluiting - en daardoor, zeg maar, overgeprikkeld bent, dan verhoogt het risico op psychose nóg eens. Wat je vaak ziet is dat cannabisgebruikers zich op de middelbare school nog wel staande houden, ook al gaan hun schoolresultaten in daverend tempo achteruit. Pas als ze gaan studeren en serieuze stress voelen, dient de eerste psychose zich aan.
»Als ik alleen nog maar kijk naar de jonge mensen die opgenomen worden met een eerste psychose, dan wordt zestig tot tachtig procent daarvan ten minste gedeeltelijk veroorzaakt door cannabis.»
HUMO De cannabis die nu wordt gebruikt, is zo doorgekweekt dat het al lang geen softdrug meer is.
Van Winkel «In Engeland is het zelfs officieel geen softdrug meer. Het is de zorgsector daar ook niet gelukt om cannabis in de A-categorie te krijgen, de categorie van de harddrugs, maar wel bijna: het zit één categorie lager.
»Het probleem is dat het THC-gehalte (de werkzame stof in cannabis, red.) ondertussen is vervijf tot vertienvoudigd. En dat niet alleen. Het vervelende is dat er in het originele plantje ook nog een andere stof zat: cannabidiol. Dat heeft een relaxerend effect en werkt antipsychotisch en angstremmend. Maar aangezien de totale hoeveelheid werkzame stof in één plant altijd even groot blijft, is de verhoging van de hoeveelheid THC ten koste gegaan van de dosis cannabidiol, en is ook die anti psychotische werking helemaal afgezwakt. Normaal gesproken verdubbelt je kans op een psychose bij dagelijks gebruik, maar nu hebben we gezien dat bij skunk - de variant met de meeste THC - die kans verzesvoudigt.»
HUMO En hoe jonger je begint, hoe groter het gevaar op psychoses en concentratie- en geheugenstoornissen.
Van Winkel «Studies laten inderdaad zien dat cannabis vooral vóór je achttiende schadelijk is. Hoe jonger je bent als schizofrenie of een psychose wordt uitgelokt, hoe groter de kans op blijvende problemen. Er is ook een direct verband met het hoge zelfmoordcijfer bij jongeren. Bijna tien procent van de jongeren met een psychose pleegt zelfmoord, omdat ze de angst en de ellende niet meer aankunnen.»
HUMO Blijvende problemen, zeg je. Stoppen de psychoses dan niet zodra je met cannabis stopt?
Van Winkel «De kans dat je hervalt blijft. Stoppen met cannabis helpt natuurlijk wel. Als je blijft blowen worden je prognoses steeds slechter, reageer je niet voldoende op de medicatie die je krijgt en heb je dus ook steeds hogere dosissen antipsychotica nodig. Maar toch stopt maar ongeveer de helft. Omdat ze zelf voelen: dit is heel slecht voor mij. De andere helft is er moeilijk van af te krijgen, omdat ze zich na een joint op korte termijn beter voelen, minder down. De negatieve effecten, zoals psychose, komen altijd pas uren later. »Nu, een eerste psychose is goed te behandelen met antipsychotica. Het probleem is dat iedereen op een bepaald moment denkt: 'Ik slik nu al twee jaar pillen. Moet ik dat nu tot mijn zestigste blijven doen?' Ook vanwege de bijwerkingen: mensen worden vaak dik van die pillen. Maar als ze stoppen, is de kans dat ze hervallen heel groot. »Gelukkig is er sinds kort laagdrempelige, ambulante hulpverlening beschikbaar. Er is een nieuwe instantie die samenwerkt met scholen en artsen: VDIP, kort voor Vroege Detectie en Interventie Psychose. Die hebben een site, vdip. be, waar jongeren terechtkunnen die zich afvragen of ze op weg zijn om een psychose te ontwikkelen. Een vergelijkbare site is vrint.eu. Als we vroeg kunnen ingrijpen, volstaat psychologische begeleiding meestal, en zijn er geen antipsychotica nodig.»
'Als ouder moet je wantrouwig worden als je kind zonder goeie reden hobby’s laat vallen'
Een soort omerta
Het probleem is niet alleen dat de gevaren van cannabis nog niet goed bij iedereen zijn doorgedrongen, zegt kinder en jeugdpsychiater Inez Vandenbussche, maar ook dat cannabisproblemen bij jongeren vaak pas ontdekt worden als die met hun hoofd tegen de muur lopen en het dus al bijna te laat is
Inez Vandenbussche «Als hun zoon of dochter naar een fuif gaat en dronken thuiskomt, zullen ouders meteen maatregelen nemen. Een maand geen feestjes! Problemen met alcohol, daar zijn ze op bedacht. Daarvan weten ze wat ze eraan moeten doen.
»Bij cannabis ligt dat moeilijker. Ten eerste weten ze het meestal niet. Misschien merken ze bij hun kinderen wel een verandering, maar die schrijven ze vaak toe aan de puberteit. Ouders zijn niet geneigd om snel aan drugs te denken, want dat is nog altijd vaak een heel verontrustend idee. Bovendien willen kinderen ook niet dat hun ouders het weten. Dus áls papa of mama al vraagt of ze weleens blowen, zeggen ze meteen: 'Neen.' Waarop papa of mama meestal opgelucht ademhaalt en vooral niet verder vraagt. Het laatste onderzoek toont dat het gemiddeld twee jaar duurt voordat ouders doorhebben dat er een cannabisprobleem
is.
»Daar komt bij dat het ook in de geestelijke gezondheidszorg de meest gemiste kinderpsychiatrische diagnose is. Zelfs áls kinderen met problemen al naar een therapeut gaan, dan nog wordt hun cannabisprobleem niet ontdekt. Ook hulpverleners weten vaak niet goed wat de symptomen zijn en halen opgelucht adem als hun patiëntjes zeggen dat ze geen drugs gebruiken. Ook zij hebben er liever niet mee te maken, omdat druggebruikers moeilijke klanten zijn die niet gemotiveerd zijn om aan hun probleem te werken. Zeker de beginnende druggebruiker niet: die is alleen maar bang dat zijn ouders hem dan zijn joints zullen afpakken.»
HUMO Dus: de kinderen willen het niet zeggen, de ouders willen het niet weten, en de hulpverleners willen ze liever niet behandelen?
Vandenbussche «Precies. Er hangt rond cannabisgebruik een soort omerta.
»De overmoedige puber liegt ook tegen zichzelf. Dr. Ansoms, met wie ik lang heb samengewerkt in de psychiatrische kliniek van de Broeders Alexianen in Tienen, zei altijd: 'Ik kan die eerste consultaties dromen. Het zijn altijd dezelfde verhalen: 'Er is niks aan de hand. Waar bemoeit iedereen zich mee. Ik heb alles onder controle. Ik kan stoppen wanneer ik wil.' En dat geloven ze zelf ook echt.
»Nu, veel jongeren gaan natuurlijk ook niet verder dan gewoon wat experimenteren: zowat tien procent krijgt problemen, evenveel als bij alcohol. Maar de kans dat die tien procent na cannabis ook eens iets sterkers gaat proberen, is reëel. Die steppingstonetheorie klopt. Ik zeg niet dat alle cannabisrokers ooit aan de heroïne zullen zitten, maar in al die jaren dat ik met druggebruikers heb gewerkt, heb ik nog bijna niemand gezien die nfét met cannabis was begonnen.»
HUMO Waarom houdt de één het bij experimenteren en de ander niet?
Vandenbussche «Omdat de ene jongere meer aanleg heeft voor verslaving dan de andere. Er zijn genetische factoren, en ook je temperament speelt een rol - gebruikers zijn vaker sensation seekers, gasten die uit zijn op spanning en graag risico's nemen. Kinderen met gedragsstoornissen maken meer kans. Omgekeerd helpt het heel erg om een goeie relatie met je ouders te hebben. Kinderen die zich thuis gesteund voelen, zullen véél minder snel neigen naar verslavingen.
»Dat is veel te weinig geweten in de hulpverlening: dat je iemand zo makkelijk kan screenen op die risicofactoren. Je kan het bijna zeker weten. En als ik het zeker weet, dan zég ik dat ook: 'Volgens mij gebruik jij!' Dan zeggen ze weer: 'Neen! Neen!' Eentje zei zelfs: 'Ik zweer het op mijn overleden grootmoeder.' Ik zei: 'Dan ga je nu met de verpleegster mee die toekijkt terwijl je plast.' Awel, die jongen scoorde drie kruisjes positief op de plastest voor cocaïne.
»Een heleboel van mijn collega's zeggen dat wat ik doe niet kan. Je schaadt het vertrouwen van je patiënt. Maar dan zeg ik: 'Als je het zeker weet, moet je toch ingrijpen. Of moet het eerst helemaal mislopen?' Dat was vroeger de theorie: het heeft geen zin met druggebruikers te werken die niet gemotiveerd zijn. Jaja. En tegen de tijd dat ze wél gemotiveerd zijn, is het verslavingsproces al zo ver gevorderd dat ze dik in de miserie zitten, op school drie jaar achterstaan en misschien al eens psychotisch geweest zijn. Ik vind dat volkomen onverantwoord.»
HUMO Hoe merk je als ouder dat je kind psychotisch begint te worden?
Vandenbussche «Tijdens een psychose raak je de voeling kwijt met wie je bent en wat je normaal doet. Ik heb psychotische jongeren zien staan kijken naar hun tandenborstel, met een blik van: ik heb ooit geweten wat ik met dit ding moest doen, maar wat wás het ook alweer? Ze zijn heel gevoelig en angstig, en ze hebben vaak starre waanideeën waar ze niet van af te brengen zijn. Ik heb jongeren meegemaakt die ervan overtuigd waren dat hun ouders hen wilden vergiftigen, en die thuis absoluut niet meer wilden eten. Ze hebben geen voeling meer met de werkelijkheid. In hun beleving worden sommige gevoelens en gebeurtenissen enorm uitvergroot.»
HUMO Maar daardóór hebben ze dus meestal al een drugsprobleem. Wanneer moet je als ouder gaan vermoeden dat daar mogelijk sprake van is?
Vandenbussche «Als je kind zonder goeie reden hobby's begint te laten vallen. Want kinderen die gebruiken, zijn steeds minder gemotiveerd om nog iets anders te doen.
»Dan moet je vragen naar hun vrienden, en zien of ze van vriendengroep zijn veranderd. Want ze laten ook hun nietgebruikende vrienden vallen, ze verliezen daar het contact mee.
»En het allerbelangrijkste: drastisch dalende schoolcijfers. Chronisch en intensief cannabisgebruik is funest voor je studieresultaten. In Tienen heb ik daar zelf een kleine studie naar gedaan, en zelfs in de psychiatrie is er een enorm verschil tussen gebruikers en nietgebruikers. Bij nietgebruikers was de gemiddelde schoolachterstand bij opname tien maanden; bij gebruikers was dat negentien maanden. Dat is omdat cannabis verregaande geheugen en concentratiestoornissen veroorzaakt.»
HUMO Het is zelfs bewezen dat blowen voor je achttiende permanente hersenschade aanricht.
Vandenbussche «Er zijn ook onderzoeken die dat tegenspreken, maar ik heb zelf ook wel die indruk. Er zijn een aantal jongeren uit Tienen die ik blijf volgen. Een paar zijn nu flink aan het studeren, maar ze geven nog steeds in elke examenperiode aan dat ze concentratieproblemen hebben en rilatine moeten gebruiken. »Wat wel bewezen is, is dat cannabis voor adolescenten veel gevaarlijker is dan voor volwassenen, omdat bij adolescenten de hersenen nog in volle ontwikkeling zijn. Mensen die al jong gebruiken, blijken op latere leeftijd makkelijker last te krijgen van depressies. Het is ook bewezen dat het zich ontwikkelende brein veel gevoeliger is voor verslavingen kinderen die op hun elfde alcohol beginnen te drinken, hebben tien jaar later vijftien procent meer kans om verslaafd te zijn; beginnen ze na hun negentiende met drinken, dan is dat maar één procent meer. Vast staat ook dat jongeren met een aanleg voor schizofrenie en psychose hun eerste opstoot veel éérder krijgen als ze cannabis gebruiken.»
'De maand voor ik werd opgenomen was de moeilijkste van mijn leven'
HUMO Om te stoppen met een verslaving moet je het eerst willen, staat in elk handboek. Hoe motiveer je jongeren om te stoppen?
Vandenbussche «Dat is moeilijk, vooral bij adolescenten. Het probleem is: in onze hersenen komt het limbisch systeem dat onze emoties en gevoelens regelt eerder tot rijping dan de prefrontale kwab waar ons redeneervermogen zit, ons verstand zeg maar. Bij pubers is dat limbisch systeem dus beter ontwikkeld dan de prefrontale kwab. En cannabis werkt net als alcohol trouwens direct in op dat limbisch systeem: 000h, wat voel ik me heerlijk! Terwijl die prefrontale kwab op dat moment nog niet ontwikkeld genoeg is om aan de alarmbel te trekken, of toch niet hard genoeg. Dat maakt het ook zo moeilijk om jongeren te motiveren om te stoppen.
»Aan de jongeren die ik behandel, vraag ik altijd: zou je het normaal vinden om 's ochtends voor je de les binnenstapt op de toiletten even een pintje te drinken? En er tijdens de middagpauze nog eentje open te doen? Dan zeggen ze heel verwonderd: 'Wie doet dat nu?' En dan zeg ik: 'Jij!' Want 's morgens geven ze op het station of achter de hoek van de school al een jointje door, en in de middagpauze weer. Dan zeg ik: 'En dat vind je wél normaal? Terwijl dat eigenlijk erger is, want om in een roes te komen moet je verschillende pintjes drinken. Aan een joint moet je maar twee keer trekken, want het actieve bestanddeel is veel sterker.' Maar dat soort redeneringen dringt maar moeilijk tot ze door, juist omdat die prefrontale kwab niet genoeg meewerkt. Dat ze zich goed voelen bij hun joint is voor hen een veel krachtiger impuls dan de gedachte: 'Stop ermee, je bent dwaas bezig!»
Lichamelijk verslavend
HUMO Recent is gebleken dat cannabis niet alleen geestelijk maar ook lichamelijk verslavend is.
Vandenbussche «Ze hebben pas ontdekt dat THC zich vastzet in vetcellen, en daarom maar heel langzaam geëlimineerd wordt uit het lichaam. Als je amfetamine of cocaïne in een lichaam wil opsporen, dan moet je er binnen vierentwintig uur bij zijn. Bij cannabis heb je drie wéken. Omdat cannabis zo langzaam verdwijnt heb je geen acute ontwenningsverschijnselen, en daarom is lang gedacht dat je er niet lichamelijk afhankelijk van werd. Maar daar komen ze nu dus van terug: die lichamelijke afhankelijkheid is er wél.
»Maar eigenlijk is dat niet zo belangrijk. Die afkickverschijnselen overleef je wel. Het is juist de geestelijke verslaving waar je zo moeilijk vanaf komt. Het probleem bij die jongeren is vooral: hoe gaan ze zonder dat middel leven? Dat lukt ze alleen met vallen en opstaan. Daarom moet je er ook van uitgaan dat ze ook op je afdeling nog middelen binnenbrengen. Ik geloof niet in een behandeling waarbij je iemand opsluit en meteen buitensmijt als je ze betrapt op gebruiken. Verslaafde jongeren zijn kwetsbaar en hebben het echt heel moeilijk.
»Die cannabis bezorgt hen een genot waar ze zéker van kunnen zijn. Ik heb een jongen behandeld die zei: 'Ik vind cannabis veel beter dan een lief. Als ik me slecht voel en zóveel cannabis rook, dan weet ik dat me zóveel tijd goed zal voelen. Terwijl, als ik een afspraak maak met mijn lief, dan kijk ik daarnaar uit, ga er vol goeie moed naartoe en dan.. begint ze ruzie te maken.' Begrijp je? Voor hen is die cannabis als een lief dat altijd geeft wat ze willen. Daarom staat het in de weg van vriendschappen en diepgaande menselijke relaties die hen kunnen steunen.»
HUMO Dus dat moet je ze ook leren.
Vandenbussche «Absoluut. Iedereen moet tussen zijn twaalfde en zijn achttiende leren omgaan met moeilijke situaties en gevoelens. Je bent niet de knapste, je bent niet de verstandigste, je moet weleens hard werken om goeie punten te halen op school, de dingen gaan niet zoals je zou willen... Je moet ook leren hoe je goeie vrienden maakt en diepgaande relaties aangaat, en nadenken over dingen als: hoe gaat het bij mij thuis, en wil ik dat later (56k? Maar wie telkens weer een joint opsteekt als er problemen zijn, die leert dat allemaal niet. Gasten die drugs gebruiken en daar verder en verder in gaan, die zijn alleen bezig met hun drugs. Je ziet in onderzoek ook steevast dat ze op dat gebied een grote ontwikkelingsachterstand oplopen. Die moeten we ze dus ook helpen inhalen. »En waar ik in Tienen ook voor heb geijverd, is een ziekenhuisschool op onze dienst. Om die gasten er weer van te overtuigen: 'Ik kan wél leren. En als ik stop met blowen, dan zal ik me ook weer beter kunnen concentreren, en kan ik wél nog iets bereiken.' Want de meesten geloven helemaal niet meer in zichzelf. Juist daarom zijn ze alleen nog maar gericht op dat gebruiken.»
Overdosis
Met Pim gaat het nu goed. Maar dat heeft wel even geduurd.
Pim «In de kliniek hield ik het na twee maanden niet meer uit. Ik zat echt opgesloten, kon van de ene op de andere dag niet maar aan wiet komen, kreeg constant urinecontroles - naakt, zodat je geen condoom met propere urine in je aars zou verbergen... Het was ongelofelijk hard. Bovendien kreeg ik zelfs lichamelijke afkickverschijnselen, ik was constant aan het trillen en zweten.
»Eenmaal uit de kliniek ben ik weer beginnen te blowen. Daarna heb ik nog twee keer een psychose gekregen. De tweede keer van de stress, omdat ik weer probeerde te studeren. En ik had een gesprek met mijn moeder gehad waar ik niet goed was uitgekomen. Die laatste keer hebben ze mijn maag moeten spoelen. Ik was het bangzijn beu en heb een overdosis pillen gepakt, maar ik was zo ver heen dat ik niet besefte dat er nog vrienden bij waren. Een geluk bij een ongeluk.
»Toen moest ik terug naar de kliniek. In totaal heb ik iets meer dan een jaar in de psychiatrie gezeten.»
HUMO Als ik je nu zie, zou ik dat allemaal niet kunnen vermoeden.
Pim «Ik gebruik zelfs geen antipsychotica meer. De echte heling komt volgens mij uiteindelijk niet van buitenaf, maar van binnenuit. Je moet die klik maken, beseffen: ik ga kapot als ik dit blijf doen. »Ik heb wel gigantisch veel medicatie moeten nemen. Er is, denk ik, niet één neurolepticum dat ik niet heb geslikt-van Solian tot Haldol. Er zijn mensen die zich veiliger voelen door die medicatie, maar mij stompte het af. Alsof ik onder water leefde. Op den duur wist ik niet meer of wat ik voelde nu kwam door de medicatie of door wie ik zélf was. Die pillen maakten me méér verward, in plaats van minder. Ik was er ook bijna dertig kilo van bijgekomen - die ben ik gelukkig weer kwijt. De artsen waren het er niet mee eens toen ik met die medicatie wilde stoppen, maar ik ben nog altijd stabiel.»
HUMO Ben je nog in therapie?
Pim «Ik ga naar VDIP. Daar kijken ze hoe het met me gaat. Ze zitten gewoon in de stad in een gewoon huis, geen ziekenhuis, en ik ga er elke week naartoe. Naar een psycholoog ga je maar om de twee, drie weken, en in die tijd kan er veel gebeuren. Ik weet dat ze het bij VDIP meteen zien als het misloopt, en dat ze zullen ingrijpen. Dat geeft me een veilig gevoel.
»Maar wat me eigenlijk stabiel houdt, is mijn sociaal leven. Als je vrienden hebt die je graag zien, dan begint het je na een tijd te dagen dat het misschien ook wel nuttig is om jezelf graag te zien. Dat dat niet arrogant is, maar noodzakelijk om gezond te blijven.
»Ik maak muziek, speel met vrienden in bandje. Dat heeft ook geholpen: liedjes schrijven en muziek maken. Als je overspoeld wordt door gedachten en gevoelens en je hebt geen manier om die eruit te gooien, dan wordt het allemaal nog erger. »Het is vreemd eigenlijk, hè. Mijn broer heeft thuis dezelfde dingen meegemaakt als ik, maar hij reageerde daar helemaal anders op. Het is nu eenmaal zo. Ik ben altijd al de dromer geweest.
»Eén van mijn beste vrienden zei me eens: 'In the end, the universe folds as it should' - uiteindelijk plooit het universum zoals het hoort. Dat klinkt als hippe bullshit, maar toch. Vroeger geloofde ik helemaal nergens in - en dan heb ik het niet over God of zo, maar over de maatschappij, mezelf, de medemens... Maar uiteindelijk ben ik gaan geloven dat het goed komt. En het komt ook echt goed, denk ik.»
HUMO Je gaat weer studeren. Dat betekent weer: stress.
Pim «Wat moet ik dan? De rest van mijn leven niks doen, uit angst dat ik anders weer een psychose zal krijgen? Ik wil de draad weer oppikken. »Mijn psychoses zie ik nu als een soort huisdieren die ergens liggen te slapen en af en toe nog een beetje komen buitenspelen. Net als bij echte huisdieren behandelen ze jou anders als jij hén anders behandelt. Als ik bang ben voor een psychose, dan word ik onrustiger en lok ik ze juist uit. Ik heb nog steeds momenten dat de paranoia weer opspeelt, maar ik hou daar gewoon rekening mee. Als ik op de tram zit en het gebeurt weer, dan denk ik: 'Ik ken dit. Ik weet wat dit is. Ik heb het al meegemaakt, en ik weet dat ik sterk genoeg ben om er doorheen te komen.' En even later is het dan voorbij. Die momenten worden nu steeds zeldzamer. »Het waren vier moeilijke jaren, maar ze hebben me gemaakt tot wie ik nu ben en dat is oké. Echt oké.»
|
|