O ghy kloecke Nederlanders, die het Roomsch Gheloof, ende den Koningh, ende het Vaderlandt bemindt: Ghy die noyt en hebt gevreest groot Heyrscharen, vreest ghy nu vier of vijf Dieven? die den jonghen Koningh abuseeren, oft arm maecken, onse Landen kael scheeren, jae op eeten: Slae de handt aen ’t werck, helpt die Monsters uyt het Landt, ofte van kant, ende beschermt het Landt voor uwen Koningh.
Het Geldt dat ghy liberalijck voor de arme Soldaten hebt gheordonneert, willen sy onder hunluyden verdeelen, den Landt-verrader van Wesel willen sy verschoonen, die misdaet op onsen Veldt-Heer legghen. In somma het Landt is verkocht, haest u of sy sullen leveren.

Ghy kloecke, moedighe, ghetrouwe Nederlanders,
Die desen droeven Staet wel gaerne saghet anders,
En die het Rooms gheloof en den Koningh beminnen
Siet wat Verraders dat u Vaderlandt heeft binnen!
Die noyt en hebt gevreest seer machtige Heyrscharen
Vreest ghy nu dese Dieven? wat is u wedervaren?
Die onsen Ionghen Koningh soo deerlijck abuseren,
En ons trouw Nederlandt willen tyranniseren?
Sy maecken oock ons Landt kael, arm, ende beroyt,
Slaet handen aen het werck en slaet die Dieven doot.
Maeckt u die Monsters quijt, en helptse vande kant,
Of jaechtse al ghelijck uyt onse Nederlant.
Weest goet Rooms Catholijck, en dient u Heer, u Godt,
Zijt u Koningh ghetrouw, dit is het eyndt, en slodt.
Het Geldt dat ghy onlancx libralijck hebt gegeven
Om u Soldaten daer int Veldt te doen leven,
Dat hadden dese Dieven gaerne in hare maghen,
Maer in plaets van dat gelt geeft haer de huyt vol slagen.
Het Verraders feyt van Wesel willen sy excuseren,
En onsen Generael aldaer met accuseren.
Sy zijn oorsaeck den Bosch verlooren gaet in rouwen,
En het arm Nederlandt soucken sy kael te houwen;
Kael, heer arm, en beroyt, ghelijck sy’t houwen noch,
En voor het Magazijn van haer krijgh en oorloch.
So ghy niet toe en siet, ick en seght niet verholen
So gaet het Nederlandt voor t’eenemael verloren.

Dat zegt mij wel iets, maar ik kan het niet thuis brengen... :oops:

Adriaen Valerius?

Absoluut niet. Het is een vluchtschrift dat begin september 1629 in Brussel circuleerde net voor de val van 's-Hertogenbosch, een moment waarop de Zuidelijke Nederlanden op de rand van een algemene opstand stonden volgens Spaanse gezagsdragers en de vergelijking met 1566 niet van de lucht was. De bron kan ik helaas niet geven wegens beroepsgeheim.