![]() |
Open VLD: Eindelijk rationalisatie polders en wateringen, nu nog afschaffing pestbela
Nu een algemene inventaris afgerond is, komt er een rationalisering van polders en wateringen in Vlaanderen. Dat antwoordde Vlaams minister van Openbare Werken Hilde Crevits op een schriftelijke vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Marnic De Meulemeester (Open Vld).
Polders en wateringen zijn openbare besturen die instaan voor het waterbeheer in een bepaald gebied. Dergelijke samenwerkingsverbanden bestaan in onze streken al sinds de Middeleeuwen, pas in het begin van de 19e eeuw kregen ze een publiekrechtelijk karakter. Het verschil tussen polders en wateringen is eerder subtiel en verwijst naar hun ontstaansgeschiedenis: polders zijn de destijds ingedijkte gebieden die dus teruggewonnen werden op het water, wateringen werden over het hele land opgericht vooral met het oog op het creëren van een gunstige waterhuishouding voor landbouw en volksgezondheid. Hun taken komen echter op hetzelfde neer: het beheer en onderhoud van waterlopen, dijken, pompen, irrigatiesystemen, … Door het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 2003, kregen de polders en wateringen bovendien ook rol in natuurbeheer, vermijden van overstromingen, … Doordat de geschiedenis van de polders en wateringen zo ver teruggaat, worden ze ook vermeld in de Belgische grondwet. Art. 173 van de grondwet kent hen zelfs de bevoegdheid toe om belastingen te heffen voor de financiering van hun werking. Deze belasting wordt meestal zo uitgewerkt dat een bepaald bedrag betaald moet worden per hectare grond dat men bezit in het werkingsgebied van de polder of watering. In tijden van grootgrondbezitters was dit inderdaad een werkbaar systeem, in de huidige context betekent dit echter dat een veelvoud aan eigenaars een minimumbelasting betaalt van gemiddeld 5 euro. Meestal dekt dit niet eens de administratieve kost van het innen van de belasting. Vlaams volksvertegenwoordiger Marnic De Meulemeester: “Deze belasting wordt door de burger terecht ervaren als een pestbelasting”. De alternatieven zijn echter beperkt. De werking van polders en wateringen financieren uit algemene middelen (via gemeenten, provincie of gewest) is een dure en complexe operatie. Sommige polders en wateringen halen bijvoorbeeld ook inkomsten uit jacht- en visverpachtingen, verkoop van overtollig water aan watermaatschappijen, … Uit het Nederlandse voorbeeld blijkt het samenvoegen van alle 106 polders en wateringen tot één intercommunale blijkt evenmin alleenzaligmakend. Een rationalisering dringt zich wel op: van de 106 geregistreerde polders en wateringen blijken er 31 geen enkele activiteit meer te vertonen, de opheffing is hier dus aangewezen. Voor de overblijvende kunnen fusies tot een efficiënter beheer en beter onderhoud van de waterhuishouding leiden. De deelbekkengrenzen blijken hierbij werkbare schalen te zijn. Concreet werd de fusie van 5 West-Vlaamse polders tot de Middenkustpolder intussen goedgekeurd door de Vlaamse Regering. In Antwerpen loopt een openbaar onderzoek voor het opheffen van de polders van Niel, Wullebeek en Schelle, en de fusie van de polders van Bornem, Hingene, Weert en de Oude en Nieuwe Scheldeschorren. Ook in Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant tenslotte, worden fusiebesluiten voorbereid. Vlaams volksvertegenwoordiger Marnic De Meulemeester vestigde twee jaar geleden al voor het eerst de aandacht op deze problematiek. Hij steunt deze operatie dan ook volledig en is blij dat er eindelijk iets ondernomen wordt in dit dossier. De bedoeling blijft echter dat de rationalisatie en de efficiëntere kostenstructuur ook leidt tot afschaffing van de “pestbelasting”. Dan pas kan men spreken van een echte administratieve vereenvoudiging voor de polders en wateringen. Marnic De Meulemeester, Vlaams volksvertegenwoordiger en burgemeester van Oudenaarde Bron: politics.be |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 18:01. |
Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be