Rob Roy |
19 mei 2008 13:20 |
Luckas Vander Taelen zoekt de oorzaken van de eentaligheid van de Franstaligen
Op dit forum zitten nogal wat fans van Luckas Vander Taelen (en eerlijk gezegd behoor ik daar ook wel een beetje toe). Speciaal voor deze toegewijde bewonderaars, waarvan Azert en mijn liefste Laby toch de grootste zijn, deze opinietekst van hun groot voorbeeld, op 29 april 2008 verschenen in De Morgen.
Citaat:
'La mort aux trousses' van Alfred Hitchcock
Luckas Vander Taelen zoekt de oorzaken van de eentaligheid van de Franstaligen
Vorige week meldde uitzendbureau Adecco dat het helaas niet veel kan aanvangen met de meeste Franstaligen die ingaan op vacatures bij Vlaamse bedrijven. Daarvoor is de talenkennis van de sollicitanten te "abominabel". Denk nu vooral niet dat ze bij Adecco extreem hoge eisen stellen. Van kandidaten wordt wel verwacht dat hun kennis van het Nederlands hen in staat stelt om bijvoorbeeld de veiligheidsvoorschriften op machines te lezen. Maar zelfs dat bescheiden niveau halen de meeste Franstalige werkzoekenden dus niet.
Superieur
Het totale gebrek aan enige elementaire kennis van andere talen is een oud zeer in de Franse Gemeenschap. In Brussel krijgen de meeste Franstalige jongeren tien jaar lang Nederlands onderwezen. Bij het verlaten van de humaniora zijn ze niet in staat ook maar een elementaire conversatie te voeren. Met hun kennis van het Engels is het al even erg gesteld. Daarvan is Olivier Chastel, de nieuwe staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, een pijnlijke illustratie. Hij heeft wel de ambitie om België internationaal te vertegenwoordigen, maar hij spreekt geen vermaledijd woord Engels.
Sinds jaar en dag hoor ik de Franstaligen klagen over de kwaliteit van het taalonderwijs in hun scholen. Dat is zeker verre van ideaal, maar het echte probleem ligt elders. Tot niet zo heel lang geleden maakten weinig Franstaligen zich immers echt zorgen over hun eentaligheid. In hun ogen en oren was het Frans immers een wereldtaal. Binnen de Franse cultuur wordt dit beeld tot vandaag in stand gehouden. Luister maar eens naar het weinige Engels dat de Franse president Sarkozy machtig is. Het is in ieder geval al een vooruitgang vergeleken met François Mitterrand, die principieel geen woord Engels over zijn lippen liet komen. Nu is dat monolinguïsme geen typisch Frans gebrek; het is eigen aan alle grote culturen om de eigen taal als superieur te beschouwen. Wie tot een kleinere cultuur behoort, weet meestal wel dat hij het niet ver zal schoppen met zijn eigen taal. Talen leren is daar dan ook vanzelfsprekend.
Als de Franstaligen echt iets willen veranderen aan hun talenkennis, dan zullen ze eerst een belangrijke psychologische stap moeten zetten: erkennen dat het Frans een taal als een andere is, die niet meer of minder waard is. Voor veel Franstaligen is dit absoluut geen evidentie. Nog niet zo heel lang geleden sprak ik met een vooraanstaand Frans Europarlementair die me wou overtuigen dat het Frans de enige Europese taal is die zich leent tot hoogstaande filosofische overpeinzingen. Vele Fransen blijven ervan overtuigd dat hun taal drager is van waarden, alsof de ideeën van de Franse Revolutie voor altijd in die taal verankerd zouden zijn. Onlangs las ik een interview met een mediadeskundige van Ecolo die het belang van de Franse satellietzender TV5 verdedigde om de wereld "een Franstalige kijk op de feiten" te geven.
Het geloof in een internationale 'Francophonie' is een ander voorbeeld van dit haast romantische geloof dat een taal meer is dan een vehikel om gedachten over te brengen. De huidige communautaire spanningen in ons land hebben alles te maken met het verschillend aanvoelen van wat een taal is en waarvoor ze dient. De drie FDF-burgemeesters die in de Vlaamse rand op hun benoeming wachten zijn daar een goed voorbeeld van. Voor geen van hen is het denkbaar aan een andere taal dan het Frans voorrang te geven, ook al wonen ze in Vlaanderen. Frans spreken, altijd en overal, zien zij als een mensenrecht.
De absolute liefde voor hun taal is een blinde bekrompenheid geworden, die hen niet in staat stelt de meerwaarde te begrijpen om jezelf in een andere taal uit te drukken. Net zo moeilijk hebben veel Brusselse politici het met de internationalisering van de hoofdstad. Toegeven dat er minder Frans wordt gesproken in Brussel zien zij als een onaanvaardbare politieke nederlaag. Terwijl de wereld rondom hen steeds meertaliger wordt, groeien Franstalige jongeren op in een artificiële eentalige wereld. Le monde en version française. In Wallonië lopen alle films in gedubde versie. Filmtitels worden systematisch vertaald, zodat je in een gesprek met Franse cinefielen nooit weet over welke film ze het hebben. Of wist u dat North by Northwest van Hitchcock bij onze zuiderburen La mort aux trousses heet?
Franse illusie
Ik leerde als kleine jongen Engels met Fred Flintstone en The Man from U.N.C.L.E. maar dat educatieve plezier is jonge Franstaligen niet gegund : op geen enkele Franstalige zender is er één serie of film te zien in version originale, zelfs niet bij cultuurzender Arte. Anderstalige interventies in het tv-journaal worden met een commentaarstem oversproken.
Radiopresentatoren slagen er niet in één Engelstalige songtitel correct uit te spreken. Tot voor de komst van de dvd was het in Brussel nagenoeg onmogelijk om films in de oorspronkelijke versie te huren. En hoe onwaarschijnlijk het ook moge lijken voor Vlamingen: als je naar MTV wil kijken in de hoofdstad, krijg je de Franse gedubde versie. Zo groeien Brusselse jongeren op met een vertekend wereldbeeld en de illusie dat iedereen overal Frans verstaat. Groot is de ontnuchtering als ze dan op hun achttiende ontdekken dat ze geen werk vinden omdat ze enkel Frans spreken.
Ondertitels
Onlangs werd Fadila Laanan, Franstalig minister van Cultuur, geïnterpelleerd over het systematische dubben bij de RTBF. Haar antwoord luidde dat je de mensen die niet graag ondertitels lezen toch niet kan uitsluiten. Volgens haar ligt het probleem elders. Waar dan wel wist ze niet te vertellen, enig initiatief kwam niet in zicht.
Toch zullen zelfs de meest bekrompen Franstalige politici moeten inzien dat hun linguïstisch nombrilisme niet meer van deze tijd is. Want als jonge werkzoekenden niet in staat zijn om zelfs maar een anderstalige gebruiksaanwijzing te begrijpen, zit er toch iets behoorlijk fout. De eerbare verdediging van de Culture française kan toch geen excuus zijn om de eigen bevolking tot de marginaliteit te veroordelen?
|
|