Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Goe weere
(Bericht 3667995)
Kerk negeert hersendood als levenseinde
Voor de zoveelste keer komt de katholieke kerk van aartsconservatief Ratzinger met beide voeten vooruit en met volle studs tussen in de kwesties van leven en dood. In de Osservatorio Romano verzet de hoofdredacteur zich tegen het beschouwen van hersendood (morto cerebrale) als het einde van een menselijk leven. Dit bericht heeft in de hele wetenschappelijke en vooral in de medische wereld vandaag consternatie en ongeloof met zich meegebracht.
Over dit concept bestaat in de wetenschappelijke wereld sinds geruime tijd de grootst mogelijke consensus. De moderne wetenschap heeft de afgelopen jaren onze opvattingen over leven en dood, en met name over de overgang of grens tussen beide, grondig beïnvloed. De hersendood is met 100% zekerheid vast te stellen en is irreversibel, en mag dus niet met coma worden verward. Zonder hersenen kan het lichaam in principe niet leven, zelfs niet in vegetale zin. Alleen via dure apparatuur kan dit vegeteren – op tegennatuurlijke wijze dus – worden gecontinueerd.
Deze nieuwe aanval van de kerk op de wetenschappelijke wereld en op de burgerlijke moraal die zich door wetenschappelijke inzichten laat leiden, is een zoveelste stap terug naar het zogenaamde obscurantisme, een terugkeer naar de ‘dark ages’ van vóór het Verlichtingsdenken. Het is in elk opzicht een anti-moderne en fundamentalistische houding.
Een obscurantistische stap met zware ethische consequenties. Het is natuurlijke duidelijk welke strategie hierachter zit. Men wil door het dicteren van een kunstmatige en betwistbare doctrine over het levenseinde beletten dat bij hersendode mensen (die dus volgens de medische wetenschap met recht en reden dood kunnen worden verklaard) de apparatuur kan worden stilgelegd. Onnodig te zeggen dat dit voor de omgeving van betrokkenen groot lijden met zich mee kan brengen, aangezien het hen belet om waardig van hun dierbare afscheid te nemen en een normaal rouwproces door te maken. Met behulp van dure technologie kan het hersendode lichaam immers nog jaren in stand gehouden worden, ook al is er geen schijn van een kans op nog een menselijk leven dat die naam waard is.
Een tweede en wellicht nog ernstiger immoreel gevolg zou zijn dat hersendoden niet meer in aanmerking komen voor orgaantransplantatie. Als immers door toedoen van de kerkelijke doctrine hersendoden als vormen van volwaardig menselijk leven moeten worden beschouwd (vergelijk met de juridische status van het embryo) dan kan men hieraan niet ongevraagd organen onttrekken. Het hoeft geen betoog dat juist door orgaantransplantatie van zulke lichamen honderden zieke mensen nieuwe levenskansen hebben gekregen.
De kerk bewijst hiermee nog eens dat het absolutisme van haar leer het enige is wat haar interesseert, ook als dat ten koste gaat van nutteloos lijden en leed en aan zieke mensen een nieuw levensperspectief ontzegt.
Kortom: de zon moet weer rond de aarde draaien! Giordano Bruno is nog maar eens op de brandstapel gebracht.
|
Ik vind dit helemaal geen simpele zaak, en tot op zekere hoogte kan ik de kerk volgen in deze zaak, alhoewel ik de redeneringen en de motivaties van de kerk niet ken op dit moment. ‘Hersendood’ is inderdaad niet hetzelfde als ‘dood’, en kan alzo ook niet het ‘einde van het leven’ genoemd worden.
Ook al kunnen we het niet observeren, dat betekent nog niet dat er geen bewustzijn meer bestaat, want we kunnen de fysieke plaats van bewustzijn niet vaststellen. Bewustzijn hoeft niet overeen te komen met ‘hersenactiviteit’ namelijk, tenzij we het op die wijze zouden definiëren, maar dan blijft nog steeds de vraag naar de ‘ziel’ van een mens. Men zou kunnen verdedigen de idee dat het concept ‘ziel’ en het concept’ ‘bewustzijn’ samenvallen, of dat het bestaan van een ‘ziel’ afhankelijk is van een ‘bewustzijn’, maar eigenlijk kunnen we hierover slechts speculeren. We kunnen niet met zekerheid bevestigen dat iemand die de medische conditie ‘hersendood’ heeft namelijk geen ziel (meer) heeft, en dat is wat we doen indien we ‘hersendood’ willen gelijkstellen met ‘dood’.
Ik bekritiseer ook de gedachte dat leven noodzakelijkerwijze verbonden is met datgene wat zich in de hersenen afspeelt. Het menselijke lichaam is een geheel, en als een geheel bepalend voor de conditie van het individu die we ‘leven’ noemen. We kunnen niet één deel van het lichaam isoleren en bepalen dat slechts dat deel bepaald of een mens leeft, net zoals we nooit een ‘plaats’ voor de ziel kunnen aanduiden.
Daarnaast stelt er zich een probleem met de ‘waarde’, de ‘kwaliteit’ van het ‘hersendode’ menselijk leven. Eigenlijk kunnen we hierover niet oordelen, slechts veronderstellen, maar niet zeker weten. Zelfs al gaan we ervan uit dat er geen zintuiglijke waarnemingen meer zijn, en geen communicatie meer mogelijk is met de hersendode, dan nog kunnen we niet met zekerheid vaststellen of het leven voor de betrokkene en voor zijn omgeving ‘zinloos’ genoemd kan worden. We zouden er wel van kunnen uitgaan dat de ‘hersendode’ geen ‘volwaardig’ leven meer kan leiden.
Maar, ook al kunnen we niet oordelen over de levenskwaliteit van de ‘hersendode’ mens, betekent het feit dat een ‘hersendode’ geen ‘volwaardig’ leven meer kan leiden dan dat we dit leven kost wat kost ‘in stand’ moeten proberen te houden? Dat is een hele andere discussie, waar niet alleen het leven van de betrokkene in meespeelt, maar eveneens zijn/haar omgeving, en waar het antwoord niet ‘automatisch’ ‘ja’ hoeft te zijn. Is het ‘niet handelen’ van de omgeving om het hersendode leven in stand te houden hetzelfde als dit leven ‘beëindigen’? Ook al komt het daarop neer in de praktijk, betekent dit niet dat het noodzakelijkerwijze onethisch is het hersendode leven niet te willen in stand houden. Als leven slechts kan leven bij gratie van zijn/haar omgeving, dan is dat leven ook onderhevig aan de belangen van die omgeving, in de eerste plaats het belang van de omgeving om zelf te leven. Indien we dit ‘recht’ van de omgeving niet erkennen dreigen we in een ‘cultuur van de dood’ te vervallen.