Het is zo groot als een sneeuwvlokje, en het bepaalt onze seksuele voorkeur. "De hersenen van een homo- en een heteroman zien er niet hetzelfde uit. Een stukje van de hypothalamus, ons oudste en primitiefste hersencentrum, is kleiner bij homo's dan bij hetero's. Dat bewijst dat homoseksualiteit aangeboren is", zegt de biotechnoloog Sven Bocklandt, die meewerkt aan Amerikaans onderzoek naar de biologische basis van homoseksualiteit. De nieuwste bevindingen staan in het jongste nummer van Endocrinology, lezen we in De Morgen.
Is homoseksualiteit een fantasie van een zieke geest, of een aangeboren eigenschap in een gezond lichaam? Er woedden hevige discussies over het onderzoek naar de biologische basis van homoseksualiteit, maar de onderzoekers zelf zijn er zeker van: het gaat om een aangeboren voorkeur. "Homoseksualiteit is zo oud als man en vrouw", stelt Bocklandt, een Vlaamse biotechnoloog die aan de Amerikaanse topinstelling National Institutes of Health werkt. "Het aangeboren verschil tussen homo's en hetero's werd voor het eerst ontdekt toen hersenen van dode homo's onderzocht werden. Er was één uitgesproken verschil: niha 3, een hersencentrum dat in de hypothalamus ligt, was de helft kleiner bij homomannen. Bij homo's was het even groot als bij vrouwen, die ook een kleinere niha3 hebben."
Diep in onze hersenen liggen vlak naast elkaar vier centra die seksuele opwinding, respons en voorkeur bepalen: niha1, 2, 3 en 4. "Hoe ze precies werken weten we niet, maar niha 3 was het enige centrum dat in grootte verschilde tussen mannen en vrouwen, en tussen homomannen en heteromannen. Of er een verschil is tussen lesbiennes en heterovrouwen hebben we nog niet kunnen onderzoeken. Bij autopsie van lijken staat wel op de medische fiche of iemand homo is, maar lesbienne staat er bijna nooit op. De hypothese is dat niha 3 bij hen groter is dan bij andere vrouwen. Voorlopig concentreren we ons op onderzoek naar homoseksualiteit bij mannen."
Dat ook in de dierenwereld homoseksuele mannetjes een kleiner sneeuwvlokje in de hersenen hebben, versterkt de overtuiging dat homoseksualiteit aangeboren is. "Bij rammen is dat heel duidelijk: 8 procent van alle mannelijke schapen is homoseksueel, en zij hebben allen een kleinere niha 3. Homoseksualiteit uit zich bij dieren eveneens door een verschil in de hersenen. Bij ratten, fretten, cavia's, makaakapen werd evenzeer een verschil in grootte teruggevonden."
"Homoseksualiteit moet zowel natuurlijk als aangeboren zijn. Mijn stelling is dat het zo oud is als man en vrouw. Er zijn enorm veel verschillen tussen man en vrouw, en het aanschakelen van de juiste genen zorgt ervoor dat we alle kenmerken van een meisje of jongen krijgen. Een van die genen moet ook de juiste seksuele voorkeur aanschakelen, maar regelmatig wordt er een foutje gemaakt. Een jongen krijgt dan de seksuele voorkeur die normaal bij vrouwen hoort. Hij ontwikkelt de niha 3 die typisch is voor vrouwen. Ik geloof niet dat er drie geslachten zijn: man, vrouw en holebi. Er zijn er twee, maar het mechanisme dat ons alle kenmerken van een man of vrouw moet geven, zit niet perfect in elkaar. Bij geen enkel zoogdier. Vandaar dat homoseksualiteit volgens mij zo oud is als de twee geslachten."
Het onderzoek bij dieren weerlegt ook de theorie dat homoseksualiteit een gevolg zou zijn van schaarste aan vrouwen. "Bij de rammen hebben we dat duidelijk getest: ze kregen loopse vrouwtjes voor zich en enkele andere mannetjes. Keer op keer negeerden ze de vrouwtjes en kozen ze voor de mannetjes. Wat ook opvalt, is dat alleen hun seksueel gedrag verschilt. Voor de rest gedragen ze zich als alle andere rammetjes. Homo's en lesbiennes planten zich door hun seksuele voorkeur normaal gezien niet voort. Ze zouden al lang uitgestorven zijn als er geen natuurlijk mechanisme bestond dat ervoor zorgde dat hun seksuele voorkeur anders was."
Mensen denken nogal vlug dat het alleen onze geslachtsdelen zijn die het verschil tussen man en vrouw maken. "Uit nieuw genetisch onderzoek blijkt dat voor de geslachtsdelen van een embryo gevormd worden, er al honderden verschillende genen aan- en uitgeschakeld zijn bij jongens en meisjes. Seksuele voorkeur wordt waarschijnlijk op een ander moment van de ontwikkeling bepaald dan de geslachtskenmerken. Vermoedelijk nog voor de geslachtskenmerken zelf bepaald worden. Misschien worden er soms ook fouten gemaakt tegen de geslachtskenmerken: iemand die verder alle kenmerken van een meisje bezit, krijgt dan door een fout de geslachtsdelen van een jongen. Mogelijk is dat een verklaring voor transseksualiteit: zo worden mensen misschien geboren in het verkeerde lichaam."
Bron:
www.hetrozehuis.be