Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Bobke
(Bericht 3964068)
Ge beseft dus dat spaarders onrechtstreeks ook aandeelhouders zijn.
Als het systeem echt instort zijn ze ook de dupe.
Zolang de overheid niet op de beurs ingrijpt zie ik geen probleem.
|
:roll: Het is niet de kleine man met z'n spaarboekje die het probleem is, wel het grootkapitaal en de aandeelhouders van de banken omdat die steeds weer hebben gepleit voor liberalisering en voor het huidige systeem met alle gevolgen van dien. De kleine spaarder is vooral begaan met het veilig stellen van z'n spaargeld, niet met het gokken op steeds grotere winsten op de financiële markten. Maar als het systeem instort is finaal uiteraard iedereen de dupe. Juist daarom dat er verregaande maatregelen genomen moeten worden, waaronder nationalisatie van alle banken, zeker tot dat een volledig nieuw financieel systeem is uitgewerkt waarin gebroken wordt met de renteslavernij + een openbaar statuut is in elk geval een waarborg tegen wild speculerende bankiers en tegen riskante operaties met onze spaargelden en pensioenen. Een openbaar statuut maakt stringente regels mogelijk. Geen mandaten in private raden van beheer voor de bestuurders. Geen cumul. Afgebakende bezoldiging voor de bankleiding, zonder gouden parachutes. Een controlecomité met vertegenwoordigers van corporaties, sociale organisaties en klanten, en met vetorecht in strategische beslissingen. Oprichting van een Corporatie voor het bankwezen ter vervanging van de Commissie voor Bank- en Financiewezen (CBFW) die de financiële stromen tussen de banken en spaarkassen in kaart brengt en die maatregelen neemt om speculatie bij de spaarkassen onmogelijk te maken. Oprichting van een Vlaamse openbare Volksbank met goedkopere dienstverlening. Een openbare Vlaamse volksbank is ook een waarborg om de opbrengsten ervan terug in de gemeenschap te investeren: in sociale woningbouw, energiebesparing, de zorgsector, duurzame economie. Bovendien moet deze Vlaamse Volksbank opnieuw de bevoorrechte schuldeiser van de staat en de gemeenten worden. Vandaag eisen privébanken hoge interesten op de overheidsschulden. Het is natuurlijk gemakkelijker die schuld te heronderhandelen met een overheidsbank.
Wie geen baas is over zijn geld, heeft geen echte onafhankelijkheid! Geld wordt nu gecreëerd door het uitgeven van leningen waarop rente moet betaald worden. Banken lenen véél meer geld uit dan ze in kas hebben. Het kleine, wettelijk bepaalde percentage wordt daarom een fractionele reserve genoemd. Zo ontstaat een leningencarrousel. Alle banken samen geven steeds meer leningen uit zodat ze ook steeds meer rente kunnen innen. Dit doet de hoeveelheid geld in omloop explosief toenemen. De banken mogen niet als gewone ondernemingen beschouwd worden. Ze hebben zichzelf tot eigenaars van al het geld verklaard en verhuren dit in feite aan ons. De huurprijs (rent in Engels) is de rente.
Omdat er steeds meer geld in omloop komt, moet er ook permanente economische groei in productie van goederen diensten zijn, want anders ontstaat inflatie (meer mensen hebben meer geld ter beschikking bij gelijkblijvende hoeveelheid goederen en diensten) en dus prijsstijgingen. Gevolgen zijn ondermeer de eisen tot meer koopkracht en verhoging van werkdruk. Ondertussen leidt concurrentie tussen de private banken ertoe dat er steeds meer leningen (dus geld) in omloop komen. Onderpand die gevraagd wordt bij het afsluiten van leningen leidt tot een toename van de dualiteit (kloof tussen rijk en arm) in de maatschappij. De schrikwekkende stijging in het aantal aanvragen om collectieve schuldbemiddeling bij de OCMW’s liegt er niet om, en alweer is het de overheid die via het OCMW het gelag mag betalen. Omdat de private banken en niet de overheid beslist over leningen, kunnen de traditionele politici hoogstens de sociale breuken maskeren, maar ze niet voorkomen of herstellen.
Prijsstijgingen betekenen dat ons geld minder waard wordt, prijsinflatie dus, en deze schommelt doorheen de tijd. De klassieke economische theorieën – die meestal van liberale signatuur zijn - leggen voornamelijk de prijsschommelingen tussen de producten en diensten uit, maar leggen niet uit waarom inflatie in wezen permanent is. Om de gevolgen van prijsinflatie te maskeren hebben de systeempolitici de zogenaamde “Index”, een korf met een aantal consumptiegoederen waarbij prijsstijgingen ervan leiden tot een aanpassing van de lonen. In feite is ook dit niets anders dan maskerade van het probleem door de traditionele politici.
Door het toenemende aantal uitstaande leningen ontstaat er monetaire inflatie en dit doet de prijzen over langere termijn permanent stijgen. Inflatie is dus in feite een onderdeel van het heersende banksysteem. De Centrale Banken spelen daarbij rol van regulator die het verstrekken van leningen wat losser of strakker kan maken, ondermeer via het verhogen of verlagen van de rentevoet. Inflatie is evenwel niet enkel een noodzaak voor het voortbestaan van het banksysteem, maar ook een middel om invloed uit te oefenen op de gebruikers van geld, wij allen dus. De inflatiepolitiek van de Centrale Banken schuift in feite gewoon een deel van de rentelast bij de leners door naar de gebruikers. Inflatie is een rente die de gebruikers van geld moeten betalen. Via het manipuleren van inflatie, rentevoet,… kunnen de banken de gewone man aanzetten tot meer sparen of meer consumeren, speculeren, investeren, en altijd maar harder laten werken.
Niet enkel de binnenlandse sociaal-economische politiek hangt hier dus stevig aan vast. Ook de vaak aangehaalde schuldenproblematiek van het “arme Zuiden”! Zo verstrekken de Wereldbank en het IMF al decennia lang steeds meer goedkope leningen in dollars aan deze landen, zodat ze de schuld nooit meer kunnen aflossen. Deze landen raken eeuwig vast aan leningen en groeiende schuldenlasten. Totnogtoe was de politiek van het banksysteem er steeds op gericht om samen te gaan met een groeiende economie. Maar ondermeer voor Europa zit die groei zowat tegen haar limieten (uitgeputte grondstofvoorraden bij ons, verouderende en krimpende bevolking,…). Vandaar de pleidooien voor ondermeer invoer van vreemde arbeidskrachten, verhoging van de werkdruk en flexibiliteit,… Economische groei is net als het principe van rente zelf een heilig huisje waar niet aan geraakt wordt. Zelfs de linkse “andersglobalisten” en kapitalisme-critici weigeren te spreken over afschaffing van de renteslavernij. Ze zijn dan ook gedoemd in de coulissen en zijlijnen te blijven staan…