Oorspronkelijk geplaatst door De Tijd
Slinkend loonaandeel ondermijnt beheerste loonontwikkeling
Vakbonden Bonussen kunnen loonaandeel nog verder doen wegzakken
Page PDF Pagina
-- Het Belgische loonaandeel is gedaald tot minder dan de helft van het bruto binnenlands product. 'Ach, dat cijfer is puur symbolisch', zei Rudy Thomaes van het VBO. Dat is wat kort door de bocht. Veel hangt af van de criteria die je in het loonaandeel stopt. Maar belangrijker is de trend: permanente afkalving, al 25 jaar, van het aandeel van de werknemer in de welvaart, ook in veel andere westerse landen. Het zat erin dat het loonaandeel door die vloer van 50 procent zou zakken. Al verrast het dat het nu gebeurt, na de opmerkelijke stijging van de werkgelegenheid de afgelopen tijd.
De Tijd ging al uitgebreid in op de oorzaken, waarvan de belangrijkste de globalisering is. Werknemers worden afgedreigd met delokalisatie. Ze trachten hun werkgelegenheid te redden door matiging van de looneisen. Of erger, ze krijgen het mes op de keel gezet voor vergaande 'concession bargaining'. Bovenop boren de bedrijven nieuwe markten aan. Zodat je steeds sterker een spagaat krijgt van matiging of inlevering enerzijds en superwinsten voor de bedrijven anderzijds.
Dat is onhoudbaar. Karel De Gucht zei het, Alan Greenspan schrijft het in zijn boek. Zelfs de Europese ministers van Economie en Financiën, onder leiding van Jean-Claude Juncker, hebben het erkend. Ze willen er zelfs conclusies aan verbinden. Blijkbaar hebben ze - kennelijk meer dan het VBO - ook door dat dit het draagvlak voor een beheerste loonontwikkeling ondermijnt. Temeer omdat die matiging in veel landen, ook in België, samengaat met uitwassen inzake de remuneratie van topkaders.
Bijzonder ergerlijk is hoe men de werknemers telkens voorhoudt dat de koek eerst moet worden gebakken, vooraleer hij kan worden verdeeld. Maar de spie waarop zij recht hebben verkleint almaar.
Wat moet er gebeuren?
Nu, met ergernis koop je niet veel. Wat moet er gebeuren?
Eén: een krachtig werkgelegenheidsbeleid, door een verstandiger sociaal-economisch beleid. Vandaag hebben we vooral een defensief verhaal, gericht op lage lonen en lasten. Terwijl we toe zijn aan een offensiever strategie, via innovatie, vorming en vernieuwing van ons economisch weefsel. Met meer aandacht voor het werkgelegenheidseffect.
Twee: enige redelijkheid van werkgevers als het gaat om de loonontwikkeling. Alle vakbonden hebben de loonnorm van 5 procent voor 2007 en 2008 onderschreven. Ik herinner er wel aan dat het een indicatieve loonnorm is: hij moet met de nodige soepelheid kunnen worden toegepast, naar beneden (zoals de textielsector moest doen) of naar boven (indien er ruimte is). Bovendien is er geen enkele reden om sterker te matigen. In de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven kwamen we eind 2006 met de werkgevers overeen dat de loonhandicap - abstractie gemaakt van alle fiscale douceurtjes - nog 1,5 procent bedroeg. Met de fiscale correcties en met de nieuwe maatregelen van het interprofessioneel akkoord 2007-2008, is die vrijwel weggewerkt, tenzij de loonafspraken in de buurlanden beneden de verwachtingen zouden blijven. De inkt van het akkoord was echter nog niet droog, of het VBO zwaaide met een loonhandicap van 6 procent, Voka achterna. Sommigen schudden zelfs 8 of 10 procent uit hun mouw. Laten we ernstig blijven.
Drie: een bijsturing in het Europees monetair beleid, dat te eenzijdig is gefocust op inflatiebeheersing en van daaruit op loonmatiging. Nu, de herziening van de Europese richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid komt eraan, met vanuit de Europese Commissie vooral interesse om er de 'flexicurity' in te vervlechten. Belangrijker lijkt nochtans dat enige pressie wordt uitgeoefend op de lidstaten voor een gezondere loonontwikkeling. Dat zou België minder onder druk zetten.
Wat me bij een vierde punt brengt: de volatiele loopbanen, met regelmatige periodes van werkloosheid. Dat zet natuurlijk ook het loonaandeel onder druk. Werknemers worden in nieuwe, steeds goedkopere contracten gedwongen. De Europese Commissie is er (weerom) in geslaagd, wat een positief streven kon zijn - meer zekerheid brengen in de flexibele contracten - te laten verloederen tot iets bedreigends: meer onzekerheid in de vaste contracten. Laat ons terugkeren naar die initiële, zeg maar Nederlandse optie: hoe zorgen we ervoor dat werknemers in flexibele contracten een betere bescherming genieten?
Last but not least: de internationale actie om orde op zaken te krijgen in de lagelonenlanden. Dat is een werk van lange adem. Maar we doen daar stappen vooruit. Zoals met de eenmaking van het internationale syndicalisme, via het Internationaal Vakverbond. Of zoals ACV-metaal deed met een uniek internationaal kaderakkoord voor Umicore.
Maar er is ook een andere vraag. Hoe gaat dat kleinere aantal jonge mensen instaan voor dat grotere aantal oude mensen? Als we zien dat het loonaandeel zo ingekrompen is, en als we met de globalisering ook niet zo naïef zijn te geloven dat dit op een hik en een knik is rechtgetrokken, dan kan het toch niet zijn dat vooral de arbeid het hele staatshuishouden blijft torsen. Dan is het toch de evidentie zelf dat de andere, inmiddels grotere helft van het nationale inkomen, meer voor zijn verantwoordelijkheid wordt geplaatst. En dan in het bijzonder de inkomens uit vermogen. Het is ongehoord dat zelfs de schuchtere voorstellen van de Hoge Raad voor Financiën geen eerlijk debat kregen.
Bonussen
De werkgevers hadden deze week al onmiddellijk een afweermechanisme klaar: de werknemers mogen gerust delen in de resultaten van de ondernemingen, zodra die goed boeren. Wat verwijst naar de afspraken die we met de werkgevers hebben gemaakt over de resultaatgebonden voordelen. Het ACV stemde daar om pragmatische redenen, maar zonder enthousiasme, mee in. Wil je gaan naar een structurele heropleving van het loonaandeel in het bbp, dan zullen ook structurele verbeteringen nodig zijn. Het wordt zelfs opletten dat de nieuwe bonussen niet ten dele de gewone lonen gaan verdringen. Want dan zakt dat loonaandeel alleen maar verder weg.
Het vreemdst was deze week echter het voorstel in deze krant dat werknemers de schade altijd kunnen herstellen door ook te beleggen. Ga hun dat maar eens uitleggen. Een spaarboekje brengt nauwelijks nog op en de meesten hebben wel geleerd dat beleggen behoorlijk 'tricky' is. Zeker met de vertrouwenscrisis door het casinokapitalisme.
-- De auteur is voorzitter van het Algemeen Christelijk Vakverbond.
© 2007 Mediafin
Publicatie: De Tijd
Publicatiedatum: 6 oktober 2007
Auteur: FVH;
Pagina: 13
Aantal woorden: 892
|