Een groeiende communautaire scheeftrekking.
 

19.06.2009 • Het aandeel van inwoners van het Vlaams gewest in de uitgaven der overheidspensioenen is in de periode 2005-2007 gestegen van 56,97 tot 57,37 procent. Voor het Waals gewest (33,51 procent) en buitenlanders (1,03 procent) was er een stabilisering en voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een daling (van 8,48 tot 8,09 procent). Dat blijkt uit het antwoord van minister Marie Arena op een schriftelijke vraag van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang).

De totale uitgaven van de overheidspensioenen namen in de vermelde periode toe met bijna 1 miljard euro. In 2005 werd 7,8 miljard euro aan overheidspensioenen uitbetaald, in 2007 was dat 8,7 miljard euro. Het Vlaams gewest nam 584 miljoen euro van die stijging voor zijn rekening of 60,2 procent. In deze cijfers zijn niet opgenomen de pensioenen van de NMBS en gemeenten en provincies met een eigen pensioenregime die niet beheerd worden door de Pensioendienst voor de verheidssector (PDOS).

In het licht van de respectievelijke aandelen in de personenbelasting lijkt me dit eerder een zeer lichte correctie...

Kan je wat uitleg geven bij je keuze van titel? Aangezien 57,37% lager is dan het aandeel van Vlaanderen in de Belgische bevolking, of in de federale inkomsten, welke scheeftrekking zie jij dan groeien?

Waarom trouwens die periode en de indeling per nauwelijks verschillende regio? Nadien is het aantal Vlaamse werklozen namelijk fors gestegen terwijl Wallonië een daling kende, wat van ons grotere profiteurs maakt . De grote verschillen situeren zich echter op gemeentelijk vlak (apartheid en gettovorming). Bijvoorbeeld:
Sint-Joost te Node: 6800,- euro per aangifte
Sint-Martens-Latem doet beter met gemiddeld 19.223 euro.