Spa : Vlaamse gemeenschap in existentiële crisis
 

FRACTIEVOORZITTER FOUAD AHIDAR (SP.A) NEEMT VERTWIJFELD PROJECT ZONDER AMBITIEVAN VGC-COLLEGE ONDER VUURVandaag was het de beurt aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie om de beleidsverklaringvan het College te bespreken. Een college dat niet voltallig was wegens de afwezigheid van hetcollegelid Grouwels. Het Regeerakkoord van de VGC was getiteld “ Ideeën tot levenbrengen”. Met deze schrale beleidsverklaring wordt elk idee voorlopig de kop ingedrukt. DeVGC is in crisis, geen economische maar een existentiële.

Bij het begin van de zitting hekelde de sp.a-fractie de afwezigheid van collegelid Grouwels. Die
bevindt zich in Zuid-Korea in het kader van het Gelijke Kansenbeleid… een bevoegdheid van haar
collega De Lille. CD&V verdedigde haar collegelid met de stelling dat de verdediging van de
vrouw in de steden vanuit Seoel belangrijker was. Blijkbaar moet collega De Lille inzake Gelijke
Kansenbeleid zwijgen als het over gender gaat.
Wat de beleidsverklaring zelf betreft is de teleurstelling bij sp.a groot. Het college roept zelf vooral
vragen op en weet niet welk beleid het moet voeren. Fouad Ahidar: “Een hele boel vage woorden
als “vernieuwing”, “plannen”, “uitdagingen”, “een vaste wil om met deze dynamische instelling
vooruit te kijken”. Concrete maatregelen zijn amper terug te vinden. Beslissingen van de vorige
legislatuur worden opnieuw genomen, zoals de hervorming van de Gmeenschapscentra en de
oprichting van de nieuwe bibliotheek (Muntpunt). En dan die existentiële vragen die het college
zichzelf stelt:
• “Welke weg wil de VGC bewandelen in verband met sportinfrastructuur?”
• “Hoe ziet de VGC de verdere ontwikkeling van het Cultuurcentrum Brussel?”
Blijkbaar weet men niet welk beleid men wil voeren en dit na ruim drie maanden vakantie. Het
middenveld heeft wél antwoorden (cfr. de 34 concrete voorstellen van het Brussels
Kunstenoverleg) maar daar is in het voorgestelde beleid niets van terug te vinden.”
De VGC is op zoek naar haar plaats in Brussel, maar vindt die niet. Blijkbaar wil de VGC graag
samenwerken met de 19 Brusselse gemeenten maar vergeet het de belangrijkste actor namelijk de
Vlaamse Minister van Onderwijs. Blijkbaar zijn politieke spelletjes belangrijker voor dit college
dan resultaten.
De aandacht gaat vaak uit naar andermans bevoegdheden. In het kader van welzijn verwijst het
College naar wat de Vlaamse Gemeenschap doet. Wat met de eigen bevoegdheden? Waarom
aanvaardt deze VGC dat het gewest extra crèches subsidieert terwijl ze zelf geen bijkomende
opvangplaatsen kan creëren?
Fouad Ahidar: “Een vraag waar we vandaag geen antwoord op zullen krijgen. Wat het college
vandaag voorstelt is een vertwijfeld project zonder ambitie.”
Nog niet zo lang geleden heeft het College hier het nieuw regeerakkoord
gepresenteerd onder de titel “Ideeën tot leven brengen”. Als er al enige
ambitie terug te vinden was in dat document, dan is die vandaag zeker
definitief de kop ingedrukt.
Wat hier voorligt is een schrale beleidsverklaring met nauwelijks nieuwe
ideeën. Wie denkt dat er wel concrete maatregelen in zullen staan, komt
even bedrogen uit. Voor mij is het duidelijk: de VGC is in crisis, niet in
een economische, maar in een existentiële crisis. Waarom zeg ik dat:
1. Het voorgestelde beleid roept zelf vooral vragen op
2. De VGC is op zoek naar haar plaats in Brussel, maar vindt die niet
3. De aandacht gaat vaak uit naar andermans bevoegdheden
1. Meer vragen dan antwoorden
Mijnheer de Collegevoorzitter,
U stelt een beleid voor van een volledig jaar in acht bladzijden.
Fantastisch, ik ben een grote fan van korte en krachtige teksten. Alleen…
u stelt nauwelijks iets voor. Een hele boel vage woorden als
“vernieuwing”, “plannen”, “uitdagingen”, “een vaste wil om met deze
dynamische instelling vooruit te kijken”.
Willen is één ding, kunnen is iets anders. U slaagt er niet in te overtuigen
dat u ook maatregelen kunt nemen. Ik stel mij echt de vraag: wat gaat u
het komende jaar doen?
Ik geef een aantal voorbeelden.
Mijnheer De Lille,
In de paragraaf over Cultuur, Jeugd en Sport lees ik dat u resoluut kiest
voor de vernieuwing. Wat bedoelt u daar precies mee?
- U kondigt de hervorming van de Gemeenschapscentra en de
realisatie van het Muntpunt opnieuw aan, een beslissing van uw
voorganger.
- U wil een buurtgerichte werking van de WMKJ’s. Hopelijk bedoelt
u niet dat de WMKJ’s vandaag niet buurtgericht werken want dan
is het hoog tijd dat u eens een kijkje gaat nemen in de wijken waar
deze mensen elke dag het beste van zichzelf geven.
- U wil dat Brussel uitgroeit tot een bruisend laboratorium van
nieuwe ideeën. Ik wil dat ook, maar u bent lid van het College, u
moet maatregelen aankondigen.
Vervolgens stelt u aan zichzelf een aantal vragen. “Welke weg wil de VGC
bewandelen in verband met sportinfrastructuur? Hoe ziet de VGC de
verdere ontwikkeling van het Cultuurcentrum Brussel? Welke rol kan de
VGC spelen in het depotbeleid?” Welnu, dat vraag ik mij ook af. Alleen
vind ik geen antwoorden in uw beleidsverklaring. Ik zal de komende
weken deze vragen dan ook opnieuw indienen in dit halfrond als
mondelinge vraag, misschien krijg ik dan een antwoord.
Het middenveld biedt trouwens wél duidelijke antwoorden. U kan daar
een voorbeeld aan nemen. Het Brussels Kunstenoverleg legt samen met
Réseau des Arts maar liefst 34 concrete voorstellen op de tafel.
Geen enkel van deze voorstellen is terug te vinden in uw
beleidsverklaring.
Mijnheer De Lille, u mag nog 100 keer zeggen dat u de voorstellen van
het middenveld als basis neemt voor uw beleid. Dat u een cultuurpact zal
afsluiten met de Franse Gemeenschap. We geloven er niets van zolang we
geen resultaten zien. Wat u doet is werken aan uw eigen imago.
2. Vertwijfeling over de plaats van de VGC in Brussel
Mijnheer de Collegevoorzitter,
U spreekt over “Vlaams beleid” alsof de Vlaamse regering niet bestaat.
Inzake onderwijs en vorming werkt u graag samen met de 19 Brusselse
gemeenten maar u vergeet de Vlaamse Gemeenschap. Dat is een
voorbeeld voor de vertwijfeling van dit College.
Wij vinden ook dat met de COCOF en met het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest gesproken moet worden over de problemen in het Brussels
onderwijs, maar u vergeet één van de belangrijkste actoren de Vlaamse
Minister van Onderwijs. Uw poging is gedoemd te mislukken als u dit
niet gezamenlijk met de Vlaamse Gemeenschap aanpakt.
Blijkbaar is er veel goesting om politieke spelletjes te spelen, maar weinig
wil om tot resultaten te komen.
Wat dit College te weinig beseft is dat het hier moet gaan over de
dagelijkse problemen van de Brusselaars. Er is geen tijd voor politieke
spelletjes. Hoe ga je vermijden dat mensen uren aanschuiven voor de
school? Hoe ga je voorkomen dat ouders hun kinderen naar scholen in de
rand sturen omdat ze geen vertrouwen meer hebben in het Brussels
onderwijs?
Over de kern van de zaak inzake onderwijs horen we niets: hoe zal u de
draagkracht van het Brussels onderwijs verhogen? Hopelijk niet door de
nieuwe inschrijvingsprocedure met een jaar uit te stellen… Mijn collega
Jef Van Damme zal hier straks nog iets over zeggen.
U wil samenwerken met de andere Brusselse overheden. Maar u heeft
niet goed opgelet. In de beleidsverklaring van de Gewestregering – waar
u de Eerste Vlaming bent – kondigt Picqué aan dat hij zal samenwerken
met de COCOF, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap rond het
“Plan 2010-2020 voor het Kind en de Jongere”. Geen woord over het
nieuw jeugdbeleidsplan 2011-2015 van de VGC.
Als u wil samenwerken met de andere Brusselse overheden zal u toch een
tandje moeten bijsteken en de kaas niet van uw boterham laten eten.
3. Veel aandacht voor andermans bevoegdheden
Mevrouw Grouwels,
U bent weer niet aanwezig maar ik zal toch het woord tot u richten. In uw
gezondheidsbeleid zegt u vooral wat de Vlaamse Gemeenschap zal doen
of wat de Vlaamse Gemeenschap volgens u MOET doen: bijkomende
erkenning lokale dienstencentra, bijkomende kinderopvangplaatsen,
financiering van het Huis der Gezondheid, etc. Heeft u daarover een
akkoord met de Vlaamse Gemeenschap? En wat doet u met de eigen
verantwoordelijkheden?
- U zal blinde vlekken wegwerken in het welzijns- en
gezondheidsbeleid. Zeer goed, maar wat bedoelt u daar precies
mee, en met welke middelen? Of… moet het geld van de Vlaamse
Gemeenschap komen?
- U bent eveneens bevoegd voor ouderenbeleid in de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. De teksten staan
bol van samenwerkingsintenties. Bent u bereid samen te werken
met uzelf en dus met bicommunautaire initiatieven in de
ouderenzorg, of ligt daar voor u de grens van het aanvaardbare?
- Wat wil u eigenlijk doen met de initiatieven die u vorige legislatuur
heeft opgestart? U beloofde een Nederlandstalige zorg voor de
Brusselaar, maar heeft voornamelijk overlegstructuren en
ondersteuningsstructuren opgestart. Zal u deze legislatuur werk
maken van het echte aanbod, zodat de Brusselaar met zijn vragen
ergens terecht kan?
- Inzake kinderopvang draait u wat rond de pot. Op welke manier zal
u inbreken in de subsidies die het Gewest aan de gemeenten betaalt
voor voornamelijk Franstalige crèches? Heeft u een akkoord met
Kind & Gezin om de nieuwe IBO’s in hun reguliere financiering
over te nemen?
- De paragraaf over etnisch-culturele minderheden is onbegrijpelijk.
Wat is eigenlijk uw visie? U wil relevant zijn in deze stad, of u wil
dat niet. Ik leidt uit het gebrek aan visie af dat het College niet
relevant wil zijn.
De beleidsperspectieven zijn schraal en somber. Het eerste jaar van de
legislatuur wordt ontgoochelend ingezet.
Ik hoop oprecht dat de existentiële crisis van dit College niet zo ver gaat
dat de bestaansreden zelf van de Vlaamse Gemeenschapscommissie in
vraag wordt gesteld. Vele Brusselaars hebben recht op goed onderwijs,
voldoende kinderopvang, sterke dienstencentra. Vele Brusselaars hebben
baat bij een sterke Vlaamse Gemeenschapscommissie. Wat u ze hier
voorschotelt is een vertwijfeld project zonder ambitie. En daarvoor zijn
acht pagina’s te veel.
Applaus
Fouad Ahidar
Brussels parlementslid sp.a
0475 31

Bron: politics.be