Proces tegen Bahà-ï leiders verdergezet op februari
 

De Internationale Bahá’�* Gemeenschap heeft vernomen dat het proces tegen de zeven bahá’�* leiders in Teheran op 7 februari wordt verdergezet.



Op de eerste procesdag, 12 januari, is de akte van beschuldiging voorgelezen. De zeven bahá’�*s hebben alle aantijgingen tegen hen met klem verworpen.

“De uitingen van internationale verontwaardiging ter gelegenheid van de eerste procesdag wijzen erop dat de wereldgemeenschap deze zaak van nabij volgt en Iran verantwoordelijk zal stellen voor elke ongerechtigheid”, verklaarde Diane Ala’i van de Internationale Bahá’�* Gemeenschap in Genève.

Volgens de staatsmedia worden de zeven beschuldigd van spionage, propaganda tegen de islamitische orde, het vormen van een onwettelijk bestuur, samenwerking met Israel, het sturen van geheime documenten naar het buitenland, handelen tegen de veiligheid van de staat, en ‘corruptie op aarde’.

De zeven beschuldigden zijn mevr. Fariba Kamalabadi, mevr. Mahvash Sabet, en de heren Jamaloddin Khanjani, Afif Naeimi, Saeid Rezaie, Behrouz Tavakkoli en Vahid Tizfahm.

Op één na werden zij allen gearresteerd op 14 mei 2008 in Teheran. Mevr. Sabet werd aangehouden op 5 maart 2008 in Mashad. Zij waren sindsdien opgesloten in de Evin gevangenis, het eerste jaar zonder enige akte van beschuldiging en zonder toegang tot hun advocaten.


Contactpersonen: Toos Verhagen, en Guido Cooreman,
Internet: http://www.bahai.be en http://www.bahai.org/persecution/iran




Bron: politics.be