Franstaligen krijgen 400.000 stemmen cadeau !
 

Cijfers gebaseerd op studie van Jo Buelens (VUB):
verkiezingen_10_juni_2007_analyse_stembusuitslag.p df



Afgeleide tabel gebaseerd op bovenstaande cijfers :



*Correctie = aantal zetels die partij zou halen, indien elke zetel evenveel stemmen (43.192) zou kosten.

Om één zetel te halen in het belgische federale parlement hoeft een franstalig verkozene gemiddeld slechts 39.285 stemmen te halen, tegenover gemiddeld 45.944 stemmen voor een vlaamse verkozene, wanneer we kijken naar de cijfers in bovenstaande tabellen.

Dit betekent gemiddeld een verschil van 6659 stemmen per federale zetel in het voordeel van een franstalige vertegenwoordiger. Ofwel zo'n 412.858 stemmen (6659 x 62 zetels) voor alle franstalige verkozenen samen. Vierhonderduizend vlaamse stemmen tellen dus eigenlijk niet mee ! Of met andere woorden de franstaligen krijgen bij ELKE federale verkiezing zo'n 400.000 stemmen cadeau (waarvoor de vlamingen als dank uitgemaakt worden voor racisten, anti-democraten, enz ...)

Is er hier een objectieve reden voor aan te geven ? Verrekening van de blanco stemmen, die in Wallonië hoger zouden zijn bvb ? Zoals speurneus verklaart in deze post. Of is een Vlaamse stem gewoon minder waard dan een franstalige ? Ook tussen de vlaamse partijen zijn er verschillen, maar die zijn allicht te verklaren doordat grote partijen bevoordeeld worden bij de zetelverdeling.

Dit las ik hierover in een informatiemap voor leerkrachten :
http://www.dekrachtvanjestem.be/ ...verkiezingen&partijen.pdf

"Voor de verkiezingen van de verschillende parlementen wordt het grondgebied ingedeeld in kieskringen. In elke kieskring is er een aantal zetels te verdelen, in principe volgens het aantal inwoners. Zuiver mathematisch is die verdeling niet. Opdat bijvoorbeeld de Waalse bevolking in de federale Kamer van volksvertegenwoordigers niet al te zeer in de minderheid zou zijn, krijgen sommige Waalse kieskringen in verhouding tot hun bevolking een wat groter aantal zetels toebedeeld. Voorts steunt die verdeling op het inwonersaantal, en niet op het aantal stemgerechtigden. Daardoor hebben kieskringen met veel inwoners die geen Belg zijn, relatief meer zetels dan kieskringen met weinig niet-Belgen. Dat is zeker zo voor Brussel."

Mag ik concluderen dat zo'n 400.000 vlaamse kiezers eigenlijk voor niks gaan stemmen, en dat men zoiets democratie noemt in België ?

Heb je ook zo'n cijfermateriaal per provincie?
Ik dacht dat een zetel ook niet in iedere provincie hetzelfde aantal stemmen vereist.

Neen, die heb ik niet meteen voorhanden. Op zich zou iedere stem evenveel (evenredig) waard moeten zijn vind ik, ook in vlaanderen, en ook per provincie.

Dit is dan ook het principe
" 1. De Kamer van Volksvertegenwoordigers telt 150 rechtstreeks verkozen leden (Art. 63 Grondwet).

De zetels worden verdeeld over de kieskringen volgens de bevolkingscijfers.
Elke kieskring telt zoveel keer een zetel als de federale deler in het cijfer van de bevolking van de kieskring begrepen is. De federale deler wordt verkregen door het bevolkingscijfer van het Rijk te delen door 150. De overblijvende zetels worden toegewezen aan de kieskringen met het grootste nog niet vertegenwoordigde bevolkingsoverschot.
Een kieskring bestaat uit één of meer administratieve arrondissementen. Voor de verkiezing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers zijn er 11 kieskringen. De kieskringen vallen voortaan samen met de provinciegrenzen, behalve voor de kieskringen Leuven en Brussel-Halle-Vilvoorde."
http://www.wahlen.fgov.be/index.php?id=2110&L=1

@ artisjok

1. Er is het principe ... en er is de praktijk
2. Die "federale deler" = "federale oplichterij"
3. De website waar U naar verwijst bevat fouten

Kaartje van zetelverdeling Kamer 2007:
http://elections2007.belgium.be/nl/c...seat_etop.html

De invoering van het BROV als wettig en wettelijk politiek instrument zou alvast voor een broodnodige correctie kunnen zorgen.

1 Wat is er verschillend in de praktijk i.v.m. het principe?
2 Waarom? je stelde toch dat "iedere stem evenveel (evenredig) waard" zou moeten zijn.
3 Me dunkt dat op de website waar ik naar verwijs de zetelverdeling van de verkiezingen voor 2007 nog staan.
Maar dat doet niets af van dit.
" 1. De Kamer van Volksvertegenwoordigers telt 150 rechtstreeks verkozen leden (Art. 63 Grondwet).

De zetels worden verdeeld over de kieskringen volgens de bevolkingscijfers.
Elke kieskring telt zoveel keer een zetel als de federale deler in het cijfer van de bevolking van de kieskring begrepen is. De federale deler wordt verkregen door het bevolkingscijfer van het Rijk te delen door 150. De overblijvende zetels worden toegewezen aan de kieskringen met het grootste nog niet vertegenwoordigde bevolkingsoverschot.
Een kieskring bestaat uit één of meer administratieve arrondissementen. Voor de verkiezing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers zijn er 11 kieskringen. De kieskringen vallen voortaan samen met de provinciegrenzen, behalve voor de kieskringen Leuven en Brussel-Halle-Vilvoorde."

Ik denk dat het toegestaan is dat we ons afvragen of, en zo ja, in hoevéél en wélke kieskringen die 'federale deler' nauwkeurig kan worden toegepast.

Ik vraag me zonder op toestemming te wachten alleszins af of élke kieskring exact het juiste aantal inwoners heeft om op basis van de 'federale deler' een rechtvaardige verdeling van het aantal zetels te verkrijgen, en indien dat niet het geval is, hoe groot de afwijkingen (mogen) zijn.

In een volgende stap in de discussie kunnen we het dan eens over die niet-vertegenwoordigde bevolkingsoverschotten hebben.

Ja; natuurlijk.

Maar wil je dit voorkomen; dan moeten er 1 nationale kieskring ingevoerd worden.

Bijlage 66874Hoi, hierbij een ikselletje met de cijfers gebaseerd op tellingen van 2010. De officiele toewijzing gebeurt nog volgens de "volkstelling" van 2001 (SEE2001).
Daarbij valt op dat Henegouwen volgende keer een zetel kwijt geraakt ('t loopt daar leeg), terwijl Brussel er dank zij de immigranten nog een bijkrijgt.

De berekeningen volgens de huidige kieswet en volgens puur provinciale kieskringen loopt niet ver uiteen. Hooguit is er een nederlandstalige minder in Brussel en een meer in Vlaams-Brabant.

Op basis van bevolkingsaantallen heeft Vlaanderen zelfs een licht voordeel, dat komt omdat vooral in Namen nogal wat stemmen verloren gaan.

Dat het per kiesgerechtigde anders uitkomt heeft verschillende oorzaken:

- niet stemgerechtigde migranten
- kinderen (inclusief die van bovenstaande) en andere onmondigen
- veroordeelden die hun burgerrechten kwijt zijn

worden allemaal meegeteld.

Wat niet in de berekening is meegenomen is het aantal buitenlandse kiesgerechtigden die niet in een Belgische gemeente zijn ingeschreven.

Iemand een suggestie hoe dat op te lossen valt?

Bijlage 66874

De maximale afwijking ligt op ongeveer 40.000 inwonders. Dat is pech als dat gebeurt in de kleine kieskringen zoals Waals-Brabant, Luxemburg en Namen.
In de praktijk heeft op dit moment vooral Namen daar last van, daar is 40.000 op 475.000 niet vertegenwoordigd of anders gezegd: 8% . Maar met een kleine verschuiving van 3000 in de bevolkingsaantallen had het net zo goed in Limburg kunnen gebeuren, maar dat was slechts 4% geweest.

De oplossing is simpel: maak van Namen/Luxemburg/Waals Brabant één grote kieskring.