Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door brussels
(Bericht 4806320)
Eens belgië een confederale staat is zouden we frans of nederlands als tweede taal overboord moeten gooien. De walen zouden geen energie meer moeten steken in het aanleren van het nederlands, op die manier zouden ze perfect engels kunnen spreken, net als onze kinderen die niet langer een soort uitgekleed euro-english zullen spreken maar zich echt even vlot kunnen uitdrukken in het Engels als in het Nederlands.
Bij uitbreiding zouden alle kinderen in europa het engels even goed onder de knie moeten krijgen als hun moedertaal. In het middelbaar kan er dan nog frans, duits of spaans gegeven worden aan de geInteresseerden. De Walen zouden er ook goed aan doen om hun engelstalige films op tv niet langer te dubben maar gewoon te odertitelen, de jeugd zal daar een hoop van opsteken ! Zonder nog maar een woord engels geleerd te hebben op school; konden mijn kinderen door het gebruik van de media en het internet al eenvoudig communiceren in het engels op vrij jonge leeftijd. In andere landen is de kennis van het engels bij de jeugd pakken beter dan bij ons. Als je een scandinavier engels hoort spreken is dat in de meeste gevallen bijna accentloos, gewoon omdat ze daar overal engels hebben als tweede taal.
Engels moet dan ook de voertaal worden van onze nationale regering, waar we zowel kunnen stemmen voor vlaamse als voor waalse politici. In de nationale verkiezingen zouden ze dan ook moeten opkomen in eengemaakte partijen. Eens we voor dezelfde partijen en politici stemmen als de walen kunnen we ook geen assymetrische regeringen meer hebben zodat het niet meer mogelijk zal zijn dat de boel vastloopt. En komt een waal in vlaanderen boodschappen doen, dan zou het een automatisme moeten zijn om, net als andere buitenlanders direct in het engels te beginnen.
Belgie, met Brussel als hart van Europa, zou gelijk het goede voorbeeld kunnen geven voor de rest van Europa. En omdat we toch geen speciale band hebben noch met de belgische vlag, noch met de brabanconne, kunnen we die meteen vervangen door een europese vlag met een B in het midden en het europese volkslied.
|
Brussels, ik ben het zeer oneens met uw argumentatie en uw pleidooi voor de invoering van het Engels ten koste van het Nederlands en het Frans. Het kan zijn dat u het onbewust deed, maar te oordelen naar het veelvuldig gebruik van het werkwoord
moeten, komen uw argumenten nogal compulsief over. Bovendien loopt uw pleidooi op een aantal punten behoorlijk mank. Ik zal u ook beknopt uitleggen waarom.
1. Zichzelf respecterende taal- en cultuurgemeenschappen, zoals de Nederlandse en de Franse, zullen nooit vrijwillig hun taal, die de identiteit van de natie en de cultuur belichaamt, opgeven.
2. Elke taal is telkens een andere bril waardoor iemand de wereld rondom zich in kaart kan brengen, meertaligheid is dus zonder meer een troef. Als we nu overschakelen op functioneel Engels, dan geven we meteen de voorsprong van meertaligheid uit handen en steunen we de minimalisten die alleen hun moedertaal spreken en soms notie hebben van een tweede taal. Vlaanderen en Nederland kennen een hoge graad van meertaligheid, maar die meertaligheid vertrekt vanuit het Nederlands. Al het andere leidt tot vervreemding en tot culturele uitholling. Meertaligheid kan enkel vertrekken vanuit een uitmuntende kennis van de eigen taal, maar Vlaanderen bevindt zich nog in een evolutieproces naar de standaardtaal en dan zou het Engels de onderwijstaal
moetenworden. Dat is geen verrijking, maar het platweg toegeven de mercantiele visie op onderwijs, zoals die in de Angelsaksische landen opgeld maakt.
3. Het (hoger en universitair) onderwijs in Nederland en Vlaanderen geschiedt in het Nederlands. Als men in het hoger onderwijs het Engels wil invoeren, zal dat ernstige repercussies hebben op het middelbaar en het basisonderwijs. Ouders zullen vragende partij zijn om meer en vroeger dan nu het geval is Engels te onderwijzen. Er zal een parallel circuit ontstaan, waardoor diegenen met meer financiële draagkracht hun kinderen alsnog meer Engels zullen aanbieden. Hierdoor begeven we ons in de richting van de gevreesde duale maatschappij. Een taal raakt in het defensief en haar status degradeert finaal, als zij zich als middel tot kennisoverdracht in haar hoger onderwijs niet kan handhaven. Het hoger onderwijs is de natuurlijke biotoop van het Nederlands. De leefruimte van een taal is voor een stuk het onderwijs en daar komen de impulsen vooral van de universitaire wereld, haar afgestudeerden en van het wetenschappelijk onderzoek. Betekenen internationalisering en mondialisering dat we de eigen taal moeten laten verschralen ten voordele van een verarmd en verarmend Engels? Moeten onze studenten, op een ogenblik dat het opdoen van specialistische kennis in hoge mate van taalnuancering afhangt, in contact komen met professoren die niet in hun moedertaal doceren en dus hoe dan ook op een lager taalniveau functioneren?
3. Het Nederlands in Nederland en Vlaanderen speelt op het vlak van de emancipatie en de participatie van allochtonen, lager opgeleiden en kansarmen in en aan onze samenleving een niet te onderschatten rol van betekenis. Men zou hun ongelooflijk tekort doen als een vreemde taal de tweedeling in de maatschappij, in het onderwijs, in de technologie, in de wetenschap volkomen maakt en hen voorgoed daarvan afsluit. De eenzijdige keuze voor het Engels als exclusief domein van wetenschappers, kapitaalkrachtigen en intellectuelen moet daarom krachtig van de hand worden gewezen.
Het defensief voor het Nederlands moet niet gezien worden als anti-Engels. De keuze voor het Nederlands is geen conservatieve houding, maar een progressief verhaal van gelijke kansen voor iedereen in Nederland en Vlaanderen.