Ernst Niessen |
28 juni 2010 08:03 |
Het politieke orangisme leeft op.
Orangisme is oorspronkelijk een term die slaat op de wil om het huis van Oranje-Nassau opnieuw te installeren op de troon in België. Deze beweging ontstond in 1830 na de splitsing van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Ruimer gezien is het de wens om Vlaanderen of België en/of Luxemburg te herenigen met Nederland, maar dan expliciet onder het Nederlandse koninklijk huis. Na 1830 bestonden de aanhangers van het orangisme uit drie groepen:
- de taalminnaren: dezen stelden het Nederlands als cultuurtaal centraal, en betreurden de afscheiding van hun Noordelijke broeders, zeker omdat deze gepaard ging met een ernstige sociale achterstelling. Voorbeelden zijn onder anderen Prudens Van Duyse en Jan Frans Willems;
- de economische orangisten: zij die economisch voordeel erbij hadden: onder het bewind van Willem I kende het Zuiden een ongekende bloei, door een sterk uitgebreid onderwijs, introductie van nieuwe industrieën en het aanleggen van nieuwe wegen. In de haven van Antwerpen kwamen goederen van de Nederlandse koloniën binnen en in Gent bloeide de textielproductie. Na 1830 ging het land economisch sterk achteruit en kende het vele orangisten uit deze categorie. Bijzonder is dat hier veel Franstalige fabrikanten bij waren;
- de staatkundige orangisten: zij die meenden dat de Nederlanden een legitiem land waren, geruggensteund door het Congres van Wenen in 1815: België kon slechts gelegitimeerd worden door een langdurig, stabiel bestuur.
De laatste groep verdween op enkele uitzonderingen na, de eerste, de taalminnaren, groeide uit tot de Vlaamse Beweging; de tweede groep ging over naar de liberalen (zoals in Gent).
De huidige ontwikkelingen laten zien dat het politiek gemotiveerde orangisme aan invloed wint. Steeds meer Vlaamse politici, van links tot rechts, komen ervoor uit om pragmatische redenen orangist te zijn. Zij koesteren hun idealen niet alleen, zij zetten deze idealen stilaan ook in daden om. Zij breiden hun netwerken uit en komen via de bestaande kanalen (o.a. de Nederlandse Taalunie en het Beneluxparlement) in contact met Nederlandse politici met wie hechte relaties worden opgebouwd. De Vlaamse en Nederlandse politici die elkaar op deze niveaus en echelons ontmoeten, vragen zich af wat hen nu eigenlijk zo lang gescheiden heeft gehouden en wat de mogelijkheden zijn om de bestaande contacten en structuren te intensiveren en uit te breiden.
Het politieke en pragmatische orangisme in Vlaanderen verdient ondersteuning!
|