Den Duisteren Duikboot |
14 juli 2010 08:41 |
Speed trials
Wanneer een beklaagde voor de rechtbank verschijnt, bijgestaan door een advocaat, wordt niet alleen de misdaad waarvan hij wordt beticht omstandig beschreven en toegelicht, wordt niet alleen uitgezocht of en waarom de beklaagde een dader is, er wordt ook naarstig gespit in de achtergronden van de man. Welk motief had hij? Welke (ontstaans)geschiedenis gaat vooraf aan de misdaad? Vallen er bij de man psychologische kenmerken vast te stellen die de kansen op een misdaad, vroeger of later, minstens ten dele verklaren? Hoe was zijn relatie tot het slachtoffer? Welke ervaringen hebben zijn leven getekend en in welke, al dan niet precaire, situatie bevond hij zich toen hij zijn plannen uitvoerde of in een impuls zijn misdaad beging?
Wie voor de rechtbank verschijnt, wordt niet louter beoordeeld op wat hij gedaan heeft. Zijn misdaad wordt begrijpelijk gemaakt, gekaderd en gecontextualiseerd. Hij wordt niet behandeld als iemand met een totaal vrije wil. Bij dit "recht" proeft de gemiddelde inwoner van dit land de wrange bijsmaak van een "voorrecht" op de tong. In onze dagelijkse omgang met anderen worden onze handelingen slechts zelden van het juiste kader voorzien. Hoogst uitzonderlijk kunnen we rekenen op een begripvolle, in erbarmen en genade getooide beoordeling van de ander. Voortdurend zijn we onderhevig aan "speed trials": bliksemsnelle be- en veroordelingen van wat we doen en laten. We staan voortdurend bloot aan de wegende hand van de ander en deze "eigenrichting" gaat zelfs zover dat we elkaar ook voortdurend straffen: vanwege het monopolie van de staat op opsluiting kiezen we voor de uitsluiting, de prikken onder water, de vermijding. We zijn individuen, zonder meer, met een totaal vrije wil, en worden daarop afgerekend.
Geen enkele samenleving kan leven zonder deze "speed trials". Het is goed dat we elkaar voortdurend op ons gedrag aanspreken. En het moet ook gezegd dat deze "speed trials" niet alleen straffen, maar ook belonen voor voorbeeldig gedrag, iets wat rechtbanken tot op heden nalaten. Wat ontbreekt in deze "speed trials" is echter dat humane "kaderen" waar zoveel ruimte voor is in een rechtbank. Dat kan de bron zijn van nogal wat ongenoegen. De grootste misdadigers worden voor de rechtbank "humaner" behandeld dan de kleine pekelzondaars in dagdagelijkse situaties. Menigeen zou dan ook liever zien dat een misdaad als dusdanig wordt beoordeeld: moord is moord, ongeacht de motieven, de achtergronden, de geschiedenis en de psychologie van de dader. "Er zijn geen verzachtende omstandigheden". (Consequent zou men er dan ook aan moeten toevoegen dat er geen verzwarende omstandigheden zijn.)
Misschien moeten we eerder in de andere richting denken: onze "speed trials" humaniseren in plaats van de "echte" rechtszaken te deshumaniseren. Dat vergt veel van een mens en ook voor de mens die dagdagelijks moet oordelen over goed en kwaad moeten we een zekere mildheid opbrengen: hij zal fouten maken en vaak kan hij niet anders. In het beste geval kunnen gewone mensen zich bewust worden van hun - vaak onbewust - gehanteerde "speed trials"; kunnen ze de ander in de gelegenheid stellen zijn of haar verhaal te doen in plaats van meteen te straffen; kunnen ze de ander de kans bieden om na boetedoening weer met een schone lei te beginnen. Kortom, om begrip op te brengen voor de houding van een echte rechter, die verderkijkt dan alleen de misdaad, die de verdachte niet reduceert tot "misdadiger", moeten gewone lieden zelf betere, minder gemakzuchtige, meer rechtvaardige rechters worden.
|