Ernst Niessen |
23 juli 2010 08:37 |
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Derk de Tweede
(Bericht 4875671)
Deze enorme rode reus, de enige ster buiten onze zon om, waarvan de atmosfeer zichtbaar is gefotograveerd.
Als Betelgeuze een supernova wordt krijgen we er een hemellichaam bij dat helderder is dan een volle maan.
De ster zou op springen staan.

|
Betelgeuze, Alpha Orionis, staat inderdaad 'op het punt' een supernova te worden. De gevolgen voor het leven op aarde van de supernova zijn uitermate desastreus. Een supernova is het verschijnsel waarbij een ster op spectaculaire wijze explodeert: een supernova-uitbarsting is herkenbaar aan de enorme hoeveelheid licht die erbij wordt uitgestraald. De ster vlamt op met de lichtkracht van honderden miljoenen tot meer dan een miljard zonnen (het effect van de zon als lucifervlammetje tegen de achtergrond van tientallen enorme zoeklichten). De maximale lichtsterkte van een supernova bedraagt ongeveer 1036 joule/seconde (absolute magnitude –19), dat is drie miljard maal zo helder als de zon. Deze helderheid blijft enkele weken bestaan, waarna zij geleidelijk afneemt. Na een half jaar is de helderheid tot ongeveer een honderdste van het maximum afgenomen (dat is nog altijd 30 miljoen maal die van de zon). De totale energie die vrijkomt in de vorm van straling bedraagt, ongeveer 3×1042 joule. Dit is nog maar een fractie van de totale energie die bij de sterexplosie vrijkomt. De kinetische energie van het uitgestoten gas, dat met snelheden tot 10 000 km/s wordt weggeschoten, is nog eens dertig keer zo groot. De totaal hierbij vrijgemaakte energie, 1044 J, is gelijk aan de energie die de zon over een periode van 10 miljard jaar uitstraalt. Nog groter (een onvoorstelbare 3×1046 joule) is de energie die met neutrino's de ster verlaat. Als een supernova op de plaats van de zon zou uitbarsten, zou de aarde verdampen; een supernova op de plaats van Sirius (8,7 lichtjaar) zou meer licht geven dan de volle maan.
Een nog grotere gebeurtenis dan een supernova vormt trouwens de gamma-uitbarsting (in het Engels: gamma ray burst, GRB). Een op 15 september jl. gemeten uitbarsting ging gepaard met de grootste totale energie, de snelste bewegingen en de hoogste begin-energie-emissies die ooit zijn waargenomen. De gammastraaluitbarstingmonitor van de Fermi telescoop registreerde een emissie die 3000 tot meer dan 5 miljard keer sterker is dan het dagelijkse licht. Gamma-uitbarstingen behoren dan ook tot de helderste explosies die in het universum voorkomen. Astronomen geloven dat de meeste het gevolg zijn van het instorten van een opgebrande ster. Terwijl een ster ineenklapt tot een zwart gat, worden grote hoeveelheden 'brandstof' met bijna de snelheid van het licht de ruimte in gestuwd. Deze stralen reageren met het in de ruimte aanwezige gas, dat eerder uit de instortende ster voortkwam. Hierdoor ontstaan zeer heldere gaswolken, die in de loop van de tijd langzaam verzwakken.
De gigantische gamma-explosie vond plaats op de enorme afstand van 12,2 miljard lichtjaar van de Aarde, en had de kracht van circa 9000 supernovae (ster-ontploffingen). Als de gebundelde straal de aarde had geraakt, was de hoogenergetische straling, zelfs op deze astronomische afstand, noodlottig geweest voor het leven op aarde.

|