Tantist |
19 mei 2004 11:56 |
[size=6]De gemiste kans[/size]
(17/05/04)
In De Standaard beschrijft Bart De Wever enkele minder prettige ervaringen met Blok-militanten. Hij koppelt er een aantal conclusies aan vast.
"Gij komt hier niet levend buiten, stuk stront!", "smerige verrader", "postjespakker": het is een beknopte bloemlezing van wat ik de laatste weken zoal naar het hoofd geslingerd krijg op gelegenheden waar een mens de onderbuik van het Vlaams Blok tegen het lijf loopt. Het zangfeest in het Antwerpse Sportpaleis of de grote betoging voor de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (in Halle) bijvoorbeeld.
Leuk is het niet - zeker niet als je met vrouw en kinderen op stap bent - maar wie politicus wil spelen, moet een heel dik vel hebben. Zulke incidenten beperken zich trouwens tot figuren uit de lagere regionen van het Blok, ze zijn zeker niet representatief voor het hele partijkader. Velen daarvan denken wellicht wel net hetzelfde, maar zijn te welopgevoed en te verstandig om dat soort gedachten openlijk te uiten. En daar is niets mis mee, hypocrisie is nu eenmaal de vaseline van de politieke omgang. Ik heb ook ideeën over sommige politici die ik reserveer voor tooggesprekken met gelijkgezinden.
Maar in het Blok is er meer aan de hand. De partij was de jongste jaren de weg ingeslagen van een zekere versobering in haar discours en propaganda. Af en toe waren er wel nog flinke uitschuivers. Zo verspreidde Dewinter bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 op eigen houtje nog een tamelijk vulgaire en spuuglelijke folder in Antwerpen. Maar men hoorde daar toen, voor het eerst, ook vrij openlijk gemor over in de rangen van het Blok. De folder paste als een tang op een varken op de softe campagne van toen. In de wandelgangen verklaarden sommige topfiguren van het Blok dat ze zowaar een kans zagen in de verstrenging van de verfoeide anti-discriminatiewet. Met name dat het een perfect alibi was om de hardliners tot meer redelijkheid te dwingen. De ambitie om het cordon sanitaire te doorbreken klonk steeds luider.
Op 21 april jongstleden eindigde deze evolutie abrupt. De veroordeling van het Blok was nochtans een uitgelezen kans voor de partij om de bocht te versnellen. Men had de terechte kritiek op de wetgeving die het arrest mogelijk maakte, kunnen koppelen aan een definitief afscheid van een bepaalde manier van optreden. De figuren die daarvan bij uitstek het symbool zijn, hadden zichzelf in één beweging naar het achterplan kunnen bewegen. Het tegendeel is gebeurd. De lijn Dewinter heeft uit het arrest kennelijk de conclusie getrokken dat versobering toch niets oplevert.
Het Blok sprong opnieuw diep in zijn loopgraven. De retorische oorlog tegen de gehele samenleving laait weer in alle hevigheid op. Voorzitter Frank Vanhecke hengelt nog wel pro forma naar potentiële coalitiepartners, maar in het jongste Blok Magazine verklaart hij onomwonden dat ,,ze allemaal één pot nat'' zijn, het gaat hen alleen maar over ,,postjes, postjes en nog eens postjes''. Dat laatste allicht in tegenstelling tot de verruimingskandidaten op zijn eigen lijsten.
De traditionele beledigingen aan het adres van alle andere partijen zijn terug van nooit weggeweest. Geen blaadje van het Blok of de anderen worden erin met de grond gelijk gemaakt.
In die context is het geen wonder dat Vlaams Blok-militanten die niet op de eerste rij stonden toen het verstand werd uitgedeeld, zich geroepen voelen om de aangewakkerde woede te botvieren als ze een politicus van een andere partij kruisen. Er wordt nu zelfs een webstek opgestart - zogezegd door een zogenaamde 'Welkomgroep', maar met een domeinnaam geregistreerd door het Blok zelf - waar een schamele tiental overlopers het beste van zichzelf geven om hun oude partij zwart te maken. Toch wel een unicum dat een partij zoiets doet, zeker terwijl ze officieel naar de geviseerde partij de hand blijft uitsteken.
Ook initiatieven zoals de verklikkingsactie tegen progressieve leraars, waarmee het Vlaams Blok destijds berucht werd, zijn weer helemaal terug. Zo startte Dewinter een kliklijn tegen illegale vreemdelingen. De terechte kritiek op het optreden van het Centrum voor Racismebestrijding, met name als een geprivatiseerd Openbaar Ministerie voor één bepaald misdrijf, werd daarmee in één slag totaal ongeloofwaardig.
Dat de media de parallel zouden maken met het aanzetten tot verklikking in totalitaire regimes als nazi-Duitsland lag zo voor de hand dat Dewinter het ongetwijfeld incalculeerde en dus wenselijk achtte. De actie werd - voorspelbaar - snel afgeblazen en herleid tot een Uilenspiegelstreek. Een vreemde analogie, want Uilenspiegel was zelf een illegaal. Acties die naar hem verwijzen zijn doorgaans gericht op het te kijk zetten van de machtigen, niet op het viseren van de zwaksten. Maar dat doet er niet toe.
Het punt dat duidelijk moest worden, is gemaakt: de hardste lijn regeert het Blok. Misschien moeten alle conservatieven en Vlaamsgezinden daar eens goed aan denken op 13 juni.
Bart De WeverOndervoorzitter N-VA
|