Septemberverklaring 2010 : Kris Peeters gelijkt steeds meer op een kruising tussen Phil Bosmans en Barack Obama! Deze week las Minister-President Kris Peeters zijn jaarlijkse Septemberverklaring af, de traditionele opener van het parlementaire werkjaar in het Vlaams Parlement. Peeters’ tekst bleek een bijzonder hoog Barack Hussein Obama-gehalte te hebben want de Minister-President gebruikte om de haverklap de woorden “warm”, “open” en “geluk”. Alles loopt in Vlaanderen blijkbaar op wieltjes en de Vlaamse Regering toonde volgens Peeters via de beslissing rond de Oosterweelverbinding wel degelijk aan dat er krachtdadig wordt beslist!!! Fractievoorzitter Filip Dewinter doorprikte in zijn repliek echter messcherp de luchtspiegelingen die de Minister-President via het uitvoeringspercentage van o.a. “Vlaanderen in Actie” presenteerde.
Dewinter : “Helaas zijn de traditionele verdedigers en bondgenoten van uw beleid minder lyrisch en minder bevlogen over uw beleid. Het regende de voorbije weken en maanden negatieve reacties uit uw eigen kamp. Werkgeversorganisatie Voka zei begin van de zomer dat de Vlaamse Regering naar het volgende jaar mag, maar dat ze zich dringend moet herpakken. De Voka-voorzitter, de heer De Bruyckere, zei maandag nog : “Vlaanderen wordt stilaan bestuurd door regelneven, hertekening moet er komen van het hele beleid.” De gedelegeerd bestuurder van Voka, oud-CD&V-Kamerlid Leyman, zegt in de Nederlandse krant Het Financieel Dagblad dat Vlaanderen wegzakt in zelfgenoegzaamheid: “Op Vlaanderen ben ik niet langer trots.” Hij heeft het over een hopeloos inflexibele arbeidsmarkt, ondernemers die twee tot drie jaar moeten wachten op vergunningen, abnormaal hoge energiefactoren, verziekte mentaliteit in Vlaanderen.”.
Filip Dewinter beklemtoonde vervolgens dat de Vlaamse regering-Peeters II in de daad dynamiek, drive en enthousiasme miste. Van een echt begeesterend project is geen sprake en de cohesie tussen de partners in deze regering is al een tijdje zoek. Nochtans zijn de economische parameters voor Vlaanderen niet echt rooskleurig en op veel internationale rankings zakt Vlaanderen weg. Het was volgens Filip Dewinter dan ook ten zeerste de vraag of het Vlaanderen in Actie-project (ViA) het verschil zal maken en Vlaanderen inderdaad zal opstuwen naar een Europese topregio : “ViA blijkt in de praktijk immers steeds meer een luchtballon te zijn, ook al zijn 95 percent van de projecten waar u het altijd over heeft, opgestart. Het blijkt een dure publicrelationsoefening van de VlaamseRegering, een beetje een zweverig toekomstproject, waarbij alles beter wordt in ... 2020!”.
Dewinter vermeldde tevens een aantal paradepaardjes uit het regeerakkoord waarvan de implementatie op zich laat wachten of die door hun inhoudelijke zwakte een grote ontgoocheling blijken te zijn : het Vlaams energiebedrijf, het vernieuwend sociaal beleid (met o.a. een basishospitalisatieverzekering voor elke Vlaming en het laten meebetalen van buitenlanders voor het intense gebruik van onze weginfrastructuur. Het bekende Vlaamse adagium “wat we zelf doen, doen we beter” blijkt volgens Filip Dewinter ook allesbehalve uit de toestand van de Vlaamse weginfrastructuur waarbij de Vlaamse Regering ter zake dringend toe is aan een ernstig gewetensonderzoek rond het beleid van het bevoegde Agentschap Wegen en Verkeer.
Dewinter stelde tenslotte de vraag naar de toekomstige ontwikkelingen rond de Vlaamse begroting die onmiskenbaar gekleurd gaan worden door de te verwachten hertekening van de financieringswet en de staatshervorming. De vraag hierbij is of de Vlaamse coalitiepartners N-VA, CD&V en SP.A. in staat zullen zijn om volwaardige fiscale autonomie voor Vlaanderen binnen te halen : “Minister-president, uw begroting voor 2011 is in evenwicht. Ik wil u daarvoor feliciteren. Het is echter de vraag hoelang de begroting in evenwicht zal blijven. U weet immers niet over hoeveel centen u in de toekomst zult beschikken zolang de Financieringswet niet grondig is hertekend, zolang het federale zwaard van Damocles van 24 miljard dat moet worden bespaard, ook boven de deelstaatregeringen blijft hangen. De onderhandelingen over de Financieringswet laten alvast niet veel goeds vermoeden. Het fameuze Bartholomeusakkoord, een princiepsakkoord over twaalf uitgangspunten, was en is niet veel meer dan een oplijsting van soms tegengestelde principes, geformuleerd door de verschillende partijen rond de tafel. Aan de ene kant wordt er gepleit voor financiële verantwoordelijkheid, en het volgende principe heet dan weer solidariteit, het codewoord voor het niet nemen van verantwoordelijkheid. Men heeft het over significante fiscale autonomie, maar er wordt meteen aan toegevoegd dat er geen deloyale fiscale concurrentie mag ontstaan, want niemand mag armer worden, lees ik in die twaalf principes. Men probeert water met vuur te verzoenen. We weten wat daarvan komt: stoom. Het loopt op een sisser af. We staan in de praktijk nog mijlenver weg van een volwaardige fiscale autonomie”.
Bovendien blijft ook deze Vlaamse Regering mèt N-VA mordicus vasthouden aan de terminaal zieke patiënt België en wil ze op geen enkele manier werken aan de voorbereiding van plan B, het plan van de boedelscheiding!
Niet-taalvakken zoals aardrijkskunde en geschiedenis in het Engels?
Minister van Onderwijs Smet lanceerde n.a.v. de Europese Dag van de Talen het niet eens met de andere regeringsleden besproken voorstel om Engels als tweede taal in het Vlaams onderwijs in te voeren in de plaats van het Frans. Vlaams Volksvertegenwoordigster Gerda Van Steenberge stelde dat de minister hierbij eigenlijk ingaat tegen de talendiversiteit die door Europa wordt gepromoot maar vooral opnieuw terechte onrust veroorzaakte in onderwijsmiddens . Van Steenberge : “Voorzitter, ik begin met een citaat. “Onderwijs is een beleidsdomein waarin niets gerealiseerd wordt als het zich in woelig water bevindt.” Minister, dit is de derde zin van uw beleidsnota. Ik heb de indruk dat u, met alle ballonnetjes die u oplaat, het onderwijs meer in woelig water brengt dan dat u het onderwijs uit woelig water wilt houden. Wij zijn voor meertaligheid. De volgorde van de talen is voor mij van minder belang. Wel belangrijk is de keuzevrijheid. Er is te veel staatsinmenging in de vrijheden die er zijn. U wilt er een eenheidsworst van maken. U verwees naar China. U zei dat er in China miljoenen ‘Chinezekes’ zijn die Engels gaan leren. Daar heb ik schrik van, minister. Met uw socialistische redenering probeert u via staatsinmenging van bovenaf iedereen tot een eenheidsworst te brengen. U wou ook meer de Europese gedachte naar voren brengen. Maar u bent hier in strijd met Europa want Europa wil nu net talendiversiteit. Europa zegt dat naast de moedertaal verschillende talen moeten worden aangeleerd, en het promoot daarbij zeker niet het Engels.”. Volgens een arrogante Minister Smet die eerst de kritische interpellanten een “cursus begrijpend lezen” zou willen geven is het groeiende gebrek aan enthousiasme voor het Europese éénmakingsproces precies te wijten aan het gegeven dat er geen gemeenschappelijke taal is! Hij onderstreepte dat hij enkel een denkdebat wilde openen.
Gerda Van Steenberge gaf de minister echter lik op stuk : “Minister, u begon uw antwoord met de mededeling dat u ons een cursus begrijpend lezen zou willen geven. Ik zou graag een cursus begrijpend lezen volgen als u teksten hebt. Maar u bent een stripfiguur. U spreekt in tekstballonnen. Dat is juist het probleem. U laat zo veel ballonnetjes op dat niemand nog weet waarin of waaruit. Vorig jaar nog hebt u de eindtermen Frans uitgebreid, en nu komt u zeggen dat Engels de tweede taal moet worden.”. Tenslotte waarschuwde Gerda Van Steenberge voor het pleidooi van de minister voor een doorgedreven immersieonderwijs, m.a.w. het geven van reguliere vakken in een andere taal : “Onze leerlingen hebben problemen met het Frans. Maar ze hebben ook problemen met het Engels. En meer en meer leerlingen hebben een probleem met het Nederlands. Ik wil daarom benadrukken dat men goed moet nadenken vooral meer men initiatieven inzake het immersieonderwijs neemt.”.
Bron:
politics.be