gehuigert |
7 oktober 2010 21:18 |
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door suqar_7loe
(Bericht 5020725)
Heb je toevallig kennis over de onderzoeken (wat betreft, criminaliteit bij allochtonen) die professor Walgrave heeft gevoerd?
Yes, toi.. :-D
|
http://www.ministrando.org/gedrags-_...tniciteit.html
Citaat:
RESULTATEN
Wat zijn de belangrijkste resultaten?
* 14% van deze jongeren uit 1984 kwam minstens één keer met de politie in contact. Bij Nederlandse mannen gaat het om 20%, bij Marokkaanse mannen om 54%.
* Allochtone jongeren komen meer met de politie in contact voor een misdrijf dan autochtone. Dit geldt voor alle allochtone groepen (Marokkanen, Turken, Antillianen, Surinamers…).
* Marokkaanse jongens zijn gemiddeld het jongst als ze voor de eerste keer worden geregistreerd (17,6 jaar). De gemiddelde startleeftijd voor Nederlandse mannen is 18,5 jaar. Marokkaanse jongens komen gemiddeld ook het vaakst met de politie in contact (4,1 keer).
* Turkse mannen plegen vooral geweldsdelicten, Nederlandse mannen staan geregistreerd voor vernielingen, verstoringen van de openbare orde en verkeersmisdrijven. Marokkaanse mannen plegen vermogensdelicten.
* 5,4% van alle meisjes uit 1984 komt minstens één keer in aanraking met de politie als dader. Voor Nederlandse meisjes gaat het om 4,5%, voor Marokkaanse meisjes om 16,6% (3,7 keer meer). In de misdaadstatistieken zijn niet alleen Marokkaanse jongens oververtegenwoordigd, maar ook Marokkaanse meisjes. Deze vaststelling ondergraaft een veel voorkomend idee dat de Marokkaanse meisjes veel "braver" zijn dan de Marokkaanse jongens. Bij Marokkaanse meisjes gaat het vooral om vermogensdelicten (vermoedelijk winkeldiefstallen), en heel weinig om geweld. Meisjes zijn in alle herkomstgroepen overigens minder gewelddadig dan jongens.
Binnen de groep van criminele meisjes zelf plegen Surinaamse en Antilliaanse meisjes procentueel gezien drie keer zoveel vermogensmisdrijven met geweld als Nederlandse meisjes.
* Hoe zit het met de veelplegers? De auteurs definiëren iedereen die meer dan vijf keer geregistreerd is voor een misdrijf als veelpleger. Bij de mannen gaat het om 3,4% van alle mannen die in 1984 geboren zijn, of 14,9% van alle daders uit die groep. Maar de verschillen tussen ethnieën zijn groot. Bij de Nederlandse mannen gaat het om 12,8% van alle daders, bij de Marokkaanse mannen om 32,3%, bijna drie keer zoveel. De meeste veelplegers hebben ook minstens één geweldfeit gepleegd, maar over het algemeen verloopt hun criminele carrière niet veel gewelddadiger dan die van andere daders. Ook dat laatste vinden de auteurs verrassend.
Veelplegen is een mannenzaak: elf keer zoveel mannen als vrouwen doen het. Daarbij valt toch op dat het percentage veelplegers bij de Marokkaanse meisjes (7,4% van alle vrouwelijke daders) dubbel zo hoog is als dat van autochtone Nederlanders (4,8%). In totaal is slechts 0,3% van alle vrouwen uit 1984 een veelpleger en datzelfde geldt voor 5,4% van alle vrouwelijke daders.
* Delinquente allochtonen zijn gewelddadiger dan delinquente autochtonen. Dat geldt zowel voor daders die één feit plegen als voor veelplegers.
* De Turken lijken het meest op de Nederlanders. Maar toch plegen ook zij meer feiten en zijn ze gewelddadiger dan de Nederlanders.
VERKLARING?
De auteurs brengen geen echte verklaring. Ze overlopen wel alle mogelijke denkpistes.
* Ze stellen vast dat de culturen en de godsdiensten van al deze groepen enorm uiteen lopen. De verklarende factor kan daar dus niet zitten.
* De lagere sociaal-economische positie van de allochtonen speelt volgens hen zeker mee. Om drie redenen.
- Omdat je in de lagere kringen meer negatieve "rolmodellen" (mensen die het sociaal gezien gemaakt hebben dank zij de misdaad,nvdr) dan in de hogere.
- Omdat het proces van volwassenworden er langer duurt, waardoor de "overgangscriminaliteit in de puberteit" ook langer aansleept en het risico dat die criminaliteit zich bestendigt groter wordt.
- Omdat allerlei maatschappelijke factoren bij jonge kinderen negatieve neurologische effecten kunnen hebben, die agressie in de hand werken.
Maar...toch is die lagere sociaal-economische positie niet doorslaggevend, want Nederlanders uit dezelfde lage sociale klassen komen minder voor misdrijven met de politie in contact dan allochtonen uit die klasse.
* Goed of slecht geïntegreerd zijn in de Nederlandse samenleving speelt ook maar weinig rol. Men stelt bij Marokkaanse jongens zelfs vast dat de criminele groep beter geïntegreerd is dan de niet-criminele. Marokkanen die zich sterk op Nederland richten vinden het vaak frustrerender dat zij vanuit hun achtergestelde positie hun verlangens niet kunnen realiseren dan Marokkanen die zich niet op Nederland richten, zo menen de auteurs.
* De sociale controle blijkt wel een belangrijke factor. Die sociale controle speelt zowel in het gezin als in de gemeenschap zelf. Sociale controle zou kunnen verklaren waarom de Turken zo "goed" scoren: Nederland heeft een hechte Turkse gemeenschap, maar dat geldt niet zo voor Marokkanen. Bovendien ervaren de Turken kleine criminaliteit als "gezichtsverlies" en dat geldt niet voor Marokkanen.
Toch kan ook de sociale controle niet alles verklaren, want Marokkaanse meisjes worden wél sterk gecontroleerd, allicht meer dan Nederlandse meisjes, zeker in hun gezin, en ook zij scoren extreem hoog in de statistieken.
* Speelt de registratie door de politie een rol? Onderzoek uit 1999 toonde aan dat er nauwelijks aanwijzingen zijn dat allochtonen door de Nederlandse politie anders worden behandeld dan autochtone Nederlanders. Het feit dat HALT-zaken (alternatieve straffen voor voornamelijk kleine criminaliteit van minderjarigen die de feiten bekennen,nvdr) niét in de statistieken zijn opgenomen, omdat in zo'n geval geen proces-verbaal wordt opgemaakt, kan wél tot gevolg hebben dat het aantal autochtonen wordt onderschat omdat deze laatste groep oververtegenwoordigd is in HALT. En de politiek om zich op bepaalde achterstandswijken en op veelplegers te richten kan een oververtegenwoordiging van Marokkanen tot gevolg hebben.
Anderzijds blijkt dat de verschillen tussen allochtonen en autochtonen nog groter zijn in onderzoeken waarin iedereen zelf zegt welke criminele feiten hij heeft gepleegd, dan in de politiestatistieken. En dus zal een eventueel effect van de factor registratie eerder beperkt zijn.
De auteurs besluiten dat het leggen van verbanden leggen tussen etniciteit en risicofactoren voor criminaliteit op individueel, wijk- en samenlevingsniveau een ingewikkelde zaak is. "Het gevaar bestaat dat mensen etniciteit en cultuur zelf als een verklarende factor gaan zien, terwijl etniciteit alleen maar een sociale categorie is die op zijn best verwijst naar andere achterliggende oorzaken", zo betogen zij.
|
Het kan dus wel zijn dat er meer ingezet wordt op "allochtone buurten" en deze dus sneller zullen opgepakt worden, maar ze worden wel ENKEL opgepakt als er iets fout is. De aanpak is dus niet anders, de pakkans is enkel iets groter.
|