De schoofzak |
26 oktober 2010 08:33 |
Antwoord De Wever op misrekeningen: anderen lezen tekst maar half
Vandaag staat in de standaard het antwoord van het Weverke op de beschuldigingen van het half rekenwerk.
Blijkt dat die anderen, ook de profs, gemakkelijkheidshalve het een en het ander maar al te graag weglaten uit het verslag van de keuninklijke klaarschepper. Dat doen die mensen waarschijnlijk om mee te helpen 'klaarheid te brengen'.
Mijn gedacht is dat men er alles aan het doen is, om het Weverke nog enkele toegevingen af te pitsen, zonder dat daarvoor een tegenprestatie staat.
En zeg eens eerlijk: hoe sterk zal de boodschap van het Weverke, deze repliek dus, doordringen in de geesten van de kiezers ?? Na zoveel tamtam over "rekenfouten". Want dat gaat er gemakkelijk in, zo'n spektakel, maar om het er terug uit te krijgen ...
link: http://www.standaard.be/artikel/deta...kelid=6F3182SP
titel: Wie maakt hier rekenfouten?
STEMMINGMAKERIJ MET VALSE CIJFERS
tekst met wat aangebrachte kleur:
Citaat:
BART DE WEVER geeft toe dat hij zich misrekende. Niet in zijn hervormingsvoorstel voor de financieringswet, maar in de intellectuele eerlijkheid van wie zijn ongelijk probeerde te bewijzen, zoals Frank Vandenbroucke en André Decoster (DS 25 oktober).
Tot op vandaag circuleert er maar één volledig becijferd voorstel over de bijzondere financieringswet, namelijk het model dat ik als koninklijk verduidelijker in mijn eindverslag aan de koning overmaakte. Andere denksporen hielden het bij het aanreiken van zinvolle principes en beschouwingen. Het model dat ik in hoofde van mijn opdracht formuleerde, voldoet aan de twaalf principes van de highlevelgroep en houdt dus échte fiscale autonomie in. Dit voorstel ruilt immers het huidige dotatiesysteem in voor een gedeeltelijke personenbelasting op het niveau van de deelstaten. Maar het is ook een compromis, want dit model hield bij de start van de inwerkingtreding sterk rekening met de pleinvrees van de Franstaligen in dit debat. Consequent werd gekozen voor de meest zachte parameter om de slaagkansen van het voorgestelde compromis niet bij voorbaat te hypothekeren.
Kwetsbaar
Dat ik mij hiermee kwetsbaar toonde, was een berekend risico. Toch hebben mijn raadgevers die kwetsbaarheid nog fel onderschat. Het amper één week oude compromisvoorstel heeft immers alle remmen losgegooid ter linkerzijde. Om het debat te versmallen tot een welles-nietesspelletje over cijfers. En dat op een intellectueel oneerlijke wijze.
Eerst en vooral manipuleert men de uitgangspunten van het model zoals beschreven in mijn eindverslag aan de koning. De PS en de SP.A - bij monde van Frank Vandenbroucke - vertrekken daarbij van de interregionale opbrengst van de personenbelasting. Nochtans koos ik in het eindverslag voor het vertrekpunt van het netto belastbaar inkomen, dit geïnspireerd door de modellen van de Franstalige economen van Namen. Dat is een fundamenteel verschillend uitgangspunt dat ertoe leidt dat iedere deelstaat verantwoordelijk wordt gesteld voor zijn deel van de personenbelasting, zonder blootgesteld te worden aan de impact van bijvoorbeeld federale maatregelen (zoals fiscale aftrekken, tariefwijzigingen of belastingverminderingen). Die neutraliteit heeft belang in ons streven naar responsabilisering.
Professor André Decoster (DS 25 oktober) heeft dat tenminste correct geïnterpreteerd en vertrekt van het netto belastbaar inkomen. Maar ook hij wijzigde de uitgangspunten door te vertrekken van een reële belastingvoet (die hij zelf berekende) terwijl het voorstel in het eindverslag uitgaat van de gemiddelde regionale belastingvoet om - en dit voeg ik er nu aan toe - uiteindelijk te evolueren naar een reële belastingvoet. De gevoeligheid van de gewijzigde parameter brengt vervolgens met zich mee dat andere uitkomsten worden bekomen. Hoe de reële belastingopbrengsten er effectief zullen uitzien, hangt in grote mate samen met de progressiviteit van de gewestelijke systemen. Decoster beperkt zich tot een projectie van de huidige progressiviteit op dit nieuwe fiscaal systeem.
Veel kwalijker is het feit dat het ingebouwde solidariteitsmechanisme in het voorstel stelselmatig wordt genegeerd. In mijn eindverslag compenseer ik de ongelijke regionale verdeling van de inkomens. Ik voorzag een reddingsvest dat de Franstaligen ertoe kon bewegen om de rivier van ongelijke diepte te helpen oversteken. Frank Vandenbroucke en André Decoster stoppen echter halverwege de rivier. Zij becijferen mijn voorstel zonder rekening te houden met dit solidariteitsmechanisme dat vanaf het begin 80procent van de verschillen van het netto belastbaar inkomen wegwerkt.
Margaret Thatcher
Desondanks lijken sommigen mordicus te willen aantonen dat ik niet beter ben dan pakweg Margaret Thatcher die midden jaren tachtig luidkeels riep 'I want my money back'. Daarbij vergeet men vooral dat de oorspronkelijke financieringswet van Jean-Luc Dehaene het mechanisme in zich droeg van wat men vandaag 'een structurele verarming van Wallonië' heet. Voor de toenmalige socialisten heette dat toen nog een 'rechtvaardige verdeling van de gelden'.
Dat de kostprijs van een staatshervorming voor de financiering van de federale kerntaken een bron van bezorgdheid is, moet je ons niet vertellen. De vergrijzingskosten blijven voor een belangrijk deel federaal. Je moet behoorlijk perfide zijn om net dan het federale niveau op droog zaad te zetten en de onbetaalbaarheid van de pensioenen doelbewust te organiseren. Om dit te vermijden, zou men bijvoorbeeld maar 90procent van de middelen kunnen overdragen bij overheveling van nieuwe bevoegdheden in deze staatshervorming. Maar niet alle partijen lopen daar warm voor.
Als koninklijk verduidelijker heb ik me inderdaad misrekend. Niet in het compromisvoorstel van nieuw financieringsmodel, maar wel in het gebrek aan intellectuele eerlijkheid dat ik nu al een week ondervind. Als clarificateur had ik me eigenlijk aan kritiek verwacht omdat ik nog meer de juste retour had moeten nastreven. Bij gebrek aan weerwerk probeert links nu de schijn te wekken alsof dit voorstel niet meer of minder is dan een bedekte vorm van kruideniersflamingantisme. Wat morrelen en draaien aan de knopjes van het systeem helpt die onjuiste beeldvorming in de hand.
Als N-VA-voorzitter zal ik me niet misrekenen: ik vertrouw op het uitstekende rekenwerk van onze specialisten. Ik nodig professor Decoster graag uit met hen contact op te nemen. Onze studiedienst heeft vragen bij sommige van zijn cijfers. En wie weet berekenen we dan samen een systeem dat een budgettaire nuloperatie voor de federale overheid garandeert. Daar zijn we het aan deze kant van de taalgrens tenminste over eens.
|
|