Oorspronkelijk geplaatst door Jean Pierre Rondas
Formateursgrendels
En toch was het nog niet voldoende. Het antwoord op verschuivingen in het Vlaamse politieke landschap, op verschuivingen in de grondstroom, het antwoord op de Vlaamse aversie voor de blokkeringsmechanismen met grendels en alarmbellen, het antwoord op de ongrondwettelijkheid van BHV, op de provocaties in de Rand, op de totale patstelling in de regering sinds 2007, is van Franstalige kant steevast en enkel en alleen: nieuwe en verse grendels en bijzondere wetten. En telkens vinden ze Vlaamse partijen die hen dat willen gunnen. Dit zijn dan de extra grendels die door Di Rupo in zijn formateursnota worden voorgesteld:
De Franstaligen willen meer geld voor Brussel, maar zonder inzage te willen geven in de rekeningen, en zonder dat de Vlaamse betaler voor Brussel ook maar iets mag bepalen in Brussel: het fameuze “subiete” geld, en “sans conditions préalables”. Vlaanderen vindt dat Brussel al overgesubsidieerd is, en dat er sowieso al mechanismen bestaan zoals Beliris, om Brussel voor de hoofstadfunctie te compenseren. Tot hun grote verbazing en oprechte verontwaardiging kunnen de Franstaligen dat geld dus niet zomaar “subiet” krijgen. Wat doet Elio di Rupo in zijn beide nota’s (die van 3 september 2010 en die van 4 juli 2011)? Hij eist gewoon dat de gevraagde (en steeds groeiende) som in een bijzondere wet wordt ingeschreven. De voorafgaande financiering van Brussel, het subiete geld, wordt een nieuwe, quasi onveranderbare grendel in het Belgische politieke landschap.
De Franstaligen zijn bezeten door de waan dat Vlaanderen Brussel wil insluiten – terwijl Vlaanderen al blij is als het de Rand kan redden. Mocht het ooit tot een Belgische scheiding komen (waarover de Franstaligen veel meer schrijven en nadenken dan de Vlamingen) dan ligt Brussel daar als een eiland te midden van vijandelijk gebied. Het ligt daar zoals Danzig in Polen in de jaren dertig. Dus willen ze niet alleen een corridor, maar van alle kanten vrije toegangswegen rond Brussel. Deze wegen worden aangelegd, onderhouden en betaald door Vlaanderen. Dus eisen ze een bijzondere wet op de Vlaamse op- en afritten op de Brusselse Ring. En deze bijzondere wet moet mee inhouden dat ook Wallonië medezeggenschap zou hebben over de op en afritten van Vilvoorde, Grimbergen, Zellik, of Dilbeek. Elio di Rupo heeft deze eis in zijn nota’s overgenomen.
De Franstaligen willen graag een soort economische unie voor Brussel en zijn zogenaamde “hinterland”. Er moet inderdaad beter gecoördineerd worden wat betreft mobiliteit (niet alleen wegen, maar ook openbaar vervoer) rond Brussel: de politieke en administratieve taalgrens hoeft daarom nog geen mensengrens of zakengrens te zijn. Dus is het wenselijk dat er om deze praktische problemen op te lossen, overlegstructuren tussen de drie gewesten ontstaan. Probleem is dat de Franstaligen daarin onmiddellijk een soort compensatie voor het verloren kiesdistrict BHV zien, en dat ze wel degelijk de Vlaamse gemeenten die bij deze Metropolitane Gemeenschap zouden willen aansluiten (waaronder dus natuurlijk de faciliteitengemeenten) andere beheersregimes zouden willen opdringen, waardoor de bevoegdheid van Vlaanderen over zijn eigen gemeenten in Vlaams Brabant onmiddellijk op het spel staat. Dat schrijven ze ook letterlijk in hun studies daarover. Van zodra deze ideeën gestalte kregen waren er Waalse constitutionalisten die hebben aangeraden deze BMR te consolideren, te verankeren en te betonneren in een bijzondere wet. En dat is precies wat in de nota’s van Di Rupo staat.
De Franstaligen willen niet alleen via de BMR compensaties voor de splitsing van BHV. Het is vooral de bijna totaal verworven buit, de faciliteitengemeenten die daar als rijpe vruchten in hun schoot aan het vallen zijn, waarop ze zich concentreren. Afschaffing van de door de Raad van State goedgekeurde omzendbrief Peeters, het uitzonderingsrecht om voor kandidaten op de kieslijsten van een andere stad te kiezen, vervanging van de Raad van State door het politiek en paritair samengestelde Grondwettelijk Hof: even zovele methodes om deze gemeentes nu eens en voorgoed naar Brussel te doen overhellen en ze de weg te doen volgen van Neder-Over-Heembeek en Laken. Vlaanderen verliest in deze gemeenten alle zeggenschap – waardoor weer eens aangetoond wordt dat in België de binnengrenzen niet vastliggen. Dan stel je toch even snel voor om alle deze maatregelen in een bijzondere wet vast te leggen? Wie weet of die Vlamingen uit federale loyauteit toch bijten? Dan is dit alles voor eens en altijd verworven. En dus staat dit voorstel in de beide nota’s van Di Rupo.
|