quercus |
16 december 2011 09:24 |
België leeft boven zijn stand
Het is gisteren op de radio gemeld. Nu ook in de pers:
http://www.standaard.be/artikel/deta...kelid=DE3JM0L5
Citaat:
BRUSSEL - De publicatie van enkele basiscijfers over onze sociale bescherming en de vergelijking ervan met andere landen, leidt tot de conclusie dat België op dat vlak boven zijn stand leeft.
Van onze redacteur
Een almaar groter deel van onze welvaart gaat naar sociale bescherming. In 2000 ging 25 procent van het bbp naar sociale bescherming, in 2008 was dat al 28 procent, in 2009 29 procent en in 2010 of 2011 is ongetwijfeld de kaap van dertig procent overschreden.
Hoe komt dat? De groei die wordt toegestaan aan de sociale uitgaven is bij ons systematisch véél hoger dan de economische groei. Dat is de onontwijkbare en politiek belangrijke conclusie bij het doorbladeren van twee nochtans erg neutrale brochures waarin de FOD Sociale Zekerheid de kerncijfers van de sociale bescherming op een rij zet. De topambtenaren Jan Bertels en Tom Auwers stelden deze brochures gisteren voor.
Ze tonen onder meer dat tussen 2000 en 2008 onze welvaart steeg met 37 procent (bbp in lopende prijzen). Terwijl onze sociale uitgaven in die periode met 52 procent stegen, de helft sneller dus (zie tabel 1). In de meeste landen stijgen de sociale uitgaven wel een beetje sneller dan de welvaart, zie Denemarken, Frankrijk, Luxemburg en Nederland. Bij ons is de groei van die uitgaven echter véél hoger. Er zijn ook landen die snoeiden in hun sociale uitgaven: Zweden, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk.
Sectoren
In de gezondheidszorg, de werkloosheid en de pensioensector stijgen de uitgaven bij ons het snelst. De scherpe stijging in de gezondheidszorg was gewild door de politiek. Die stond een jaarlijkse groei van de uitgaven toe van 4,5 procent bovenop inflatie; in sommige jaren kwam dat neer op zeven procent groei per jaar. Dat de pensioenuitgaven toenemen, volgt uit de vergrijzing.
Door die jarenlange sterke stijging van de uitgaven is België van een land met gemiddelde uitgaven voor sociale bescherming, opgerukt naar de groep van landen die het meest uitgeven: de Scandinavische landen en Frankrijk benaderen ook dertig procent van het bbp. De langdurige sterke stijging van de uitgaven voor gezondheidszorg hebben er nog niet voor gezorgd dat we exorbitant veel uitgeven daarvoor. Jaren geleden was België erg zuinig in dit domein en had het een zeer goede gezondheidszorg voor minder geld dan de meeste EU-landen. Nu zitten we op of net boven het gemiddelde. De uitgaven voor werkloosheid zijn wel dubbel zo groot als in andere Europese landen (3,3 procent bbp tegenover 1,3 �* 1,4 gemiddeld in Europa.).
Onze pensioenuitgaven liggen lager dan het Europese gemiddelde; dat komt vooral omdat onze pensioenen erg laag zijn.
Waar komt het geld voor die sociale uitgaven vandaan? Het grootste deel, meer dan 40 procent, komt nog altijd van de werkgeversbijdragen: dat is meer dan gemiddeld in Europa.
Twintig procent komt van de bijdragen van de mensen zelf, de 'verzekerden'; dit is gemiddeld in Europa. 35 procent komt van de 'overheid' en wordt dus betaald met belastinggeld. Vooral dat aandeel stijgt de jongste jaren. Via de 'alternatieve financiering' gaat er almaar meer belastinggeld naar de sociale zekerheid.
Voor één sector, de werkloosheid, geeft België meer dan dubbel zoveel uit als het gemiddelde EU-land. De verklaring is niet dat de uitkeringen hoog zijn, maar dat het aantal uitkeringen extreem hoog is. Daar zijn vier redenen voor. Eerst en vooral blijven heel veel mensen heel lang werkloos in ons land. België is wellicht het laatste land in de EU waar geen beperking bestaat in de duur van de uitkeringen.
Er worden ook werkloosheidsuitkeringen gebruikt om mensen vervroegd te pensioneren: 120.000 mensen maken gebruik van het brugpensioen. Ten derde wordt het geld van de werkloosheidsverzekering ook aangewend om mensen tijdelijk de kans te geven minder of niet te werken (bijvoorbeeld voor de kinderen), 200.000 mensen maken gebruik van de loopbaanonderbreking en het tijdskrediet.
Ten vierde wordt ook werkloosheidsgeld gebruikt om banen te subsidiëren: vooral de dienstencheques die ongeveer 100.000 mensen een deeltijdse dienstverlenende baan bezorgen bij 750.000 gezinnen.
|
Het komt eigenlijk neer op een soort sociale gulzigheid. Het sociale zekerheidsstelsel van een land hoort in de tred te lopen van de economische productiviteit en de economische performantie van een land. Meer nog, als de productiviteit toeneemt, dan hoort men nog bewust te kiezen tussen het omzetten van die productiviteitswinst ofwel in loonsverhoging, ofwel in hogere sociale voordelen. En ook dan hoort er genuanceerd te worden. Want de stijging van de productiviteit is niet in alle sectoren gelijk.
In feite gaat la Belgique op dat vlak op het pad dat Griekenland heeft gevolgd. Ook daar hebben de opeenvolgende regeringen gepoogd zich populair te paken met sociale voordelen die het land eigenlijk niet kan dragen.
|