| Den Duisteren Duikboot |
28 december 2011 13:21 |
Pijpen
Ik heb een taalvraagje. Het schoot me te binnen toen ik onderstaand bericht las.
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Bokkenreyder
(Bericht 5892579)
Ik dacht toch dat een afdeling uit meer mensen bestaat dan de toevallige functionarissen. Of ben jij - als blauwe - gewoon van naar de pijpen te dansen van wie per ongeluk een functie bekleedt? Arme O-VLD of MR! :evil:
|
Het woord pijpen in de uitdrukking naar iemands pijpen dansen roept vaak nogal wat misverstanden op. Het heeft niets te maken met de pijp als rookartikel, evenmin met broekspijpen of de pijpen van een pijpleiding.
Pijpen in de uitdrukking naar iemands pijpen dansen is - dacht ik altijd - een afgeleide van een werkwoord en geen meervoud. Het werkwoord betekent hier op de fluit spelen. Een fluit werd vroeger ook wel eens een pijp genoemd, vandaar.
Men denke bij een fluit aan een muziekinstrument, niet aan een mannelijke snikkel, die men weliswaar ook kan pijpen, maar waar men niet op kan pijpen - laat staan dat er muziek uit komt waarop gedanst kan worden.
Men danst dus - volgzaam, slaafs - op de tonen van de muziek. Men danst naar het pijpen, dus op de maat van het fluitspel.
Echter, volgens de genieën van Onze Taal - zie http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/185/ - kan pijpen toch een meervoudsvorm zijn van pijp (fluit). In dat geval danst men naar de pijpen.
Toch voelt dit niet helemaal zuiver aan. Om de zaken een beetje scherp te stellen: op een pijp moet gepepen worden. Anders is er geen muziek. Ik stel daarom voor pijpen alleen te zien als een werkwoord en alleen nog te dansen naar het pijpen.
Ik sta uiteraard open voor andere suggesties. |
