Den Duisteren Duikboot |
15 januari 2012 13:54 |
Multiculturalisme belemmert integratie
Eind jaren negentig trok de Amerikaanse socioloog Nathan Glazer aan de alarmbel. De integratie van zwarte Amerikanen was mislukt.
Zwarte Amerikanen waren nog steeds oververtegenwoordigd in de onderste lagen van de samenleving. Sinds de opheffing van de laatste discriminatoire wetten was er bijzonder weinig socio-economische vooruitgang geboekt. In sociaal opzicht stelde Glazer weinig vermenging vast: huwelijken, wijken, scholen... - alles leek nog even gesegregeerd als veertig jaar geleden.
Die analyse viel Glazer zwaar. Midden jaren zestig was hij er heilig van overtuigd dat een nieuw tijdperk was aangebroken. De zwarten zouden net zo goed integreren in de Amerikaanse samenleving als de Europese migranten die in de 19de en begin 20ste eeuw naar de Verenigde Staten migreerden. Ze zouden opgaan in de ‘melting pot’.
In de plaats daarvan stelt Glazer vast dat dat zelfs niet meer de bedoeling is. Men is geen Amerikaan meer; men is een Afro-Amerikaan. Niet tijdelijk, maar voor eeuwig. Een identiteit op zichzelf.
De ‘hyphenated American’ – de “hyphen” is het liggend streepje dat voorkomt in samenstellingen met het woord “Amerikaan” – was geboren. Of beter: herboren, want er zijn wel meer periodes geweest waarin de ‘melting pot’ nogal wat taaie brokken bevatte. De late Europese migranten speelden hun ‘hyphen’ echter gaandeweg kwijt. Ook het belang dat aan een Ierse (katholieke) of Japanse afkomst werd gehecht – dat laatste vanwege Wereldoorlog II - nam geleidelijk af. Niet zo voor de Afro’s.
In plaats van iets onwenselijks werd het benadrukken van herkomst juist gepromoot. Het groepsdenken ten tijde van de feitelijke apartheid ruimde baan voor een “egalitair” groepsdenken. Dit denken is de uitkomst van de nieuwe filosofie van het multiculturalisme, meent Glazer.
Hij betreurt deze evolutie, maar begrijpt ze ook. De manier waarop de VS eeuwenlang met de zwarten omgingen heeft in de geesten een barrière verankerd die niet zomaar verdampt als de laatste racistische wetten zijn opgeheven. Bovendien is de geschiedenis van de zwarten, die diep geworteld is in de slavernij, niet die van de Europese migranten.
Toch betreurt hij het multiculturalisme zoals het zich in alle geledingen en sectoren van de Amerikaanse samenleving doorzet. Het is zelfs zover gekomen dat jongeren in schoolboeken leren dat het multiculturalisme altijd de filosofie van de VS is geweest. Maar multiculturalisme is in wezen een conservatieve reflex, een aanmoediging om zich terug te plooien op de eigen groep. Het groepsdenken dat daarmee wordt bevorderd, bevordert ook een cultuur en de instandhouding van machtsverhoudingen binnen die cultuur, zoals de positie van mannen ten opzichte van vrouwen. Bovendien beperken de aspiraties van jongeren zich uiteindelijk slechts op doeleinden binnen de groep - niet de VS, maar de groep wordt het referentiekader - zodat de groep als geheel noch opgaat in het Amerikaanse geheel, noch substantiële vooruitgang boekt.
Daar komt nog bij dat het multiculturalisme uitgaat van een twijfelachtige fictie: de gelijkwaardigheid van verschillende culturen. In deze fictie wordt het debat verdronken over de ‘goede samenleving’. We aanvaarden dat er verschillende opvattingen zijn en dat die naast elkaar mogen bestaan. Volgens multiculturalisten zou dit zelfs een verrijking zijn.
Maar hoe kan die verrijking dan tot stand komen? Verrijking veronderstelt debat, discussie, een kritisch uitwisselen van ideeën en praktijken, een leren van elkaar. De fictie van de gelijkwaardigheid promoot echter het tegendeel: iedereen heeft gelijk, dus het debat hoeft niet te worden gevoerd. Niet over man/vrouw-verhoudingen, niet over de manier waarop een samenleving met ouderen en zieken omgaat, niet over de wijze van bankieren, niet over de omgang met dieren, etc. Pas als we ervan uitgaan dat niet alle zienswijzen evenwaardig zijn, kan er verrijking plaatsvinden, kan de ene zienswijze zich verbeteren aan de hand van de andere. Dat leerproces wordt echter tegengewerkt in naam van de lieve vrede. Het “politieke” – zoals bijvoorbeeld Chantal Mouffe dat ziet – wordt uit de weg gegaan. In de plaats daarvan vinden vrijblijvende "dialogen" plaats tussen "vertegenwoordigers" van verschillende levensbeschouwingen en godsdiensten.
De analyse van Glazer lijkt ook op te gaan voor België: een zelfverklaarde multiculturele samenleving die het land versplintert in ‘groepen’ en ‘culturen’ en op die wijze de integratie van deze ‘minderheden’ - of beter: van daaronder ressorterende individuen - eerder belemmert dan bevordert. Een gemeenschappelijke project, waarin men überhaupt zou kunnen integreren, wordt afgewezen ten gunste van een archipeldenken: een denken over België als een archipel van monolitische eilandjes die elkaar wantrouwen en zich niet voor elkaar verantwoordelijk voelen.
Alzo heeft het multiculturalisme de emancipatie van groepen en culturen verkozen boven de emancipatie van individuen en een schier onmogelijk te overbruggen schisma gecreëerd. En derhalve heeft het ook geen zinvol alternatief geboden voor het extreem-rechtse antwoord – integendeel: zonder multiculturalisme hadden racisme, onbegrip en wederzijdse vijandigheid nooit zo makkelijk wortel kunnen schieten.
|