Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door BWarrior
(Bericht 6141062)
Het zgn. Handvest voor Vlaanderen bevat een interessante passage:
"Geen kieskring mag de grenzen van het grondgebied van het Vlaams Gewest overschrijden" (p. 24).
Dit zal ook wel bedoeld zijn om een federale kieskring onmogelijk te maken.
Maar, los daarvan is er nog een vraag: hoe kunnen de partijen in de Vlaamse regering nu nog het luik-BHV dat in de staatshervorming vervat zit, aanvaarden? Want daarin wordt toch voorzien in een kieskring die het Brussels gewest en de zes faciliteitengemeenten errond vervat en dus de gewestgrenzen overschrijdt.
Gaat het Vlaams Parlement nu een belangenconflict indienen? Of gaat ze, door dit niet te doen, aanvaarden dat het Handvest maar een vrijblijvend document is (wat de iure ook zo is)?
|
Op pagina 23 onder 70 a. leest u :
"
Het Vlaams parlement stelt bij decreet de kieskringen vast. Dat decreet moet worden aangenomen met de in 66, a, tweede lid bepaalde meerderheid."
Bovenaan pagina 24 volgt dan onder (70) b. :
"
Geen kieskring mag de grenzen van het grondgebied van het Vlaams Gewest overschrijden."
Het gaat dus duidelijk om de kieskringen die bij decreet door het Vlaams parlement worden vastgesteld, zegge om de kieskringen van het Vlaams Gewest en niet van welkdanig ander gewest : het Vlaams parlement is immers niet bevoegd om de kieskringen van een ander gewest dan het Vlaams Gewest vast te stellen.
Het federaal parlement daarentegen is geenszins gebonden door het Handvest voor Vlaanderen, en kan uiteraard bij daartoe passende meerderheid beslissen om kieskringen in te stellen die de grenzen van het grondgebied der gewesten overschrijden (het weze zelfs een federale kieskring).
Overigens, vanuit de optiek van het federaal parlement is het Handvest voor Vlaanderen, dat trouwens geen kracht van wet heeft, inderdaad een volstrekt vrijblijvend document. Men kan één en ander in zekere zin vergelijken met het instellen van de
Fédération Wallonie-Bruxelles, die zolang de Belgische grondwet niet in die zin wordt aangepast, evenmin juridische of formeel staatkundige betekenis heeft.
Het gaat dus in wezen louter om zaken die buiten de marge van het Belgisch grondwettelijk staatskader liggen, en die dus geen constitutionele betekenis hebben. Ik zie dan ook niet goed in dat het inroepen van welkdanig belangenconflict door wie dan ook in dergelijke gevallen enige zin of nut kan hebben.
Anderzijds kan ik u wel volgen als u één en ander vanuit partijpolitiek oogpunt bekijkt, en bedoelt dat het nogal onzinnig voorkomt dat verkozenen van eenzelfde politieke partij (of partijen) diametraal tegengestelde staatkundige visies kunnen voorstaan naargelang zij zetelen in het federaal parlement of in een parlement van de “
gefedereerde entiteiten”, hetgeen we kunnen vaststellen zowel bij Nederlandstalige als bij Franstalige Belgische partijen.
Evenwel, zoiets is in zekere mate inherent aan elke staatsindeling met verschillende hiërarchische beleids- en beslissingsniveau’s, en derhalve niet enkel in België. Een verkozene wordt nu eenmaal (terecht) geacht in de eerste plaats de belangen te behartigen van het beleidsniveau waarop hij/zij verkozen is, en die zijn zelden helemaal gelijklopend met de belangen van een ander niveau. En dan hebben we het niet eens over de verschillende meerderheidscoalities, waarbij men op een bepaald niveau tot de oppositie kan behoren, en op een ander niveau tot de meerderheid, en aldus al dan niet gebonden zijn tot enige loyauteit ten aanzien van een coalitieakkoord…