De meeste landen hebben een nationaal dier, een groot aantal zelfs meerdere, en bij veel landen zegt het dier ook iets over het land waar ze symbool voor staan. Belgie bijvoorbeeld heeft als nationaal dier de leeuw, die niet in Belgie wil wonen en bekend staat om de gruweldaden die hij de kinderen van zijn buurman aandoet, en als nationale vogel de torenvalk, die geen Nederlands spreekt, en graag bij onveilige wegen naar prooidieren speurt. Perfect, niks meer aan doen.
Nederland heeft eveneens de leeuw als nationaal dier, en kennelijk de lepelaar als nationale vogel. De enige mensen die dat weten zijn echter de persoon die het weetje op de wikipedia-pagina van de lepelaar gezet heeft, ik sinds een paar dagen en nu ook jullie. Zelfs de wikipedialijst van
nationale vogels is buiten het complot gehouden. Beide dieren zeggen echter compleet niks over Nederland. Leeuwen hebben een hekel aan water, wonen in natuurlijke landschappen, eten een hele gnoe op zonder achteraf wat restjes in de koelkast te bewaren en liggen bovendien het grootste deel van de dag lekker lui in de stralende zon, en zoals iedereen weet is dat in Nederland een grove uitzondering, stralende zon. Lepelaars komen dichter bij, maar wij prefereren mes en vork. Bovendien is vrijdag visdag een uitvinding van de katholieken en verdomt dat stomme beest om een dag echt goed Calvinistisch te vasten. En die pluimen op zijn kop doen me trouwens ook veel te veel denken aan carnaval. Alle Brabanders terug naar Limburg graag, het is tijd voor een echt nationaal dier.
Eruit jij.
Waar dacht je aan Bovenbuur? Nou, heel simpel, aan de ooievaar. Ja ja, dat is al het nationale dier van Litouwen (ja ja, dat heb ik ook opgezocht), maar om compleet andere redenen, dus dat loopt wel los. Laat me de zaak toelichten:
In den beginne was het grootste deel van Nederland een mix van moerassen en graslanden. Op een aantal hooggelegen zandgronden groeide bos. In de loop van de tijd zijn de moerassen drooggelegd, is er bos op gegroeid, is het bos gekapt, zijn er gewassen gezaaid tot de grond uitgeput was, en hebben ze daarna op wat er overbleef vee laten grazen tot er niets overbleef dan zandverstuivingen. De natuurbeheerders in Nederland zijn net zo zuinig als de rest van ons, en hebben verklaard dat los zand natuur is. De nog bestaande verstuivingen worden beschermd. Lekker weinig werk dus. Maar het kan nog zuiniger. De twee meestvoorkomende natuurtypes in de statistieken van Staatsbosbeheer zijn productiebos en "voedselrijke graslanden en akkers", landbouwgebied dus. Krugerpark eat your heart out. Winst maken op natuurbeheer? Verklaar productieve gronden tot natuurgebied. Misschien kunnen we Amsterdam tot natuurgebied benoemen, het is tenslotte een geweldige habitat voor duiven.
Dat landbouwgebieden tot natuurgebied worden gerekend kan omdat een aantal van de oude "moerassig-graslanddieren" in de loop der jaren maar gewoon gedaan hebben wat nodig was en tegenwoordig min of meer kunnen overleven in een weide of op een akker. Dus is het nu een belangrijke biotoop, zonder dat landschap zouden de kievit en de roerdomp het echt nooit overleven. En vergeet de korenwolf niet, de naam zegt het al.
De ooievaar is ook een van de dieren die zich aangepast hebben aan de verkeerde biotoop, maar ondanks alles ging het er toch steeds slechter mee. In 1991, ongeveer een eeuw na het uitsterven van de ooievaar in Belgie, leek het dier ook uit Nederland verdwenen. Toch niet zo'n ideale biotoop dus. Toe is men dus maar vrijwel meteen een fokprogramma gestart ter herintroductie van het dier, je mist iets tenslotte pas als het er niet meer is. Op zich geen unieke situatie, de zeehondencreches doen het tenslotte prima sinds de Zuiderzee dicht is. Maar Hannes en co leven in ieder geval nog in een deel van het oorspronkelijke leefgebied, het is niet alsof ze moeten zien te overleven op een soort waddenakkers.
Een van de ondersteunende maatregelen was het bouwen van gehaal natuurlijke nestpalen omdat wij ondertussen ook niet meer weten hoe een boom er uitziet.
Een ooievaarspaal op een rotonde, daar hebben minstens drie gemeenteplanners aan meegewerkt. En dan is het ook nog eens geen echte rotonde.
Het programma was succesvol, en hoewel er nog steeds minder ooievaars zijn dan lepelaars (nee echt, sterf, rotbeesten) kunnen we vol trots terugkijken over hoe we de vogels in de verkeerde biotoop op de verkeerde nestplaatsen hebben teruggebracht.
Maar wacht, daar eindigt het verhaal nog niet. De ooievaars die eerst in Nederland woonden behoorden tot de groep die 's winters via het Midden Oosten richting Zuidelijk Afrika migreert, en dat is natuurlijk veel te ver voor onze eigen reuzenpanda's. De dieren die voor het fokprogramma uitgekozen zijn zijn daarom expres gekozen uit de populatie die over Spanje en Marokko naar Westelijk Afrika vliegt om te overwinteren. Een stuk veiliger, zelfs als je meerekent dat de Fransen een groot deel van de vogels uit de lucht schieten.
Men kan in Nederland dus genieten van verkeerde nestruimtes in een verkeerde biotoop waar ook nog eens de verkeerde vogels in zitten. Als dat niet echt Nederlands is, weet ik het ook niet meer. Ik heb bij dit nieuwe nationale dier ook meteen een nieuwe wapenspreuk: "Maar we bedoelden het goed". En als klap op de vuurpijl is het met al dat zwart en wit nog een bijzonder goedkoop logo om uit te printen ook. Nederlandser wordt het niet, toch?
Zo, en nu maar campagne voeren, wie doet er mee?