Van de BUB-persdienst:
---
DE MACHTSOVERNAME VAN DE NSDAP: EEN WAARSCHUWING UIT HET VERLEDEN
Hitler en Hindenburg
Op 30 januari 2013 was het tachtig jaar geleden dat Adolf Hitler de macht overnam in Duitsland. Het was het begin van het brutale en genocidaire nationaal-socialistische regime, dat zou leiden tot de Tweede Wereldoorlog, waarin 60 miljoen doden vielen.
Nochtans was tien jaar eerder de
NSDAP van Adolf Hitler volledig gemarginaliseerd. In november 1923 had zijn partij een mislukte couppoging ondernomen. De partij won er wel enorm veel media-aandacht door. Nochtans kwam de echte doorbraak van de
NSDAP er pas na de economische recessie eind jaren 1920. Zo haalde de partij in 1928 minder dan 3% van de stemmen. Twee jaar later bedroeg dit aantal plots 18,3%. Die verkiezingen verzwakten bovendien zowel de andere nationalistische partijen ten voordele van de
NSDAP (naar analogie met de verzwakking van het VB LDD ten voordele van de N-VA in België) als de traditionele partijen (m.n. de katholieken en socialisten).
De
NSDAP had onderhand ook de steun verkregen van machtige industriële lobbygroepen. Deze steun kan vergeleken worden met deze die de N-VA vandaag van de werkgeversorganisatie Voka geniet. Bovendien verklaarde de voorzitter van Unizo, Karel Van Eetvelt, op 27 januari 2013 dat hij telefoontjes kreeg van ondernemers die hem vroegen gesprekken met de N-VA aan te knopen. Niemand stelt zich blijkbaar vragen bij de verstrengeling van belangen tussen de zakenwereld en de extreme nationalisten, hoewel de geschiedenis aantoont welke rampzalige gevolgen die kan hebben.
Dezelfde vaststelling geldt voor de compromispolitiek t.a.v. nationalisten of het feit dat nationalisten door een machtsdeelname kunnen worden “ingekapseld”. Vanaf het begin van de jaren 1930 wilden traditionele Duitse partijen de nazi’s laten deelnemen aan de macht om zo bepaalde van hun eigen programmapunten te kunnen realiseren zonder evenwel de macht volledig af te staan aan de nazi’s. Ook in België doen traditionele partijen beroep op de ideologie van extreme nationalisten (VB en N-VA) of regeren ze met hen (N-VA in de “Vlaamse” regering).
Bij de presidentsverkiezingen van 1932 haalde de onafhankelijke oud-generaal Von Hindenburg 56% van de stemmen. Na de verkiezingen volgden er gesprekken tussen de toenmalige rijkskanselier Schleicher (partijloos) en Hitler. Ze bereikten een akkoord: Hitler zou gedoogsteun bieden aan de regering die Schleicher op de been wou brengen in ruil voor nieuwe verkiezingen.
In juli 1932 ontsloeg Hindenburg Brüning (lid van de katholieke partij) en benoemde hij Frans von Papen (eveneens van de katholieke partij), die de steun van Schleicher genoot, tot kanselier. De oude president hoopte dat de nazipartij haar afspraken zou nakomen en de regering zou steunen. Na de verkiezingen van 1932 – waarbij de
NSDAP 37% van de stemmen behaalde – voerde Hitler de druk op. Hij zou of de leiding krijgen over de volledige regering en de volledige almacht of in oppositie gaan.
De Rijksdag stemde in september 1932 een motie van wantrouwen tegen de zittende regering. Het land verviel in een diepe crisis. Na nieuwe verkiezingen haalde de
NSDAP weliswaar “maar” 32%, maar ze bleef wel de grootste partij. Na een spel van politieke intriges, viel de regering van Von Papen. Uiteindelijk was het diens bedoeling om Hitler toe te laten tot het kabinet om hem zo te “controleren”, maar Hitler was erin geslaagd de hele Duitse politiek gedurende jaren om zijn figuur te laten draaien om dan uiteindelijk zelf de macht te grijpen.
Op 30 januari 1933 werd Hitler tot kanselier benoemd. In die regering vormden de nazi’s weliswaar een minderheid, maar door chantage en toegevingen van andere partijen verwierven ze op twee maanden de almacht. Door de Ermächtigungsgesetz (maart 1933) werd Hitler de facto dictator en werd het parlement buiten spel gezet. De andere partijen dachten dat deze evolutie maar voorlopig was en dat de vroegere korporaal zich wel politiek zou verbranden, maar het draaide anders uit. Hoewel het staatshoofd – Hindenburg –belangrijke prerogatieven behield, zoals het feit dat hij hoofd van de strijdkrachten was, verzaakte hij eraan om die tegen de nazi’s in te zetten, net zoals hij Hitler niet uit zijn ambt ontsloeg. Na de dood van Hindenburg (1934) voegde Hitler de functie van president en kanselier samen tot Führer.
Hoeveel stemmen Hitler ook verkreeg, toch was hij nooit van plan om de macht op een volledig democratische manier te verwerven. Hij gokte op de zwakheid en verdeeldheid van de tegenstanders, de machteloosheid van het staatshoofd – die de iure meer prerogatieven had dan de kanselier – en de bereidwilligheid van andere rechtse partijen, zoals de katholieke partij van Von Papen.
Ook de N-VA in het huidige België maakt van haar anti-democratische “ambitie” geen geheim. Zo verklaarde de voorzitter van deze partij, Bart De Wever, op 3 maart 2012 onomwonden dat hij in 2014 de Belgische grondwet zou opschorten om het zogenaamde “confederalisme” door te voeren. In de praktijk betekent dit dat de N-VA in 2014 een staatsgreep wil plegen om België te splitsen.
Op 30 januari 2013 besloot de N-VA overigens de machtsoverdracht van de nazi’s op geheel eigen wijze te herdenken. Bij monde van de Antwerpse Jood André Gantman – fractieleider van de N-VA in de nieuwe gemeenteraad – wil de partij de functie van stadsdichter in Antwerpen laten verbieden… Bovendien besliste het nieuwe schepencollege van Aalst dat alle Belgische symbolen uit het stadhuis moeten verwijderd worden (zie onze andere tekst hierover). Het kan niet cynischer.
---
http://www.unionbelge.be/?p=6721