demonen |
11 juli 2013 10:04 |
Ambtenarenpensioen DRIE keer hoger dan in de privé
Ze ontsnappen voorlopig aan elke begrotings- of besparingsoefening en elke pensioenhervorming. Zelfs vanuit werkgevershoek spreekt men met enige schroom over het probleem. De ‘ze’ dat zijn de ambtenarenpensioenen, die verhoudingsgewijs veel hoger liggen dan andere pensioenstelsels.
door Stijn Decock
Hoofdeconoom Voka
Het was dan ook wat verrassend dat de eerste die nu echt de aanval inzet op de zeer gunstige pensioenregelingen de overheid zelf is, met name de gemeenten. De verklaring hiervoor is dat zij de strop steeds meer rond hun nek voelen spannen van zowat alles wat de voorbije jaren mis is gegaan in België.
We beginnen best met wat cijfers. In 2012 spendeerde België volgens het Planbureau 5,4% van het bbp aan werknemerspensioenen en 3,8% aan ambtenarenpensioenen. Op het eerste zicht niet zo’n spectaculair cijfer. Dat wordt het wel wanneer je wat gaat rekenen met de cijfers. Die 5,4% of 18,7 miljard moet over 1,59 miljoen gepensioneerden verdeeld worden terwijl de 3,8% of 12,3 miljard van de ambtenaren slechts over 399.000 mensen verdeeld wordt (bron: Vergrijzingsrapport Planbureau). Per gepensioneerde betekent dat gemiddeld 11.789 euro per jaar voor een werknemerspensioen en 31.759 euro per jaar voor ambtenarenpensioen. Dus bijna drie keer zoveel! Het Planbureau schat dat de kosten voor de ambtenarenpensioenen met bijna 50% zal toenemen tegen 2040. Geen goeie argumenten
De klassieke argumenten ter verdediging van het hoge ambtenarenpensioen zijn dat dit een vorm van uitgesteld loon is en dat ambtenaren geen tweedepijlerpensioen kennen. Die argumenten gelden echter steeds minder. Vooreerst liggen ambtenarenlonen steeds meer in lijn met de loonvoorwaarden in de privésector, zeker als ook rekening wordt gehouden met verlofdagen, gewerkte uren en inkomenszekerheid door de vaste benoeming. Ten tweede geldt het tweede pensioenpijlersysteem maar voor een beperkt aantal werknemersgroepen en zijn de bedragen die hierin gestopt worden veel kleiner dan de zeer gunstige pensioenregelingen in de ambtenarij. De lage rentes duwen trouwens het rendement van steeds meer tweedepensioenpijlerplannen naar beneden.
Je moet dus geen wiskundige zijn om in te zien dat de ambtenarenpensioenstelsels op termijn onhoudbaar zijn. Ook sociaal is het niet meer aanvaardbaar. Met een moordend hoge fiscale druk op de werknemers en bedrijven en lage pensioenen voor de werknemers en zelfstandigen, is het niet te rechtvaardigen dat één groep wel over een zeer voordelige pensioenregeling beschikt, dit ten koste van alle andere groepen in de samenleving.
Gemeenten krijgen klappen
De eerste groep die nu volop de gevolgen van de te gunstige ambtenarenpensioenregelingen hard aan den lijve ondervindt, zijn de gemeenten. De gemeenten krijgen nu de rekening gepresenteerd van zowat alles wat België de afgelopen jaren niet goed heeft gedaan: het niet aanpakken van de vergrijzing (stijgende kosten voor ambtenaren), een te laks migratiebeleid (stijgende kosten voor OCMW en scholen), slecht toezicht op de banken (wegvallen van Dexia dividenden), te veel mensen bij de overheid en te veel regulering (gemeenten hebben het meeste aantal mensen aangenomen in de laatste jaren)… Hierdoor komt bij de gemeenten de financiële strop steeds strakker rond de stadskas te zitten.
Hierbij dreigen twee foute reacties. De eerste is de belastingen optrekken. Met een overheidsbeslag van 55% en zowat de hoogste belastingstarieven tout court in Europa, is het verder optrekken van belastingen economische zelfmoord. Ten tweede dreigen er te veel besparingen op de kerntaken van de gemeenten zoals goede infrastructuur, veiligheid, netheid, een ‘positieve’ stadsambiance… Hierdoor zal een te groot deel van het budget van de gemeenten naar ‘inactiviteit’ vloeien: hoge pensioenen van ambtenaren en uitkeringen via OCMW’s terwijl er weinig over blijft voor ‘actieve uitgaven’ zoals kinderopvang of goede wegeninfrastructuur.
Een gelijkaardige situatie dreigt binnen enkele jaren voor de federale regering, waar de vergrijzingskost ook alle beleidsruimte opvreet, zeker als de economische groei de komende jaren nog wat tegenvalt. Daarom moet men de pensioenstelsels van ambtenaren meer naar die van gewone werknemers laten convergeren. Geen Detroitscenario
Nog dit. Dit jaar is de Amerikaanse stad Detroit failliet verklaard. De autostad zag de inkomsten door de oplopende werkloosheid en de vlucht vanuit de stad sterk verminderen. De schuld van de stad was opgelopen tot 17 miljard dollar of 25.000 dollar per inwoner. Met als gevolg dat nog meer mensen verhuizen en de schuld per inwoner dus nog meer oploopt. Bijna alle stadsparken zijn nu dicht, de brandweer beschikt over materiaal ‘dat met kauwgum’ aan elkaar hangt en 40% van de straatlantaarns werkt niet meer. Een curator is aangesteld. Hij komt met een vernieuwend reddingsplan dat wel eens als de blauwdruk voor heel wat failliete gemeenten zou kunnen gelden, ook buiten de VS.
Het nieuwe is dat niet alleen de klassieke schuldeisers (obligatiehouders) in het faillissementsbad worden getrokken, maar ook de pensioenverplichtingen tegenover de huidige en vroegere ambtenaren. Met andere woorden, als de pensioencontracten voor de ambtenaren van Detroit niet neerwaarts bijgesteld worden, acht de curator het onmogelijk om Detroit financieel opnieuw leefbaar te maken. Misschien handelen we best nu, om te vermijden dat steden als Antwerpen of Gent ooit in Detroitscenario’s verzeild geraken.
Het buitenland wil de Belgische dubbele ambtenarenpensioenen niet financieren, onze produkten zijn te duur!
|