Tot op heden was de sociale zekerheid quasi volledig een Belgische materie. Met de zesde “staatshervorming” komt daar duidelijk verandering in. De zesde staatshervorming voorziet in een splitsing (communautarisering) van “het beleid betreffende de zorgverstrekkingen in oudereninstellingen, met inbegrip van de geïsoleerde geriatriediensten”.
Tot op heden was de sociale zekerheid quasi volledig een Belgische materie. Met de zesde “staatshervorming” komt daar duidelijk verandering in. De zesde staatshervorming voorziet in een splitsing (communautarisering) van “het beleid betreffende de zorgverstrekkingen in oudereninstellingen, met inbegrip van de geïsoleerde geriatriediensten”.
Dit betreft een substantiële overdracht – 2,6 miljard euro of 10% van het totale budget van de Belgische gezondheidszorgen (ca. 26 miljard euro) – van bevoegdheden. Ter vergelijking: de splitsingen in de preventieve gezondheidszorgen namen minder dan 0,25% van het totale budget (92 miljoen euro) in beslag.
Meerbepaald gaat het om:
- de rust- en verzorgingstehuizen (RVT),
- de rustoorden voor bejaarden (ROB)
- de centra voor dagverzorging (CDV)
- de centra voor kortverblijf (CKV)
- de geïsoleerde G-diensten (revalidatie van geriatrische patiënten)
- de Sp-diensten (gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie)
Deze defederalisering gaat overigens een stuk verder dan de pre-separatistische “nota De Wever” van oktober 2010. Alleen daarom al is deze hervorming schandalig. Zo wilde de N-VA wilde de geïsoleerde G-diensten, Sp-diensten en de centra voor kortverblijf (op de programmatie na) volledig federaal laten en wat de andere instellingen betreft nog steeds enkele aspecten niet splitsen zoals de prijscontrole en de erkenningsnormen. Zelfs het Vlaams Belang erkende dat deze overdracht “vrij volledig” is en gaf aan hieromtrent “voorzichtig positief” te zijn (De Zesde Staatshervorming, Vlaanderen opgelicht,Brussel., 2012, p. 13). Dat zegt genoeg !
De partiële communautarisering van de geriatrie geeft voorts aanleiding tot absurde situaties waar u in de media niets van zal vernemen: zo worden geriatrische bedden een gemeenschapsaangelegenheid als ze deel uitmaken van één van de bovenstaande instellingen. Indien niet, blijft de nationale overheid bevoegd. De federale overheid blijft overigens bevoegd voor de thuiszorg voor bejaarden, maar dus niet meer voor de residentiële geriatrie: van een geïntegreerd gezondheidsbeleid zal dus minder dan ooit tevoren sprake zijn !
La Libre Belgique (30 januari 2013, pp. 6-7) meldde dat de overgedragen middelen niet in verhouding staan met de toekomstige vergrijzing van de bevolking. Sedert 2000 groeiden de kosten in de residentiële geriatrie met 7,5% per jaar. Indien de akkoorden toen in werking waren getreden, was er nu een tekort van 500 miljoen euro en zou de roep om privatisering nog sterker worden. Maar de privatisering zou haaks staan op de belofte in het regeerakkoord dat de patiënt voor eenzelfde product of prestatie, ongeacht waar hij in België de gezondheidszorg geniet, eenzelfde prijs zal betalen. Een privatisering is dus blijkbaar taboe, maar de splitsing van de sociale zekerheid plots niet meer. Taalnationalisme is een waarlijk pervert systeem: het haalt de mooiste idealen, waaronder die van eenheid en solidariteit, onderuit.
Bovendien hebben de groenen en de zogenaamde socialisten, die vroeger altijd schreeuwden dat de Belgische sociale zekerheid nooit mocht gesplitst worden, voor de communautarisering gestemd: onbegrijpelijk en wraakroepend !
Tenslotte kan men zich de vraag stellen wat de Belgische bejaarden misdaan hebben om zo’n splitsing te verdienen. Denkt men werkelijk dat men op deze manier de politiek-communautaire problemen gaat oplossen of is het daarentegen de bedoeling er nog bij te creëren? De vicieuze cirkel is immers gekend: hoe meer men splitst, hoe meer verschillen men creëert en hoe meer verschillen men creëert, hoe meer men splitst. Wanneer zal deze onmenselijke en anti-Belgische waanzin stoppen?
Bron:
politics.be