Oorspronkelijk geplaatst door de redactie / Carl Devos
In tegenstelling tot de vorige ‘moeder der verkiezingen’, verloopt de federatie van onderuit. De PS is de eerste, maar niet de enige die voor deze confederale aanpak koos. Al gaat het ook gewoon om ouderwets kiezen voor zekerheden. Sinds 1999 is de wereld en de Belgische politiek veranderd. Veel sneller dan voorzien kunnen de regionale formaties opgestart worden. Blijft over: de combinatie van al die posities in de federale regering. Maar dat zit er de komende dagen of weken ook nog in. Niemand hoeft die 541 dagen te vrezen.
Alleen in theorie blijft nog veel mogelijk
Zoals voorspeld trok de voorbije week een wedstrijd regeringsvorming voorbij. De verklaring is even eenvoudig als krachtig: een mix van gebrek aan onderling vertrouwen en het besef dat de ene formatie van de andere beïnvloedt. Het kwam er dus op aan om het zekere voor het onzekere te nemen.
Eerst nog deze dienstmededeling: zolang er geen regeerakkoorden gesloten zijn, is niets definitief. Is het nog mogelijk dat we over enkele weken of maanden toch in een heel andere constellatie terecht komen? Met, bijvoorbeeld, overal klassieke tripartites? Ja, dat is in theorie nog mogelijk. Er is nog geen enkel regeerakkoord getekend en zelfs gevormde regeringen kunnen vallen om zich aan te passen. Maar meer dan een theoretische mogelijkheid is dat niet.
Een voorlopige reconstructie
Wat zich deze week afspeelde zal later nog gereconstrueerd worden. Maar voorlopig gaat het als volgt: De Wever boekt vorderingen om een federale regering met christendemocraten en liberalen te vormen. Hij laat dat opnieuw aan de PS weten en vraagt om zoals in Vlaanderen de regionale formatie wat te temporiseren, tot zijn eerste informatieronde is afgelopen.
De PS, die al langer weet wat er aan die tafel gezegd wordt via de CDH waarmee de relaties altijd goed bleven, weet dat die CDH twijfelt. En biedt haar de Waalse en Brusselse regering aan. Strategisch, maar ook om inhoudelijke redenen. Beide partijen hadden al veel langer een voorkeur voor elkaar. Minder dan 24 uur later kiezen N-VA en CD&V voor elkaar. Ze doen dat uiteraard in reactie op de zet van de PS. En net als de PS kiezen ze ook voor een regering met het minst aantal partijen. MR is in Wallonië niet nodig, en in Brussel kan het met FDF. Dus kiezen ook de ex-kartelpartners voor een regering zonder Open VLD, die Vlaams niet nodig is.
Gwendolyn Rutten heeft gelijk als ze daarin een soort ‘communautaire reactie’ ziet. Want door de zet van de PS steeg de druk op CD&V om haar eerdere koers – de Vlaamse en federale regering moet gelijktijdig gevormd worden, in tegenstelling tot wat N-VA wou – te verlaten. Want het leek alsof de PS ook de Vlaamse zou dicteren. Luid klonk de aanzwellende kritiek dat de Vlaamse naïevelingen – in casu bij CD&V – zich weer eens hadden laten rollen door die sluwe Franstaligen. En dus sloten N-VA en CD&V een akkoord om samen de Vlaamse regering te vormen. Dat ging niet zo netjes: Open VLD werd pas heel laat op de hoogte gebracht.
Het worden nog lastige gesprekken
Gemakkelijk worden die Vlaamse coalitiegesprekken niet, want bij CD&V hoort ook nog een ACW-vleugel. Bij de bestaande maar vooral bij de nieuwe Vlaamse bevoegdheden zijn er veel die mee het Vlaams sociaal model zullen maken. Dat worden dus nog lastige gesprekken, hoewel vooral de zware besparingen vaak de scheidsrechter zullen zijn.
Maar bij het ACW hebben ze liever CD&V in de regering dan in de oppositie. In het laatste geval kan je die moeilijke compromissen vermijden, maar in het eerste heb je tenminste invloed op die cruciale eerste decreten in de nieuwe bevoegdheidsdomeinen. En bij CD&V willen ze écht dat N-VA mee bestuurt.
De liberalen en de federale regering
Er is nog wat onzekerheid over Brussel – naast België de enige plek waar beide taalgemeenschappen het met elkaar samen moeten uitzoeken – maar voor het overige zijn de regionale formaties gestart. Blijft nog over: de federale regering. Daar spelen de liberalen een cruciale rol. Toch minstens de MR. Zij heeft het lot van die regering in handen.
Ook Open VLD is nog van tel. Zij reageerde gisteren zeer begrijpelijk gekwetst en ontstemd over haar uitsluiting van de Vlaamse regering. Dat ze concludeert dat de anderen het nu maar moeten uitzoeken is een logische eerste en menselijke reactie. De ontgoocheling van Gwendolyn Rutten is oprecht. Maar de interpretatie daarvan zal snel omslaan in de richting van frustratie omwille van het verlies van de Vlaamse ministerposten. Als Open VLD tenminste ooit federaal nodig is. Want ook dat heeft de partij niet in handen.
Er bestaan geen gemakkelijke of evidente federale coalitiemogelijkheden. Dat was zo voor en dat is ook zo na de start van de regionale formaties. Het gaat er dus om de minst moeilijke te realiseren. In de meeste van die uitwegen spelen de liberalen een rol. In één alvast niet: de confederale federale regering. Een regering met N-VA-CD&V en PS-CDH.
Maar om voor de hand liggende redenen is dat niet meteen een realistische optie. Hoe kan een ‘progressieve’ Franstalige meerderheid instemmen met forse hervormingen van ons sociaal model die vooral N-VA voorstaat? En als dat er niet in zit, moet N-VA vooral met institutionele hervormingen naar haar ledencongres kunnen trekken, waar een twee derde meerderheid nodig is voor federale regeringsdeelname. Wie weet kunnen daar wel zaken gedaan worden, maar die kans is niet veel groter dan nul.
Een federale regering met N-VA... en met wie nog?
In alle andere federale opties spelen de liberalen wel een rol. Bijvoorbeeld in een federale klassieke tripartite. Ook voor CD&V een te vermijden scenario. Want dat moet zij federaal besturen zonder en Vlaams met N-VA. En dat laatste in andere verhoudingen dan tussen 2009 en 2014: nu is N-VA de leidende partij van de Vlaamse regering, met meer dan een derde van de zetels in het Vlaams Parlement. Vandaar dat ook CD&V en N-VA zich federaal aan elkaar klinken.
Of de PS en CDH dat ook zullen doen valt nog te bezien. Want de PS laat verstaan dat het voor haar niet per se moet. En dus zegt ze ongeveer aan CDH: doe maar. Nu CDH regionaal zeker is kan ze federaal eventueel ook meedoen zonder de PS. Want die weet wat er federaal moet gebeuren en heeft daar misschien niet zoveel zin in. Er zijn er daar wellicht die denken dat de anderen er de schaar maar moeten inzetten, anders krijgt de PS nog meer klop van de PTB.
Komt dus naar voor: een federale regering met de N-VA. Bart De Wever werkte en werkt aan een centrumrechtse meerderheid. Zijn bedoeling was om die ook met CDH te realiseren, in een regering met N-VA, CD&V, CDH, MR. En misschien ook Open VLD. Is CDH zonder de PS te verkrijgen? Dat is zeker niet uitgesloten. Ook niet noodzakelijk. Maar dan moet Open VLD wel mee. Het is dus CDH of Open VLD, als MR mee wil.
MR als enige franstalige partij?
Zonder CDH is MR de enige Franstalige partij in zo’n regering. Tegenover een flink aantal ministers staat dan in Franstalig België het beeld van de Franstalige verrader, die in een federaal centrumrechts besparingsbestuur stapte en zo ook de Franstalige burgers pijn deed. De ‘progressieve’ en ‘Waalse’ meerderheid van PS en CDH zullen niet nalaten om dat jarenlang in het gezicht van MR te gooien. Met CDH staat MR wat minder alleen.
Maar misschien zien de Franstalige liberalen het toch nog zitten om als enige Franstalige partij federaal te besturen met CD&V en N-VA als CDH niet wil. Zo ziet het er tenminste naar uit, zo was tussen de lijnen in haar reactie op de Waalse en Brusselse formatiestart te lezen. Als MR bereid is om zonder CDH met N-VA en CD&V in een federale ‘herstel’regering te stappen, dan ligt alle druk bij Open VLD. Want het beleid van zo’n regering komt wellicht zeer in de buurt van de ‘groei’regering die Open VLD voor ogen had. Een regering met N-VA (33), CD&V (18) en MR (20) haalt te weinig zetels. Die van Open VLD (14) of van CDH (9) zijn dus nodig om zo’n formule aan een meerderheid (76) te helpen.
Bij de oude kartelpartners verkiezen ze wellicht met MR en CDH, zonder Open VLD. Dan is de enige ‘familie’ die van de christendemocraten en kan Peeters of Beke premier worden. Bourgeois wordt dan Minister-President. Want een premier van N-VA zien ze daar zelf liever niet. Als CDH niet wil moet Open VLD mee met MR. Dan zijn de liberalen het grootst in die regering N-VA-CD&V-Open VLD en MR.
De keuze van Open VLD
In dat geval zal Open VLD voor de keuze komen: meedoen in een centrumrechtse federale regering en zo het beleid mogelijk maken dat veel van haar kiezers en ondernemers vragen, waar ze wellicht een flink stuk van haar programma kan realiseren. Of die stekker niet instoppen omdat ze niet in de Vlaamse regering zit. Dan staat ze niet enkel overal met lege handen, voor vijf jaar, maar dan zal ze vroeg of laat het verwijt krijgen dat zij de hoofdverantwoordelijke is voor het feit dat we geen federale regering krijgen. Terwijl Open VLD zich net profileert als de federale partij en anderen communautaire spelletjes verwijt.
Zelfs de blinde ziet dat zo’n situatie niet lang vol te houden is en de druk immens zal worden. Het land een regering ontzeggen die een deel van je programma kan realiseren, zonder de PS, is een nog moeilijkere positie dan zo’n regering vormen zonder dat je in de Vlaamse regering zit. En als Open VLD het been lang stijf houdt komt er misschien wel een federale regering met de PS en zonder N-VA. Dan loopt ze kans om zich over enkele jaren te moeten verantwoorden voor ‘pestbelastingen’. Maar zover laten N-VA en CD&V het wellicht niet komen: misschien nodigen ze Open VLD toch nog uit in de Vlaamse regering. Daarom ook maakt Open VLD daar zo’n punt van.
Dus als CDH niet meespeelt komt er een gigantische druk op Open VLD om die PS-loze regering mogelijk te maken. En trouwens, als CDH wel meedoet, gaat Open VLD dan oppositie voeren tegen die centrumrechtse regering met MR? Misschien doet de partij er beter aan zeer gewillig te zijn voor de federale formatie, want in de oppositie lijkt het voor haar nog moeilijker te worden.
Het kan rap gaan
Conclusie: de federale regering is relatief snel mogelijk. Langs Vlaamse kant N-VA en CD&V. Langs Franstalige kant MR en CDH. Wil die laatste niet, dan komt Open VLD in beeld. En de winnaar van al die bewegingen is dan diegene die ook de Vlaamse verkiezingen won. Doen de liberalen niet mee in die centrumrechtse regering, dan kiezen ze voor een kabinet met de PS.
Het kan én ingewikkeld én eenvoudig zijn.
(Carl Devos is politoloog aan de Gentse universiteit.)
|