Wet op fluoricerende klederdracht
Voor eerst definiëren we de nacht als : de nacht is de periode in een etmaal tussen het ondergaan van de zon en het opkomen van de zon. De periode tussen de nacht en de dag, met name de ochtendschemering beschouwen we als de nacht. Ook als nacht wordt beschouwd de dag wanneer de zichtbaarheidsafstand minder dan tweehonderd meter bedraagt zoals bvb bij mist of een zonsverduistering.
Volgende onderdanen dienen overdag wanneer ze zich over de openbare ruimte bewegen te dragen kledij, op z'n minst een hesje, die fluorescerend is van kleur en voorzien van reflecterende zilverkleurige banden :
blinden en slechtzienden al dan niet voorzien van een blindengeleidehond
andersvaliden en hun begeleiders
peuters, kleuters en kinderen tot 12 jaar
werklozen, dronkaards en daklozen
gepensioneerden al dan niet in groep
vrouwen
mensen met een donkere huidskleur wanneer het nacht is
mensen die niet of weinig hoofdarbeid verrichten zoals vuilophalers, leveranciers, postbodes, baan arbeiders, bouwvakkers, parkeerboeteuitschrijvers, stadswachten,politie, straatvegers, groendienstpersoneel, ambtenaren, woon werkverkeer dat niet geautomobieliseert is, politici anders dan van de NVA of het VB, ...
Tijdens het jachtseizoen van 29 augustus tot 3 februari is het jagers toegelaten op mensen met fluorescerende kledij te schiet
|
