Pandareus |
20 september 2014 07:38 |
de primauteit van Bourgeois : de machtsgreep
Een redelijk ontluisterend verhaal vandaag in De Standaard.
Dit is zondermeer een blauwdruk voor een stille machtsgreep. Een overheid die haar administratie zelf kiest, en zich dan nog via het begrip 'primauteit' geen bal aantrekt van die administratie mocht die bezwaren opwerpen. Een overheid die zich via die 'primauteit' het recht toekent om het sociaal overleg tot een klucht te herleiden. Een overheid die zich via die 'primauteit' gedurende de hele legislatuur niets meer aantrekt van de burger die hem verkoos, die heeft enkel nog het recht hen achteraf te desavoueren door niet meer op hen te stemmen. En als het klopt dat deze 'primauteit' ook op vlak van secessie zou willen toegepast worden, dan ligt de weg voor de revolutie klaar.
Achteraf mogen we dan Bourgeois die dan toch op pensioen gaat wegstemmen.
Sommigen zouden dit een machtsgreep noemen...
Citaat:
De Vlaamse regering wil haar administratie in het gareel
Wat ze zelf doen...
Vandaag om 03:00 door Marc Reynebeau
'De Vlaamse regering streeft naar een sterke uitvoerende macht, die niet opgezet is met de inbreng van wie haar inzichten niet deelt.’
Dat de Vlaamse overheid haar personeel niet langer via Jobpunt wil aanwerven, maar dat zelf wil doen, komt niet uit de lucht gevallen. De nieuwe Vlaamse coalitie, aldus Marc Reynebeau, streeft naar een sterke uitvoerende macht, ook over haar personeel.
Wie? Redacteur van deze krant
Wat? De politiek beslist, vindt de Vlaamse regering. Dus wil ze ook haar personeelsbeleid niet langer aan een neutrale instantie overlaten. Ze doet het liever zelf. Een krachtige regering moet immers alle beleidsinstrumenten onder controle kunnen houden, de administratie inbegrepen.
Op haar website prees de Vlaamse regering gisterennamiddag nog Jobpunt Vlaanderen als ‘het unieke centrum’ waar werkzoekenden terecht kunnen voor alle vacatures bij de Vlaamse en lokale overheden. Maar dat was achterhaald. Enkele uren eerder had de regering immers beslist om zich uit Jobpunt terug te trekken. Bourgeois I en diensten zullen voortaan zelf hun personeel selecteren en evalueren, of privébureaus dat laten doen.
Nochtans geniet Jobpunt een goede reputatie, inzake zowel kwaliteit als kostprijs. Maar daar gaat het niet om. De beslissing van de Vlaamse regering is principieel en past bij de politieke opties van de nieuwe ‘Zweedse’ coalities, de Vlaamse en de in aanbouw zijnde federale regering:
Het aantal kabinetsleden opnieuw uitbreiden, terwijl het aantal ambtenaren sterk zal inkrimpen.
De functie van de Bouwmeester opdoeken.
Hakken in de steunpunten die het beleid wetenschappelijk bijsturen.
Het ideetje om federale topambtenaren zonder meer politiek te benoemen – en dat terwijl de Vlaamse regering van haar ambtenaren eist dat hun dienstverlening niet alleen neutraal is, maar ook ‘als neutraal ervaren wordt’.
Conclusies liggen dan snel voor de hand: de politieke benoemingen zijn terug, overheidsfuncties worden geprivatiseerd, eventueel bouwpromotoren geplezierd. Maar dat zijn intentieprocessen. Ze gaan voorbij aan de essentie van dit alles, want er zit een methode in. En die is: de feitelijke macht verankeren die partijen via regeringsdeelname verwerven.
Gezegd is gezegd
Dat wil de Vlaamse regering ook in het sociale overleg, nochtans een sector waar de overheid doorgaans aanstuurt op een zo ruim mogelijke consensus met en tussen de klassieke sociale partners. Maar Vlaams minister Philippe Muyters (N-VA) waarschuwde alvast de vakbonden: dat dit overleg op zijn voorwaarden moet verlopen, of dat ze het anders mogen vergeten. ‘Mijn collega’s en ik’, zo verantwoordde hij die houding in De Tijd, ‘zijn door het volk verkozen om te doen wat we beloofd hebben. We gaan het regeerakkoord uitvoeren.’
Daarbij valt op dat Muyters zich niet verantwoordt door te wijzen op het parlementaire vertrouwen in de regering, maar wel, via het appèl aan ‘het volk’, op zijn persoonlijke verkiezing. In deze redenering is de burger alleen in het stemhokje politiek actief: dan delegeert hij zijn stem voor de hele bestuursperiode aan de uitvoerende macht. En dat geldt ook voor andere organisaties waarin die kiezer zich eventueel als burger engageert: politiek kunnen ze hem niet meer vertegenwoordigen, dat doet alleen de partij waarvoor hij heeft gekozen en de coalitie waar die deel van uitmaakt.
Gezegd is gezegd, verkozen is verkozen. De coalitie wil niet laten afdingen op de regeringsmacht die ze kan opeisen met de electorale instemming die ze heeft verworven.
Muyters’ partij kleeft deze visie ook aan in haar separatistische strategie. Toont de N-VA zich enthousiast over referenda in Schotland of Catalonië, haar doctrine wil nu dat het in Vlaanderen anders zal verlopen. Zodra de tijd er rijp voor is – en het is aan de partij om dat te bewerkstelligen – zullen de Vlamingen niet direct een zeg krijgen over de onafhankelijkheid. Het zal integendeel een beslissing van de politieke elite zijn. Pas achteraf kan de kiezer daarover, indirect, een mening geven, door die elite al dan niet opnieuw te verkiezen.
In dit denken streeft de uitvoerende macht coherentie en daadkracht na door zo weinig mogelijk compromissen te sluiten. Minister-president Geert Bourgeois (N-VA) noemt dat graag ‘de primauteit van de politiek’. In het parlementaire debat over zijn regeerakkoord verklaarde hij te streven naar een breed vertrouwen, maar wel met (en dus beperkt tot) ‘de partners die onze beleidsdoelstellingen helpen uitvoeren’. Idem voor het sociaal overleg: dat kan voor hem alleen ‘met primauteit van de politiek’.
Ironisch genoeg was ‘de primauteit van de politiek’ ook het motto van de paarse regeringen van tien, vijftien jaar geleden, al verschillen de huidige ‘Zweedse’ coalities ideologisch hemelsbreed van de toenmalige regeringen van Guy Verhofstadt en Patrick Dewael. Al is er wel een fundamenteel verschil. ‘Paars’ eiste de primauteit van regering en parlement tegen de macht van zuilen, belangengroepen of economische lobby’s. De rechtse coalities van nu streven daarentegen minder naar een primauteit van de politiek, dan wel naar een dominantie van de regering, naar een sterke uitvoerende macht die niet opgezet is met de inbreng van wie niet haar inzichten deelt.
Willekeur en favoritisme
Niet dat de Vlaamse regering bezwaar maakt tegen beïnvloeding van buitenuit. In haar regeerakkoord noemt ze bijvoorbeeld het voorgenomen overheidsbeleid nadrukkelijk ‘vraaggericht en marktgedreven’. Dat, en de opvallende nadruk in dat akkoord op het ondernemerschap, verklaart ook waarom Muyters zich in het al aangehaalde interview in de eerste plaats keerde tegen de vakbonden, die inderdaad al lieten verstaan dat ze niet van plan zijn om zonder meer, in de termen van Bourgeois in het Vlaams Parlement, de ‘beleidsdoelstellingen (te) helpen uitvoeren’.
Dat is een heldere en verder democratisch volstrekt legitieme politieke keuze. Het is een keuze voor een sterke, zelfverzekerde uitvoerende macht en de Vlaamse regering wil daarvoor ook kunnen rekenen op de nodige instrumenten. In de vele jaren die hij al minister is, gaf Bourgeois aan die primauteit dan ook een meer specifieke betekenis.
Het was al in 2005 een ‘basisprincipe’ toen hij begon met wat een ‘beter bestuurlijk beleid’ ging heten. En daarbij kreeg een essentieel beleidsinstrument al zijn aandacht: de ambtenarij. Begin 2010 definieerde hij dat principe van de primauteit als ‘een duidelijke taakverdeling tussen politiek en administratie’. Toen het Rekenhof even later bezwaar aantekende tegen zijn toeristische subsidiebeleid en de oppositie gewaagde van willekeur en favoritisme, beriep hij zich uitdrukkelijk op de primauteit van de politiek om te stellen waarom hij met die omstreden subsidies ook was ingegaan tegen adviezen van de administratie.
De beslissing van gisteren over Jobpunt komt dus niet uit de lucht gevallen. Wat de Vlaamse ministers zelf doen, doen ze beter.
|
http://www.standaard.be/cnt/dmf20140919_01277427
|