De schoofzak |
18 april 2015 06:46 |
Werkende 55-plusser in opmars
Dat is dus de kracht van de verandering.
Volledig in tegenstelling met oelewappers die wilden de mensen nog vroeger op brugpensioen te sturen, zonder zich af te vragen wie het nog ging kunnen betalen.
Een reden tot euforie is er nog niet, al slinkt de kloof met het Europa.
Wat betekent: een bloedbad is het zeker niet geworden. Men blijft menselijk. Zeer menselijk.
titel: Werkende 55-plusser in opmars
link: http://www.standaard.be/plus/20150418/ochtend/3
Citaat:
De werkzaamheid van oudere werknemers gaat met sprongen vooruit, blijkt uit nieuwe cijfers. Een reden tot euforie is er nog niet, al slinkt de kloof met het Europa.
Werkende 55-plusser in opmars
Wim Winckelmans
Van de Vlamingen van 55 jaar en ouder was vorig jaar nog 44,3 procent aan de slag. Dat blijkt uit nieuwe berekeningen van het Vlaams Steunpunt Werk en Sociale Economie (WSE) aan de KU Leuven, dat aan de slag ging met cijfers van de federale overheidsdienst Economie.
Vergeleken met vijf jaar geleden, toen ze een werkzaamheidsgraad van 35,8 procent lieten optekenen, hebben de 55-plussers een fikse sprong voorwaarts gedaan. Ze deden nog beter dan de ruimere categorie van de 50-plussers, van wie de werkzaamheidsgraad tussen 2009 en 2014 steeg van 50,9 naar 57,5 procent.
Daarmee komt de Vlaamse werkzaamheidsgraad van oudere werknemers opnieuw in de buurt van die van 1983, midden in een periode waarin massaal van brugpensioen gebruik werd gemaakt om de gevolgen van de crisis op te vangen. De toenmalige hoop om via brugpensioen de hoge jeugdwerkloosheid terug te dringen, is nooit uitgekomen.
Achterop
De betere cijfers zijn nochtans geen prestatie om internationaal mee uit te pakken. Vlaanderen (en België) hinken nog altijd achterop in het Europese peloton, waar in 2013 gemiddeld 50,2 procent van de 55-plussers een job had. Maar een inhaalbeweging is duidelijk ingezet.
De werkzaamheidsgraad in Vlaanderen groeit al enige tijd bij geen enkele leeftijdscategorie zo sterk als bij de 50-plussers, en dat ondanks de tegenvallende groei van de jongste jaren en enkele geruchtmakende sluitingen van ondernemingen.
Ook de Belgische werkzaamheidsgraad bij oudere werknemers stijgt, naar 42,7 procent vorig jaar. Dat is ook te danken aan het Brussels gewest, dat in 2014 zijn werkzaamheidsgraad bij 55-plussers met liefst drie procent zag stijgen en een hoger cijfer optekent dan Vlaanderen. In Wallonië daalde het aandeel werkende 55-plussers dan weer licht.
Hervormen en activeren
De stijging is onder meer te danken aan het groeiende aandeel werkende vrouwen van ouder dan 55 jaar, dat vandaag meer dan vier keer hoger ligt dan dertig jaar geleden. Maar uiteraard speelt ook het gevoerde beleid een rol. De beslissingen van verscheidene regeringen om vervroegde uittreding te ontmoedigen in de voorbije jaren, werpen vruchten af, en dan zijn de gevolgen van de recente pensioenhervorming van de regering-Michel nog niet zichtbaar in de cijfers. Ook het Vlaamse activeringsbeleid heeft allicht gevolgen. Bij het aantreden van de vorige Vlaamse regering in 2009 werd van werklozen nog verwacht dat ze actief werk zochten tot ze de leeftijd van 52 jaar hadden bereikt. Tegen het einde van de regeerperiode was de leeftijd voor activering al gestegen naar 60 jaar.
De huidige regering is van plan om de leeftijd nog verder te laten stijgen naar 65 jaar, tenminste als er bij de arbeidsdienst VDAB voldoende capaciteit gevonden wordt om die bijkomende oudere werknemers te begeleiden en als de economische situatie het verantwoordt.
De loopbaanduur zal naar verwachting ook de komende jaren blijven toenemen. De bedoeling is tot een werkzaamheidsgraad van 50 procent te raken in 2020. Volgens de huidige prognoses van het Steunpunt WSE zal dat doel net niet gehaald worden, ook niet met de wijzigende mentaliteit rond langer werken. Zelfs als het wel lukt, zal het onvoldoende zijn om in dat jaar de beoogde algemene werkzaamheidsgraad van 76 procent te bereiken.
|
|