Antoon |
20 april 2015 08:11 |
Schijnmaneuvers rond racisme: als argumenten tekortschieten, is Hitler altijd vlakbij
Maar het tij is aan het keren, eindelijk.
Citaat:
Schijnmaneuvers rond racisme: als argumenten tekortschieten, is Hitler altijd vlakbij

Fronste u ook de wenkbrauwen bij de racisme-opwinding van de voorbije maand? Kreeg u ook de kriebels van de lichtzinnige beschuldigingen, de partijpolitiek van het laagste allooi, de opwinding over trivia en de negatie van de reële problemen?
Verziekte en bedrieglijke hetze
Eerst kreeg Didier Reynders alle politiek-correcte verontwaardiging over zich heen omwille van zijn zwart geschminkte deelname aan een folkloristische bedelgang voor een goed doel in peperdure restaurants. De kritiek vrat daarna de media op. Sommigen vroegen zelfs zijn ontslag.
Bart De Wever joeg het debat daarna in overdrive met zijn verklaringen dat racisme gerelativeerd moet worden, dat Aziaten nauwelijks klagen, en dat racisme (ook) het gevolg is van het gedrag van Marokkanen en vooral Berbers, onder meer omdat ze hier teveel in afzondering leven, "Er zijn reële problemen met bepaalde bevolkingsgroepen, mensen van Noord-Afrikaanse afkomst, vooral de Marokkaanse gemeenschap en vooral Berbers.” en een uitsmijter over 'Aziaten' die zo goed als geen problemen maken. Hij botste daarop frontaal met #dailyracism, de politiek-correcte falanx en zijn partijpolitieke concurrenten.
Zijn woorden waren een antwoord op vragen op TV. Die waren scherper en meer veralgemenend dan zijn eerdere verklaringen, het programma van de N-VA en het beleid van zijn partij. En toen was het kot te klein. Alle concurrenten van de N-VA leverden kritiek op De Wever en zijn partij.
Soms leek het zelfs een woedende charge. Maar geen enkele criticus keek nog naar de algemene analyse van De Wever, en nog veel minder naar zijn beleidsdaden. Niemand vroeg een verduidelijking. Kritiek �* volonté, maar zonder enige nuance. De eerdere verontwaardiging over Reynders verdween bijna van de radar. Maar wat kon Reynders en De Wever nu echt verweten worden? Racisme?
De verwijten tegen De Wever en Reynders kreunden echter onder de leugens én de hypocrisie. Daniel Termont (SP.A-burgemeester Gent, bestuurder van veel intercommunales en volksvertegenwoordiger) was één van de luidste criticasters. De verwijzing naar Hitler mocht niet verbazen. Maar Siegfried Bracke (N-VA, voorzitter van de Kamer) weerlegde diens kritiek in De Morgen :
“De Wever heeft niet gezegd dat Marokkanen hun behoefte op straat doen, stelen of zich prostitueren zoals jij zei over de Roma in 2010 (…) Hij heeft niet gezegd dat Marokkanen 'een soort etnisch monopolie op straatoverlast' hebben, zoals Diederik Samsom (PVDA) in 2011 stelde.
Hij is ook nooit veroordeeld voor het collectief deporteren van zigeuners (het Gentse bestuur wel), en vroeg nooit in de Kamer om de onmiddellijke arrestatie van Abou Jahjah, zoals jouw vriend Verhofstadt.”.
Juridisch stellen aanklachten niets voor
Voor het juridische werd die beschuldiging tegen Reynders overtuigend weerlegd door Koen Lemmens en Jogchum Vrielink, specialisten mensenrechten, mediarecht en discriminatierecht aan de KULeuven. Zij analyseerden de eis dat Reynders ontslag moest nemen omdat hij zich aan racisme zou schuldig gemaakt hebben. Zij doorprikten de poging van die eisers om eenzijdig, los van parlementaire meerderheden en wetten, te mogen bepalen wat racisme is. Want vanuit juridisch oogpunt is het niet hard te maken dat Reynders in de fout ging. Dat bevestigde ook Jozef De Witte.
Hetzelfde lijkt te gelden voor De Wever. Patrick Charlier, directeur, resp. adjunct-directeur van het Interfederale Gelijkekansencentrum: “Très clairement, ces propos-l�* ne sont pas répréhensibles”.
Lemmens en Vrielinck klagen aan dat de eisers “voorhouden dat in geval van racisme – dat wil zeggen: wanneer zij vinden dat iets racisme is – de intentie er niet toe doet.”. Kortom, wanneer men een onschadelijke en onschuldig bedoelde actie onderneemt die sommige allochtonen kwalijk nemen, dan is dat nog lang geen voldoende grond opdat er dan sprake zou zijn van racisme.
In de democratie wordt de meningsvrijheid al lang ruim geïnterpreteerd. Kwetsende expressies zijn daarbij expliciet en nadrukkelijk toegelaten. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat men 'moet' kwetsen. Daarin verschil ik van mening met de hoofdredacteur van een Vlaams dagblad die, na de aanslagen op Charlie Hebdo, stelde dat hij met plezier zal blijven krenken. Me dunkt moeten we net het tegenovergestelde doen en maximaal proberen te vermijden om mensen te kwetsen – zonder daarom aan censuur te doen. Maar dat bepaalde meningen wel kunnen kwetsen, is dat niet onvermijdelijk in een democratie?
Onderzoek maar eens de mening dat 'het grootschalige wereldwijde geweld en terrorisme door moslims zijn diepe wortels in de Koran en de klassieke beleving van de islam heeft'. Dat is de opinie van ook een snel groeiend aantal voorstaande democratisch gezinde moslims zoals Rachib Benzine en Ahmed Kurucan. Ayaan Hirsi Ali wijdt aan die groep zelfs een volledige bijlage in haar laatste boek. Dat ligt helemaal in de lijn van mijn analyse van oorzaken van moslimextremisme.
Maar zo'n mening is, onvermijdelijk, kwetsend voor veel gelovige moslims. Nochtans is het een perfect legitieme mening. En gezien de omvang van het islamistische geweld – wereldwijd goed voor grof geschat de helft van alle vluchtelingen – is het ook een relevante en pertinente mening. Het is daarom noodzakelijk dat zo'n én andere meningen kunnen geuit worden in het zoeken naar de oorzaken van dat geweld. Het zou daarentegen uiterst gevaarlijk voor de democratie zijn om, zoals veel critici van De Wever eisen, een de facto verbod aan het maatschappelijke debat en het zoeken van de wetenschappers op te leggen.
Dat komt dan namelijk neer op een verbod om het gedrag van bepaalde etnische groepen kritische te mogen onderzoeken. Lemmens en Vrielink omschreven dat nog op een voorzichtige en onderkoelde wijze, maar we raken hier een paradoxaal maar wezenlijk kenmerk van de moderne maatschappij:
Dat bepaalde meningen sommige groepen kunnen kwetsen, dat is essentieel, onvermijdelijk én in zekere zin zelfs noodzakelijk in een democratie.
Mede daarom lijkt de recente aanklacht van een aantal Belgen van Marokkaanse herkomst tegen Bart De Wever in juridisch opzicht kansloos.
Het is daarenboven politiek een bonanza voor De Wever. Grof geschat drie maal meer Vlamingen steunen eerder hem dan zijn tegenstanders. Dik verlies dus voor de top van de CD&V en de Open Vld. Die meenden in dit debat scherpe kritiek te moeten uiten op De Wever. Maar daarmee droegen ze bij in het miskennen van de basiskritiek. Hun kiezers lijken eerder De Wever te volgen.
Wat De Wever zei, is buiten de expliciete veralgemening die overigens begrijpelijk en 'verschoonbaar' is in zo'n direct interview en die hij achteraf overigens zelf relativeerde, ten gronde ruimschoots ondersteund door recente wetenschappelijke onderzoeken en officiële gegevens.
Daarenboven legden een aantal socialistische opiniemakers (zoals Daniel Termont over de Roma, Yves Desmedt met zijn 'kutmarokkanen', maar ook Louis Tobback en de Nederlandse Diederik Samson) even harde of nog scherpere verklaringen af over Marokkanen, moslims of andere etnische minderheden.
Die aanklacht is daarom een schoolvoorbeeld van een tergend en roekeloos geding.
Roekeloos omdat het elke redelijke grond mist, en dus geen schijn van kans heeft, en tergend omwille van de flagrante selectiviteit in de verontwaardiging – wat trouwens niet de eerste keer is in de kritiek op de N-VA – en de overduidelijke pogingen om legitieme meningen te bestrijden.
Net om deze redenen zullen veel burgers – niet-moslims, maar ook veel democratische moslims – het eerder voor De Wever opnemen. Duizenden liepen al eens, of teveel, negatieve ervaringen op met moslims, of ze kennen teveel mensen met zo'n ervaringen, en die aanvaarden steeds minder dat hun ervaringen en de daaruit voortvloeiende voorzichtigheid of afwijzing, gecriminaliseerd zou worden alsof het racisme is.
Een poll op Newsmonkey suggereert dat ongeveer drie maal meer Vlamingen het met De Wever eens zijn dan andersom. De Wever surft dus op een grote meerderheid die de doorgeslagen politiek-correcte negatie van de werkelijke problemen afwijst. Maar die 'populariteitsoverwegingen' zijn slechts bijzaak.
De auteur Rudi Dierick is hoofdredacteur van De Bron, ingenieur en zakelijk adviseur.
Deze opinie verscheen eerst op De Bron
BRON
|
|