Anitta |
26 oktober 2015 18:00 |
Mechels schepen Bart De Nijn schuldig aan belangenvermenging
moest het een sos zijn er waren al 10 topics erover, nu het een geel/zwarte is blijft het muisstil.
Citaat:
Citaat:
Schepen Bart De Nijn (N-VA) is door de rechter in Mechelen zopas schuldig bevonden aan belangenvermenging. De Nijn werd naast een straf met uitstel ook voor vijf jaar uit zijn rechten gezet en verliest dus zijn postje binnen het Mechelse stadsbestuur.
De Nijn riskeerde bij een veroordeling zijn schepenpost binnen het stadsbestuur te verliezen en de rechter ging daar nu ook op in. "De feiten doen afbreuk op het fatsoen van een deputé", voegde rechter Erika Colpin aan het vonnis toe. De Nijn werd schuldig geacht voor belangenvermenging en kreeg naast de ontzetting uit zijn rechten gedurende vijf jaar nog een celstraf van een jaar en 600 euro boete. Op burgerlijk gebied moet De Nijn een schadevergoeding betalen van 700 euro.
Bouwvergunning
Mechelse openbaar aanklager Peter Peereboom was vorige maand erg streng in zijn vordering. "Meneer De Nijn moet beseffen dat dit gedrag niet gepast is voor een man die het openbaar ambt uitoefent." Toen stond De Nijn terecht omdat hij als provinciaal gedeputeerde tijdens een Antwerpse provincieraad in 2012 mee beslist had om een bouwvergunning voor een bouwproject langs de Tervuursesteenweg in Mechelen te weigeren. "Belangenvermenging", klonk het. Onder meer omdat De Nijn in de buurt van het bouwproject woont en hij zich volgens het openbaar ministerie moest onthouden tijdens de beslissing omtrent de bouwvergunning. Bovendien had zijn vrouw mee beroep ingetekend tegen de bouwvergunning.
In beroep
"Ik was van niets op de hoogte. Dat mijn vrouw getekend heeft, wist ik niet en daarnaast hebben we enkel het advies gevolgd van de Stedenbouwkundig Ambtenaar", beet De Nijn vorige maand van zich af. Ook na het aanhoren van het vonnis bleef hij zijn onschuld staande houden. Samen met zijn advocate wil de schepen voor openbare werken eerst het vonnis nog nalezen maar nu is al zeker dat er beroep zal worden aangetekend.
|
|
|