N-VA: Federale coalitiepartners samen tegen terreur, ook in het Europees Parlement
 

In een open brief aan de voorzitters van de EU-instellingen pleiten de Europese Parlementsleden van N-VA, MR, CD&V en Open VLD samen voor bijkomende en dringende antiterreurmaatregelen. De Europese Parlementsleden zien een belangrijke rol weggelegd voor verantwoordelijke lidstaten en voor de Europese instellingen. Zij hekelen daarbij de beperkte vooruitgang op het vlak van de reeds aangekondigde maatregelen en leggen bijkomende eisen op tafel: ‘Verdeeldheid moet plaats ruimen voor eenheid, discussie moet eindelijk resulteren in daadkracht en resultaat.’

Louis Michel (MR) wijst op de inspanningen die de federale regering al levert en hoopt dat Europa dezelfde daadkracht aan de dag zal leggen in de strijd tegen het terrorisme. “De reeks maatregelen die premier Charles Michel uitwerkte in het regeerakkoord en de nieuwe maatregelen die er kwamen na de aanslag op Charlie Hebdo en nu ook na Parijs, zijn een voorbeeld voor de rest van Europa. We moeten daadkracht koppelen aan samenwerking om de angst te verjagen.”

Sander Loones (N-VA) benadrukt dat de strijd tegen terreur niet enkel op het terrein maar ook op het internet volop moet worden gevoerd. "En dus moeten we de mogelijkheden voor Europol om internetcontroles uit te voeren fors uitbreiden. De European Union Internet Referral Unit (EU IRU) moet internetbedrijven kunnen verplichten om extremistische inhoud te verwijderen. Nu kan dit enkel na een tussenkomst van de betrokken EU-lidstaat.”

Ivo Belet (CD&V) verwijst naar het specifieke voorstel om gegevens van vliegpassagiers te delen: "We debatteren al te lang over het Passenger Name Record-dossier (PNR). De onderhandelingen moeten eindelijk resultaten opleveren zodat we deze gegevens voor het einde van dit jaar ook effectief met elkaar kunnen delen binnen de EU. Terroristen kennen geen grenzen, dus moeten wij er alles aan doen om hen het reizen binnen de EU onmogelijk te maken.”

Ook Philippe De Backer (Open VLD) pleit voor een betere gegevensuitwisseling. Hij verwijst daarbij onder meer naar het Schengen Information Systeem (SIS), een geautomatiseerd register van gezochte personen in de Schengenzone. “Verschillende landen leveren te weinig informatie waardoor we kansen laten liggen. Meer en verplichte gegevensuitwisseling is absoluut noodzakelijk, om de puzzel van terroristische netwerken te kunnen blootleggen. Dit moet bovendien het fundament vormen voor de uitbouw van een sterke Europese inlichtingendienst.”


Bron: politics.be