Vlaamse regering keurt decreet tot erkenning rampen goed
 

Op voorstel van minister-president Geert Bourgeois heeft de Vlaamse regering vandaag het voorontwerp van het Rampenfondsdecreet goedgekeurd. De deelstaten zijn exclusief bevoegd voor het vergoeden van schade veroorzaakt door algemene rampen die zich voordoen vanaf 1 juli 2014.

Ondertussen heeft Vlaanderen al twee rampen erkend op grond van de bestaande regelgeving, nl. de hevige regenval in verschillende provincies op 27, 28 en 29 juli en op 7 en 8 augustus 2014.

Aangezien de oude federale wet (van 1976) aan vernieuwing toe was, streeft het nieuwe decreet naar optimalisering, vereenvoudiging, het bepalen van billijke termijnen en doorlooptijden en kostenbeheersing.

De belangrijkste inhoudelijke wijzigingen in het ontwerp van decreet:

· Het decreet regelt alleen algemene rampen. Landbouwrampen zullen worden geregeld via een apart decreet.

· Er zal geen dubbele dekking meer zijn via de brandverzekering, want via een normale brandverzekering (“brand – eenvoudige risico’s”) worden nagenoeg alle natuurrampen gedekt, met name schade veroorzaakt door bliksem, ontploffing, storm, hagel, ijs- en sneeuwdruk, overstromingen, het overlopen of opstuwen van openbare riolen, aardverschuiving of grondverzakkingen en aardbevingen. Het Rampenfonds zal alleen tussenkomen voor schade die niet verzekerd is door de brandverzekering. Er worden wel uitzonderingen gemaakt voor goederen die geen eenvoudig risico inhouden of voor goederen die niet verzekerd zijn wegens de financiële draagkracht van het slachtoffer (leefloon of gelijkwaardige hulp).

· De termijn voor het indienen van schadegevallen wordt beperkt tot drie maanden na de erkenning van een ramp.


· Er is geen voorschotprocedure meer omdat deze tijdrovend en inefficiënt was, en niet meer werd gebruikt in de praktijk.

· De honoraria en kosten van privé-deskundigen worden niet meer terugbetaald. Dit zijn vaak overbodige kosten: de beschrijving van de geleden schade door het slachtoffer zelf en de voorgelegde bestekken en facturen volstaan voor het Rampenfonds om een correcte inschatting te maken van de geleden schade.

· De herstelkredietregeling wordt afgeschaft (de oude wet voorziet in de mogelijkheid tot het openen van een herstelkrediet tegen verminderde rentevoet, in aanvulling van een herstelvergoeding, tegen een rentevoet van 5 procent). Ook deze is in onbruik geraakt. Daarnaast ligt de door de banken aangerekende rentevoet in de huidige financiële situatie veel lager dan 5 procent en is het openen van herstelkredieten voor de schadelijders niet langer interessant.

· De getroffen goederen moeten niet hersteld of vervangen worden vóór de uitbetaling. Na ontvangst van het akkoord van de aanvrager over de omvang van de herstelvergoeding, wordt de toegekende herstelvergoeding uitbetaald.

· De strafbepalingen zijn weggelaten omdat de algemene strafbepalingen in het strafwetboek volstaan.

· De rol als waarborgfonds voor verzekeringsondernemingen in penibele omstandigheden blijft behouden, maar wordt geregionaliseerd.


Ook de procedure tot erkenning als ramp zal in de toekomst veel efficiënter verlopen. Het Vlaams Rampenfonds:

· verzamelt de gegevens met het oog op erkenning,
· staat in voor de erkenning van de schadelijke feiten,
· stelt de nodige deskundigen aan,
· raamt de vergoedbare schade
· en neemt de vergoedingsbeslissingen.


In het verleden werd deze taak toebedeeld aan de provinciegouverneurs, maar dankzij een protocol met takenoverdracht tussen het Vlaams Rampenfonds en de gouverneurs zal deze procedure sneller en goedkoper gebeuren.



Quote

Geert Bourgeois: “Met dit ontwerp van decreet optimaliseert de Vlaamse regering de oude federale wet door het verkorten van de termijnen, het verminderen van de planlast en controle en een efficiëntere procedure”.

Bron: politics.be