Vluchtelingen zoeken huizen...
Citaat:
‘Soms staan hier in een dag vijf vluchtelingen aan de deur’, zegt Meral Özcan van Mozaïek Vastgoed in Beringen. ‘De asielcentra van Leopoldsburg en Houthalen-Helchteren sturen hen vaak rechtstreeks naar mij door.
‘Mijn engagement is maanden geleden begonnen, met allerlei inzamelacties voor kledij. Maar ik wilde meer doen. Een woonst is het begin van alles. Wie een huis heeft, kan een snellere start nemen met zijn integratie. Daarom probeer ik huisbazen te overtuigen om aan vluchtelingen te verhuren. Maar dat is bijna onbegonnen werk’, zegt Özcan.
‘Als ik hen vraag of ze er voor openstaan, is het antwoord meestal neen. Ze denken dat vluchtelingen de huur niet zullen kunnen betalen, of dat zij hun huis niet zullen onderhouden. De negatieve perceptie is groot. En de begeleiding in de asielcentra en bij de OCMW’s is minimaal.’
Vrijwilligers doen veel. ‘Ze lopen de straat af en bellen zelf met eigenaars. Soms zetten ze zelfs ook hun handtekening onder een huurcontract, om een eigenaar toch maar over de streep te trekken, maar vrijwilligers kunnen zich toch niet voor iedereen verantwoordelijk stellen?’
Sinds oktober heeft Özcan voor vier Syrische gezinnen een huis gevonden en helpen inrichten, met hulp van giften en inzamelacties. ‘Maar er blijven veel meer vluchtelingen op zoek.’
Stress
Zoals Musab Said Muse (42) uit Somalië. Hij verblijft met acht alleenstaande mannen in een lokaal opvanginitiatief (LOI) in Beringen en is sinds 25 februari erkend als vluchteling. Hij heeft nog tot eind april om een woning te vinden. Erkende vluchtelingen moeten na twee maanden hun opvangplaats onherroepelijk verlaten.
Hij nam in de straat al vijf foto’s van appartementen die te huur staan. ‘Twee keer per week zie ik mijn sociaal assistente, zij neemt dan met de huisbazen contact op.’
Syrische lotgenoten zeiden hem om ook eens bij Özcan langs te gaan. ‘Ik krijg een leefloon van 833 euro, mijn assistente zegt dat ik alles samen niet meer dan 500 euro huurgeld mag betalen’, zegt hij in behoorlijk Engels.
‘Dat wordt moeilijk’, meent Özcan. ‘Hier op de Koolmijnlaan betaal je algauw 450 euro voor een appartementje. Zonder kosten voor gas, elektriciteit en water. In Beringen zijn er heel weinig kleine appartementen en studio’s. Dat maakt de zoektocht voor alleenstaande mannen nog moeilijker.’
Musab wil graag in Beringen blijven. ‘Ik hou van deze plek. Er is een moskee en er zijn Turkse winkels die halalvlees verkopen.’
Wat als hij niets vindt? ‘Morgen (vandaag, red.) ga ik eens langs bij de imam. Misschien kan hij me helpen? Ik heb ook een Pakistaanse vriend met een nachtwinkel die helpt te zoeken. Als ik echt niets vind, ben ik dakloos en zal ik in het park moeten slapen.’
‘Eerst had ik veel stress omdat ik niet wist of ik papieren zou krijgen, nu heb ik stress omdat ik niet weet of ik een woning zal vinden. Ik slaap er niet van.’
Voor de huisgenoot van Musab, een jonge Syriër die zijn naam liever niet in de krant wil, ziet de toekomst er nog somberder uit. Hij spreekt geen gebenedijd woord Nederlands, Frans of Engels en kreeg al op 1 februari papieren, wat wil zeggen dat hij tegen het einde van de maand het LOI moet verlaten. De tijd dringt. ‘Maar ik heb zelfs nog geen enkel gesprek met een huisbaas gehad.’ Zijn assistente ziet hij maar één keer om de twee weken, zegt hij.
In uiterste nood kan hij misschien bij vrienden van zijn vader aankloppen, die in Hamont-Achel wonen. ‘Misschien, héél misschien. En sowieso héél tijdelijk.’
Communiceren met de Syrische jongeman doet Özcan via Google Translate. ‘Dat lukt aardig’, zegt ze. ‘Maar de kans dat ik voor hem een studiootje vind, is zo goed als onbestaande.’ Ze zucht. ‘Wie zoals hij geen netwerk heeft en zich niet verstaanbaar kan maken, is een vogel voor de kat.’
Op 1 februari plaatste Özcan nog een oproep op Facebook voor een andere Syrische man en zijn zoontje van vier. Met foto. ‘Met een gezicht hoop ik mensen te engageren om naar een woning te helpen zoeken. Hij heeft al een paar appartementen bezocht, maar die bleken te groot of te duur. Hij is nog altijd op zoek. Over een paar dagen moet hij de opvang verlaten. Waar naartoe?’
‘Ik zou graag helpen, maar ik heb gewoon te weinig huizen in de aanbieding. Het grote probleem is dat de huurmarkt overal in het land schaars en duur is. Om nog te zwijgen van de discriminatie. Hier valt dat nog mee, maar in grote steden zullen huisjesmelkers zich al in de handen wrijven. En het is nog maar het begin. De komende maanden zullen duizenden vluchtelingen erkend worden en op zoek moeten gaan. Het zal alleen maar erger worden.’
|
Met wat is men hier in 's hemelsnaam begonnen??? De multiculramp kan straks alleen nog maar erger worden!
We kunnen met de meeste van die gasten niets, maar dan ook niets aanvangen! Natuurlijk willen mensen die gewerkt en gespaard hebben voor een tweede huisje of wat ook dat zo maar niet verhuren aan lieden die er waarschijnlijk een vuil uitgeleefd hok zullen van maken in enkele maanden!
Huishuur betaald door? Het OCMW? En waar haalt het OCMW geld om dat te betalen? O ja... van onze belastingen!
Leve de huisjesmelkers! Samen met en voor heel wat andere lieden is dat ganse multiculgedoe en menselijke overstroming een zegen!
Ook al zouden we willen het OCMW van de wereld spelen, dat is gewoon knettergek en volslagen onmogelijk!
Komt daar nog bij dat iemand die van meetaf aan op zoek is naar een moskee en halalvlees als voornaamste zaak in zijn/haar nieuwe leven hier gewoon niet thuishoort maar in een islamland! En die 833 euro die onze belastingbetaler mag ophoesten (x zoveel duizend keer voor al de anderen) is ook vanzelfsprekend, en eigenlijk bijlange niet genoeg! Hoe durven wij zo weinig geven!
Dat onnozele en kruiperige "Europa" heeft de laatste twee dagen weer uitvoerig getoond wat een hulpeloze tot niets in staat zijnde bende ze eigenlijk zijn! De big smile van de Turkse premier waar hij van begin tot einde mee rondliep, wetende dat hij ons gewoon in zijn macht heeft, zei voldoende!
Maar wat ik hier neergooi is allemaal racisme, natuurlijk.
|