Het Oosten |
7 september 2016 21:18 |
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Piero
(Bericht 8226505)
Iets waar ik niet zo veel van weet is waar geloof in een persoonlijke duivel vandaan komt. Is het ontstaan uit het dualisme van de antieke filosofie? Katholieke kinderen werd geleerd dat de duivel hen voortdurend belaagde en influisterde om kwaad te doen terwijl een beschermengel zijn best deed om hen op het rechte pad te houden. Hun ziel stond bloot aan een constante strijd die over zijn hoofd werd gestreden om zijn of haar ziel te bemachtigen. Jezus werd na zijn doop meteen door de duivel op de proef gesteld en hij trotseerde de uitdagingen op meesterlijke wijze. Jezus zei dat de Farizeeën die hem tegenstonden de duivel als vader hadden. Dat is vreemd, want het O.T stelt de duivel voor zo ver ik weet helemaal niet zo centraal.

|
Vlug in een kort antwoord op uw vraagstelling. De hele historie is natuurlijk wat genuanceerder.
De verpersoonlijking van het kwaad gaat zeer ver terug. De duivel is eigenlijk de personificatie van het kwade als een opperste zelfstandige macht. Macht die vijandig staat tegenover de opperste godheid. Dit is niet altijd zo geweest. Bij de Hebreeuwen (om ons te beperken tot deze bevolkingsgroep) ging men ervan uit dat God de enige schepper was van alles en dus ook van het kwade. God was dus tevens het Kwade. Langzaam ontwikkelde zich ook een andere stelling (omdat de eerste stelling maatschappelijk niet vol te houden was): Jaweh als de Rechtvaardige die onrecht haatte. En hieruit ontwikkelde zich de voorstelling van Satan. Hetgeen oorspronkelijk ‘tegenwerker’ betekent en later ‘tegenstander’.
Gedurende de Hellenistische periode wordt de traditie gevestigd om aan Satan de oorsprong van het kwaad toe te schrijven. In de apocalyptische geschriften van die tijd wordt een demonenleer ontworpen, die eigenlijk tweeslachtig is en ongetwijfeld beïnvloed werd door Perzische ideeën. Daar het vroege Jodendom geen officiële leerstellingen kende, ontwikkelden zich elementen in dit verband die aan mekaar tegengesteld waren. Van de ene kant was Satan een ‘zoon van God’ en zeer machtig, terwijl van de andere kant werd verklaard dat de dood in de wereld kwam ‘ door de afgunst van Satan’. Satan die in de demonenleer over verschillende namen krijgt zoals, Mastema, Semjaza, Azazel, Belial (Beliar), Lucifer. Deze Perzische (Zoroastrische-) invloeden waarnaar hierboven werd verwezen vinden we ook terug in de Dode Zeerollen waar er sprake is van de Zonen van het Licht die strijden tegen de Zonen van de Duisternis.
Uit zulke opvattingen spruit ook de wortel van het christendom in dit verband. Hetzelfde dualisme dus dat we terugvinden in de Evangeliën wanneer Jezus bijvoorbeeld bekoord wordt. De duivel beschikt nog steeds over veel gezag en invloed en hij kan Jezus vele (alle) koninkrijken geven indien Jezus hem aanbidt. Hij kan mensen tevens goed ziek maken.
Ook in de christelijke verlossingsleer speelt de duivel een grote rol. Jezus sterft als offer om de mensen te verlossen. Maar waarvan dan moesten de mensen verlost worden?? Paulus probeert ons een antwoord hierop te geven. Hij zegt dat de mensheid overgeleverd is aan de helse machten en dat God Jezus zond in mensengedaante om de mensen te verlossen uit de slavernij van Satan. De helse machten zagen dit niet, herkenden Jezus niet, waardoor zij een nederlaag leden (hoe is niet zeer duidelijk).
Hippolitus van Rome vraagt zich dan later dan ook (terecht) af: 'hoe kon de Duivel, als hij overwonnen was, toch nog de gelovigen misleiden en de mensheid vervolgen en beroven'? Moeilijk te beantwoorden inderdaad. En daarom bleef de duivel voor vele christenen (tot op de dag van vandaag bij heel wat christenen) een verwarrende realiteit vanuit geloofsoogpunt.
|