De vraag waarom.
 

Als ik Judea Pearl (1936) goed heb begrepen is de mens geneigd in goden te geloven omdat hij intelligent is. Dat wil zeggen dat hij een besef heeft van oorzaak en gevolg, van causale verbanden en omdat hij de vraag stelt "waarom"? De mens is zich bewust van zijn onzekerheid en van de kans dat een voorspelling uitkomt. Daarbij houdt hij rekening met het gekende, het bestaande, en het ongekende, het onbestaande of toevallige. Judea Pearl is informaticus, hij is joods maar ongelovig. In 2011 kreeg hij voor zijn werk zowel de Rumelhartprijs (cognitiewetenschappen), als de Turing Award, (informatica). De theorie van kunstmatige intelligentie zet hij met een collega uiteen in The book of Why.

Now, Pearl and science journalist Dana Mackenzie explain causal thinking to general readers for the first time, showing how it allows us to explore the world that is and the worlds that could have been. It is the essence of human and artificial intelligence. And just as Pearl's discoveries have enabled machines to think better, The Book of Why explains how we can think better.

Hij heeft 30 jaar gewerkt aan het ontwikkelen van algoritmen die werken met feiten en geen feiten. Met onzekerheid. Maar een zelflerende computer computer die in God gelooft heeft hij nog niet gemaakt. En ook geen computerprogramma dat de directie van een bedrijf kan vervangen en de concurrentie met andere bedrijven aankan.

Ik ben de levende waarheid.
Daarom.

Een computerprogramma dat denkt als een mens zal ook leren als een mens en geconditioneerd worden als een mens. Het zal uniek zijn en mogelijk een beroepsopleiding volgen. Als het programma is afgestudeerd en solliciteert voor een baan kan het getest worden en eventueel een aanstelling krijgen. Dat is nog maar een beperkte functie voor dit kunstnatig intelligente apparaat. Daarnaast zal het door conditionering een bepaalde ethiek kennen. Andere apparaten zullen hun eigen unieke ethische opvattingen ontwikkelen en aanhouden. We zullen deze apparaten dus niet zonder meer vertrouwen en hen politieke macht toevertrouwen.

Dat zal nog heel lang duren voor het zover is en in die tijd zal de mens zichzelf ook veel verder ontwikkelen.
En waarschijnlijk zal er een eenheid ontstaan tussen de computer en de mens als een nieuwe soort.
En de hulp van de microwezentjes zal daarbij ook van belang zijn.