Jozef Ostyn |
12 december 2004 20:47 |
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door groene flamingant
...Geforceerde marsen naar de Syrische woestijn. Ja, dat had ik al eens gelezen. En was dat ook met de bewuste bedoeling om ze inderdaad te laten creperen?
Als ik het goed voorheb is het wel zo dat de toenmalige grootmachten daar toen onrechtstreeks een vuile rol gespeeld hebben. Het Ottomaanse Rijk liep op zijn laatste benen en de toenmalige grootmachten (Britten en Fransen) zaten te popelen om de erfstukken binnen te halen. Om het Ottomaanse Rijk definitief op de knieën te krijgen werden alle volkeren binnen het Rijk opgezet om in opstand te komen. Zo ook de Armeniërs. Vele volkeren slaagden en kregen onafhankelijkheid (weliswaar binnen kunstmatige grenzen), anderen verloren. De resultaten van die desastreuze politiek zien we vandaag nog altijd: één van die volkeren waren de Palestijnen, die het onderspit moesten delven tegen de zionisten en letterlijk uit hun land werden gedreven. De Koerden zullen het ook niet echt vergeten zijn. En de grootste pechvogels waren natuurlijk de Armeniërs zelf. Ik vermoed dat, aangezien zij het dichtste bij het centrum van het Rijk zaten zij als de grootste bedreiging werden aangezien, en daardoor het hardste werden aangepakt.
Eigenlijk zou Turkije zich niet moeten schamen om de genocide te erkennen. Want van het Ottomaanse Rijk hebben ze nu toch al heel lang afstand genomen.
|
U haalt een aantal zaken door elkaar.
Uiteraard was het Ottomaanse Rijk al geruime tijd in verval. Precies als reactie tegen dit verval grepen de zogenaamde Jonge Turken de macht. Zij oordeelden dat het Ottomaanse Rijk tezeer een multinationaal en multicultureel lappendeken was en stonden een meer Turks-nationalistische politiek voor. Zij wilden een sterke, moderne staat met een zuiver Turkse kern. Het grote aantal minderheden in Anatolië (vooral de Armeniërs) stond dit in de weg. Het triumviraat dat in 1914 de touwtjes in handen had (Enver Pasha, Talaat Pasha en Djamal Pasha) koos precies daarom voor oorlogsdeelname en maakten bewust van die situatie gebruik om hun politiek van zuivering van Anatolië door te voeren. Die politiek werd trouwens al in gang gezet voor de geallieerden de onderdrukte volkeren in het Ottomaanse Rijk tot opstand opriepen. Overigens was die oproep in de eerste plaats gericht tot de Arabieren, veeleer dan tot de Armeniërs. De genocide was dus niet een antwoord op een bepaalde politiek van de geallieerden, maar een doelbewuste politieke strategie.
De Armeniërs in Anatolië vormden overigens geen echte bedreiging wegens te verspreid over de dorpen en te klein in omvang van bevolking. De Arabieren vormden een veel grotere bedreiging voor de Turkse troepen.
Wat de Koerden betreft moet u beseffen dat Koerdische eenheden van het Turkse leger meegewerkt hebben aan de genocide tegen de Armeniërs. Sindsdien is er tussen beiden wel een verzoening gekomen. Persoonlijk geloof ik dat een Turkse erkenning van de misdaad van een bepaald regime ook de weg zou kunnen openen naar een meer constructieve dialoog tussen Turken en Armeniërs, en daar hoeft volgens mij zelfs geen formeel pardon bij te pas te komen.
|