Politics.be - Belastingvoordeel voor tweede verblijven op de wip

Inmiddels plant het Limburgs provinciebestuur 26.500 nieuwe woningen tegen 2030, enkel in eigen provincie. Niet meer of minder.

~ 65% daarvan moeten in stedelijke gebieden komen. De open (groene) ruimte wordt zoveel mogelijk gespaard, wanneer het gaat komt er nog meer groen door groene corridors die het versnipperd groen met mekaar verbindt.

En 466 ha industriegebied zou extra open ruimte worden, lees context.

Citaat:

https://www.hbvl.be/cnt/dmf20211001_97675313

Waar mag Limburg nog groeien? Provincie legt ruimtelijke plannen tot 2040 vast

Hasselt - Hoe moet Limburg er over 20 jaar uitzien? Met het Ruimtepact 2040 trekt de provincie de grenzen. Zo is er tegen 2030 nood aan 26.500 nieuwe woningen en kan 466 ha industriegebied open ruimte worden.

Timmie van Diepen/ Guy Thuwis Vandaag om 06:00

Voor het eerst in bijna 20 jaar werkt de provincie Limburg aan een nieuw ruimtelijk plan. Met het Beleidsplan Ruimte Limburg, kortweg het Ruimtepact 2040, moeten de contouren voor de komende twee decennia worden vastgelegd. “In tegenstelling tot vroeger willen we niet langer elke millimeter op de kaart inkleuren”, zegt Inge Moors (CD&V), gedeputeerde voor Ruimtelijke Ordening. “Wel willen we duidelijke grenzen afbakenen om de ruimtelijke ordening in Limburg te stroomlijnen.

Want we kunnen niet verdergaan met het ongebreideld aansnijden van open ruimte. Die open ruimte nam de afgelopen decennia gestaag af, terwijl het net is wat onze provincie zo aantrekkelijk maakt. Dat zeggen ook de mensen die bij ons op bezoek komen.”

Limburg-scenario

Het codewoord in de plannen van de provincie is ‘bouwshift’. “Vlaanderen streeft tegen 2040 naar een betonstop, maar dat is eigenlijk een verkeerd woord. We willen niet dat er straks niets meer kan worden gebouwd, maar wel dat de open ruimte zo goed mogelijk gevrijwaard blijft.”

De plannen focussen dan ook op die open ruimte. “Waar vroeger de grenzen van die open ruimte nauwgezet werden vastgelegd, doen we nu net het omgekeerde. We leggen de grenzen van dorpen en steden vast. Binnen die grenzen kunnen er ontwikkelingen plaatsvinden, daarbuiten zal dat heel moeilijk worden.”

De provincie hoopt daarmee ook meer stedelijkheid te creëren in Limburg. “Naast de aantrekkingskracht van onze open ruimte hebben we die stedelijkheid nodig als we onze jongeren hier willen houden en hoogwaardige jobs willen creëren”, zegt Moors. “Dat betekent niet dat alle ontwikkelingen in Hasselt en Genk moeten plaatsvinden. We hebben uitdrukkelijk voor een Limburg-scenario gekozen. Hadden we Vlaanderen laten doen, dan zouden onze ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt tot de centrumsteden, maar wij vinden dat ook de rest van Limburg moet kunnen groeien in de toekomst.”

DNA van regio’s

De provincie liet ook een studie maken naar de eigenheid van de Limburgse ruimtelijke ordening. Daaruit blijkt dat het ruimtelijk DNA van bijvoorbeeld Haspengouw niet hetzelfde is als dat van pakweg het Maasland of Noord-Limburg. “Als provincie willen we die regionale eigenheid vrijwaren en versterken”, zegt Moors. “Een ontwikkeling in Overpelt, is niet hetzelfde als in Borgloon. Als provincie zullen we erover waken dat die eigenheid bewaard blijft. We hebben het dan niet zozeer over de bouwstijl, we willen geen schoonmoeder zijn, maar bijvoorbeeld wel over de grote lijnen van de projecten of de inrichting van het openbaar domein. In Haspengouw kan dat bijvoorbeeld met fruitbomen, terwijl dat in Noord-Limburg niet op zijn plaats is.”

De provincie gaat nu met de 42 Limburgse gemeenten in overleg over het nieuwe Ruimtepact 2040. Tegen 2023 moet het nieuwe plan officieel worden.

Wonen: 26.500 extra woningen

In totaal zijn er in Limburg 281 woonkernen. De provincie bestudeerde de woonbewegingen en kwam tot de conclusie dat mensen zich vooral bewegen binnen tien zogenaamde woningmarkten. Wie bijvoorbeeld in Noord-Limburg woont, zal eerder in die regio op zoek gaan naar een nieuwe woning.

“Binnen die tien woningmarkten hebben we elke kern apart geïnventariseerd. Per dorp en stad zijn de grenzen voor de toekomstige groei vastgelegd en werden ook de kernen aangeduid waar we wonen en werken prioritair willen aanmoedigen”, zegt Moors. “We willen er wel voor zorgen dat er in alle kernen mogelijkheden blijven, niet alleen in de steden of hoofdkernen. Buiten die afgebakende gebieden zal het een pak moeilijker worden. Zo zullen woonuitbreidingsgebieden die buiten die grenzen liggen zeer moeilijk realiseerbaar worden.”

De provincie rekent dat Limburg tegen 2030 nood heeft aan 26.484 nieuwe woningen. Met de huidige 9.115 ha aan onbebouwde percelen, is er nog voldoende voorraad aan woongebied. Ook na 2030 zou er nog een reserve voor ruim 129.000 woningen overblijven binnen de al bestemde woongebieden en de voorlopig afgebakende kernen. Woonuitbreidingsgebied daarbuiten kan alleen onder zeer strikte voorwaarden worden aangesneden, bijvoorbeeld als er elders anderhalve keer dezelfde grootte aan woongebied wordt opgegeven.

Voor de bouw van de 26.500 nieuwe woningen heeft de provincie een 65/35-verdeling gemaakt. “65 procent van de nieuwe woningen moet opgevangen worden binnen de centrumsteden Hasselt en Genk en de kleinstedelijke gebieden van Beringen, Sint-Truiden, Maaseik, Maasmechelen, Bree, Leopoldsburg, Pelt, Lommel, Bilzen en Tongeren”, zegt Moors. “De overige 35 procent kan in de rest van de kernen worden gebouwd.” De steden krijgen quota opgelegd. Ze mogen daar alleen boven gaan (maximum 10 procent) als de woonprojecten voldoende kwaliteit hebben.

Economie: 466 hectare bedrijventerrein geschrapt, maar…

“Er moet ook in de toekomst ruimte zijn om te ondernemen in Limburg”, zegt Moors. Vandaag telt de provincie 11.500 hectare aan bedrijventerreinen, waarvan 3.300 hectare leegstaat. Slechts 650 ha is actief aanbod. “De rest is bijvoorbeeld eigendom van bedrijven, die de gronden in reserve houden voor uitbreidingen of is onbruikbaar doordat de gronden slecht ontsloten zijn of het gebied waterziek is.”

Volgens een studie zou 466 hectare aan slecht gelegen industriegrond omgezet kunnen worden in open ruimte (landbouw of natuur). “Die 466 hectare zullen we niet in één keer omzetten, maar gebruiken als de nood zich voordoet. Stel dat we elders een nieuw bedrijventerrein creëren van 10 hectare, dan zal 10 hectare aan ongebruikte industriegrond open ruimte worden.” Dat moet toelaten om flexibel te reageren als er vragen komen van grotere industriële spelers.

65 procent van de nieuwe woningen komen in de centrumsteden of kleinstedelijke gebieden zoals Maasmechelen. — © BELGA

In theorie komt dat neer op een planologische nuloefening, maar de industriegronden waarvan sprake zijn vandaag uiteraard ook niet bebouwd. Door de ruiloefening laat de provincie de opening om de bestaande open ruimte toch een stukje verder aan te snijden als daar economische redenen voor zijn.

Naast die ontwikkeling, kijkt de provincie ook naar Vlaanderen, dat het Economisch Netwerk Albertkanaal verder wil uitbreiden met nieuwe industriegebieden langs het kanaal. De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) maakt op dit moment een nieuwe screening.

Op het vlak van winkelen wil de provincie vermijden dat er buiten de afgebakende kernen nog kleinhandel bijkomt. Ook die ontwikkelingen moeten binnen de kerngebieden plaatsvinden. Vandaag heeft Limburg al een overschot aan winkelruimte (2.325m² per 1.000 inwoners t.o.v. 2.021m² in Vlaanderen). Dat vertaalt zich in veel leegstand: 13,3 procent van alle handelspanden staat leeg.

Tot slot mikt de provincie op meer rechtszekerheid voor landbouw en natuur. Vandaag is in Limburg 104.233 ha (of 43 procent van de provincie) geregistreerd als landbouwzone. Ongeveer 10 procent van die landbouwgrond is ingekleurd als natuur- of bosgebied. Omgekeerd wordt 24 procent van de zones die bestemd zijn voor landbouw in de praktijk niet voor landbouw gebruikt (het grootste deel is natuur of bos).

Corridors moeten de versnipperde open ruimte met elkaar verbinden. — © Sven Dillen

“Ook hier mikken we op een ruimteshift door die gronden met elkaar te ruilen, want die zonevreemde situaties zijn niet goed voor de rechtszekerheid. Noch voor de landbouwers, noch voor de natuur.”

Open ruimte: acht grote corridors

Van de totale Limburgse oppervlakte is 68 procent open ruimte (natuur-, bos- en landbouwgebied), maar die open ruimte raakte de afgelopen decennia steeds meer versnipperd. “In 1976 was de gemiddelde grootte van een ‘open ruimte-cluster’ 419 ha, in 2000 was dat 168 ha en in 2013 nog 100 ha. De versnippering is dus alsmaar groter geworden, terwijl de open ruimte net onze troef is”, zegt Moors.

“We willen ervoor zorgen dat die open ruimte-gebieden met elkaar worden gelinkt. Daarvoor mikken we enerzijds op groenblauwe schakels (bijvoorbeeld langs beekvalleien) en anderzijds op acht grote corridors. Dat zijn gebieden van minstens 200 meter breed en 20 hectare groot die belangrijk zijn voor de vrijwaring van de open ruimte. Denk bijvoorbeeld aan het ENA-gebied langs het Albertkanaal in Diepenbeek (Genk-Zuid-West), de zuidelijke stadsrand van Maaseik of het gebied tussen Halen en Diest. Vandaag kan daar potentieel gebouwd worden, maar dat willen we in geen geval.”