![]() |
Spinoza
I. GOD
DEFINITIES. I. Onder "zijns zelfs oorzaak" versta ik datgene, welks wezen*) het bestaan insluit, ofwel datgene, welks aard niet anders gedacht kan worden dan als bestaande. Ik: nu klinkt dat al zeer duister, omdat Spinoza hier niet meteen even zegt dat hier God bedoeld wordt (wat boven staat) als "zijns zelfs oorzaak", die als wezen ook nog uiterlijk bestaat. Klaar. En: datgene bovendien verwijst naar een zaak en niet naar een persoon. En hij eerst wezen zegt (wat wel als een innerlijke persoon gedacht kan worden) en dan aard, dat ook een term voor het innerlijke is, maar als: niet anders dan bestaand, dus als uiterlijk gedacht moet worden. Alsof God alleen maar uiterlijk bestaat en niet een eenheid van innerlijk en uiterlijk zou zijn, dus als wezen en lichamelijkheid. Dus: niet anders gedacht moet zijn: ook als bestaande gedacht kan worden worden. Of Spinoza zou moeten bedoelen dat ook het innerlijke van God bestaat en hij dus hier geen onderscheid maakt tussen het innerlijke zijn (gods attribuut) en de uiterlijke natuur en beide zouden bestaan. Waar het wel op begint te lijken, maar dan over gaat in het tegendeel alsof alleen Gods innerlijkheid als wezen en aard bestaat en zijn uiterlijke natuur is weggelaten. Onduidelijk dus. |
G-d
Citaat:
|
Citaat:
Dat is dan geen bestaan, maar een ZIJN, namelijk dat het wezen IS. Het is onmiddellijk wat het zegt en is het zinloos nog eens extra over het bestaan te hebben. Normaliter wordt onder bestaan de uiterlijke verschijning bedoelt. En bij Spinoza is dat de natuur. Google: Spinoza ging ervan uit dat God één substantie (oerbeginsel) is, oneindig is en door hem begrepen als datgene wat op zichzelf bestaat en uit zichzelf moet worden begrepen.[91] Het is zijn eigen oorzaak en wordt gelijkgesteld aan de hele natuur |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 11:08. |
Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be