De schoofzak |
1 juli 2023 17:42 |
“Ondanks alle beloftes gaat werken steeds minder lonen”
Dat werken meer moet opbrengen voor de naarstige mens,
dat is al redelijk lang de Grote Belofte in de politiek.
Dus wat zegt deze sympathieke professor daarover?
Mijn reactie alvast: amai mijn kloten.
titel: Alleenstaande die start in laagbetaalde baan, krijgt gemiddeld maar 7% meer: “Ondanks alle beloftes gaat werken steeds minder lonen”
link: https://www.hln.be/geld/alleenstaand...4dad5b24c660e9
Citaat:
Dit weekend zit de federale regering opnieuw samen rond een hervorming van onze belastingen, op voorstel van vicepremier Vincent Van Peteghem. Onze werkexpert, professor arbeidseconomie Stijn Baert, vindt het geen dag te vroeg. Volgens nieuwe cijfers levert werken vaak nog minder op dan vroeger. En dat ondanks alle beloften bij de verkiezingen van 2019. Hij legt uit hoe dat komt.
Stijn Baert 01-07-23, 07:30 Laatste update: 09:21
Volgens de nieuwste cijfers van de Europese Commissie bedraagt de werkloosheidsval in België 93,4 procent. Waarom je dat zou moeten weten? Omdat het mee verklaart waarom veel te weinig mensen aan de slag zijn in ons land.
Wat is die werkloosheidsval dan wel? Dat is het percentage dat een werkloze (m/v/x) die gaat werken meteen van zijn brutoloon ziet verdwijnen richting de staatskas door belastingen op arbeid en doordat uitkeringen en sociale voordelen wegvallen.
Deze werkloosheidsval verschilt natuurlijk naargelang je brutoloon en je gezinssituatie – wie kinderen heeft, draagt minder af. Daarom vergelijkt Eurostat de werkloosheidsval tussen landen in het bijzonder voor alleenstaanden, met een loon dat twee derden van het gemiddelde loon bedraagt.
Slechts 7 procent extra inkomen
Zo kom je dus tot een werkloosheidsval van 93,4 procent. Dat wil zeggen: het inkomen van alleenstaanden met een laagbetaalde job neemt gemiddeld met ongeveer 7 procent toe wanneer ze aan de slag gaan.
In die berekening is dan nog niet eens opgenomen dat wie uit werken gaat, vaak nog bijkomende kosten heeft, bijvoorbeeld voor kinderopvang, mobiliteit en kledij. Niet bepaald bemoedigend voor wie even doorrekent wat een job zal opleveren.
Vandaar ook dat men spreekt van een ‘val’: eens geproefd van de sociale voordelen die gekoppeld zijn aan werkloosheid (en inactiviteit), is het voor sommigen moeilijk om zich nog te motiveren om te gaan werken.
In de meeste andere Europese landen gaan alleen?*staan?*de werklozen die laagbe?*taald werk vinden er 20 tot 30 procent op vooruit.
Stijn Baert
Het gaat de verkeerde kant uit
Opvallend is dat een jaar geleden de werkloosheidsval in ons land nog 91,6 procent bedroeg. Dat wil zeggen dat ondanks alle beloftes bij de verkiezingen van 2019 – zowat alle partijen beloofden werken meer te laten lonen – het verder de verkeerde kant uitgaat.
Op het niveau van de Europese Unie bedraagt de werkloosheidsval ‘slechts’ 72,4 procent. In Nederland – wie daar de mayonaise al eens proefde, weet nochtans dat dat ook geen perfect land is – zit men op 80,7 procent. Dat wil dus zeggen: in de meeste andere Europese landen gaan alleenstaande werklozen die laagbetaald werk vinden er typisch 20 tot 30 procent op vooruit.
Kortingen voor wie niet werkt
Voor gezinnen met kinderen is de werkloosheidsval in ons land iets lager, zo rond de 80 procent. Maar ook daar zitten we fel boven het Europese gemiddelde. Bovendien werd voor elke gezinssituatie de werkloosheidsval in vergelijking met 2001 alleen maar groter.
Naast de werkloosheidsval, is er ook een inactiviteitsval. Inactieven zijn burgers die noch werken noch werk zoeken. Soms hebben ze een uitkering via het leefloon of de ziekteverzekering. Als zij toch aan de slag gaan, gaan ze er meer op vooruit dan werklozen, maar ook duidelijk beperkter dan gemiddeld in Europa. Meer nog dan werkzoekenden, krijgen inactieven allerlei kortingen vanuit de overheid via sociale tarieven voor water, energie, internet en telefonie.
Men durft wel te zeggen dat de belastin?*gen op arbeid naar beneden moeten, maar veel minder hoe men dat dan voor de schatkist gaat compense?*ren.
Stijn Baert
Gebrek aan moed
Als zowat alle politieke partijen in 2019 beloofden om hier iets aan te doen, waarom komt het er dan niet van? Het antwoord is simpel: men durft wel te zeggen dat de belastingen op arbeid naar beneden moeten, maar veel minder hoe men dat dan voor de schatkist gaat compenseren. En in die schatkist gaapt al een serieuze leegte, zodat zomaar belastingen verlagen niet realistisch is. Het zal dus altijd over een verschuiving moeten gaan.
Volgens vele experten is de manier waarop vicepremier Vincent Van Peteghem voorstelt dat te doen logisch. Hij wil lagere belastingen op werk compenseren via hogere belastingen op (vervuilende) consumptie – hogere btw dus – naast een aantal extra vormen van vermogensbelasting.
Voor verschillende partijen in de federale regering wringt dat. Een deels duurdere winkelkar zien ze niet zitten. Want de koopkracht van wie werkt zal dan wel toenemen doordat hun nettoloon sneller stijgt dan de prijs van de kar, voor wie niet werkt, stijgt enkel de prijs van de kar.
Nochtans: het is een heldere verschuiving van belastingen van wie werkt naar wie niet werkt. Je kunt haast op geen enkele manier het verschil tussen werken en niet werken zo zuiver vergroten.
Mijn tip is dan ook de volgende. Als je de volgende keer een politicus hoort zeggen dat die werken aantrekkelijker wil maken, vraag dan door waar die het geld wil halen voor een belastingverlaging. Komt daar geen helder antwoord op, dan weet je genoeg.
|
|