De schoofzak |
30 september 2023 05:35 |
Water moet bepalen hoe we wonen, werken en voedsel telen
Zijn we in Vlaanderen afgelopen zomer door het oog van de naald gekropen?
Elders in Europa was het, soms opeenvolgend op dezelfde plaats, extreem droog en extreem nat.
Is het een kwestie van tijd, dat vb. een waterbom enkele 10.000-den woningen blank (oei, dat woord, verontschuldig me) zetten?
Waar hulpverlening nog wel wat uitgebreider in de shit komt te zitten, dan in de Vesder-vallei, door de omvang en uitgestrektheid van het gebied?
Kwestie van tijd dat de boeren echt eens gaan klagen, als hun oogsten niet tegenvallen zoals dat nog gebeurt, maar wel dramatisch tegenvallen?
titel: Water moet bepalen hoe we wonen, werken en voedsel telen
https://www.standaard.be/cnt/dmf20230929_96019109
Citaat:
Haast nergens ter wereld is de waterstress zo groot als in Vlaanderen. Zijn de plannen van Zuhal Demir doortastend genoeg? ‘Een goed begin, maar de lat moet hoger.’
Ine Renson
Vandaag om 03:00
Kolkend water in de straten van Noorwegen, Italië en Griekenland. Duizenden doden door een stortvloed in Libië. Verzengende hitte en bosbranden rond de Middellandse Zee. Het klimaatinferno kwam deze zomer akelig dichtbij, maar Vlaanderen is op miraculeuze wijze ontsnapt. ‘We kregen hoogstens respijt’, zeggen wetenschappers. Want zomers zúllen droog worden. Maar ook nat: het is een kwestie van tijd voor ook hier een waterbom valt. De schade, zo rekende een expertenpanel ons voor, zou oplopen tot 8,1 miljard euro. En 86.000 getroffen woningen.
Vlaanderen is extreem kwetsbaar voor droogte en wateroverlast, stelden die experts vorige zomer in hun rapport Weerbaar Waterland. We weten wat op ons afkomt, maar toch blijven onze intenties ‘pijnlijk marginaal’. Het panel werd aangestuurd door de Nederlander Henk Ovink, die als internationaal watergezant acht jaar de wereld rondreisde om oplossingen te zoeken voor waterproblemen. Hij wond er geen doekjes om: ‘Zo kan het écht niet langer. De klimaatverandering haalt ons in. Het is nu of te laat.’
Lees ook
Waterstress in België even groot als in woestijnlanden
Dezelfde urgentie spreekt uit een intrigerend lijstje van het World Resources Institute. Daaruit blijkt dat België een van de landen is met de grootste waterstress ter wereld. We bevinden ons in het gezelschap van woestijnlanden als Koeweit en Saudi-Arabië. De verklaring is simpel: we hebben weinig grote rivieren die water aanvoeren en de vraag van gezinnen, landbouw en bedrijven is groot. Bovendien draineren we Vlaanderen kapot, door ons water zo snel mogelijk af te voeren naar de zee.
Bluewashing
Het antwoord van de Vlaamse regering staat al drie jaar in de steigers. Met de Blue Deal hebben we voor het eerst een plan om droogte en wateroverlast tegen te gaan. Het is het paradepaardje van minister van Leefmilieu Zuhal Demir (N-VA). De minister gaat – vaak met journalisten in haar zog – lintjes doorknippen als er speelplaatsen worden onthard, veengebieden worden hersteld of afvalwater wordt gerecycleerd. Het programma omvat tientallen van dat soort maatregelen. Het is een handig scherm waartegen alle kritiek over milieu- en klimaatbeleid afketst.
Is het ambitieus genoeg? Het oordeel van oppositiepartij Groen is niet mals. Vlaams fractieleider Mieke Schauvliege vlooide uit waaraan het budget van ruim 500 miljoen euro – grotendeels Europees geld, werd besteed. Ze stelde vast dat het verspreid werd over een waaier van ‘versnipperde en veelal vrijblijvende projecten’. Vaak is het oude wijn in nieuwe zakken. Zo ging 37 miljoen euro naar pompinstallaties bij sluizen die al in 2016 klaar hadden moeten zijn. Schauvliege noemt dat ‘bluewashing’. ‘Het lijkt slim: Europees geld inzetten om de sluisinfrastructuur te verbeteren. Maar dit is geen nieuw beleid.’
Bij landbouwprojecten is de link met water vaak helemaal zoek, stelt ze. ‘Alles met een klimaatgeurtje kon op steun rekenen. Zoals projecten rond peulvruchten of subsidies voor machines die gerichter bemesten.’ Voor kmo’s werd dan weer gestrooid met confettigeld, zegt Groen, bijvoorbeeld om opritten te ontharden of water te zuiveren. ‘Het meest in het oog springen de waterscans voor bedrijven. Maar die zijn vrijblijvend. Slechts 17 bedrijven lieten een scan maken. Zonder verplichting om de adviezen voor duurzamer watergebruik ook uit te voeren.’
De vallei van de Zwarte Beek.
De vallei van de Zwarte Beek. — © Karel Hemerijckx
Het Departement Omgeving pakte het beter aan, vindt Groen. Er ging 100 miljoen euro naar projecten om natte natuur te creëren, zoals het vernatten van de Vallei van de Zwarte Beek in Limburg of het herstel van het Turnhouts Vennengebied. ‘Projecten waarvoor Natuurpunt al jaren geld vraagt. Maar het is te weinig. De minister zegt dat er 6.000 hectare aan moerasgebieden wordt hersteld. Terwijl de voorbije 75 jaar 147.000 hectare is drooggelegd. Ik zie geen strategie om dat aan te pakken.’
Hier en daar moeras herstellen, zegt Schauvliege, heeft weinig zin als je de motor achter het probleem niet stillegt. ‘We draineren Vlaanderen droog en bouwen het vol. Dan gaan we tegelwippen – goed voor 11 hectare uitgebroken verharding. Serieus? Dagelijks nemen we 5 hectare nieuwe, vaak verharde ruimte in. In enkele dagen zijn de inspanningen tenietgedaan.’
De Blue Deal is een goede eerste stap, besluit Schauvliege. ‘De grootste verdienste is dat iedereen erover praat. Maar hij verzet geen bakens. Er zit geen wetgeving achter, geen verplichtingen, geen structurele oplossingen. Ook uit het Blue Deal-decreet spreekt te weinig ambitie. Het verplicht de volgende regering een waternota te maken, garandeert geen omwenteling in onze omgang met water.’
Lees ook
Bescherm de natuur niet, vrees haar
Delen de mensen in het veld de kritiek van Groen? De Standaard sprak met een twaalftal experts: van hydrologen en ecologen, over natuurbeheerders en directeurs van regionale landschappen, tot de Boerenbond. Ze vinden ook dat de Blue Deal aan elkaar hangt van de proefprojecten, maar verder is er opvallend veel goodwill. Dat de meesten op de een of andere manier betrokken zijn, als adviseur van de regering, of als uitvoerder op het terrein, zou hun mening kunnen kleuren. Toch hebben deze experts er weinig belang bij zich voor de kar van Demir te laten spannen. Ignace Schops bijvoorbeeld, is directeur van het Regionaal Landschap Kempen en Maasland, voorzitter van de Bond Beter Leefmilieu en vicevoorzitter van de Klimaatzaak. In die laatste hoedanigheid ligt hij op ramkoers met de regering. ‘Maar de Blue Deal verdient lof’, vindt hij. ‘Nooit eerder werd in zo’n korte tijd zoveel geld geactiveerd voor maatregelen die vooral natuurlijke oplossingen centraal stellen.’
De dadendrang siert Demir, vinden de experts. Maar, benadrukken ze: dit is niet genoeg. ‘Er is veel uitgetest’, stelt Joachim Declerck, directeur van Architecture Work?*room Brussels en betrokken bij verschillende proeftuinen. ‘Nu moeten we opschalen en structureel verankeren. Anders was de hele Blue Deal alleen wat schothagel.’
De opgave valt niet te onderschatten. Water moet weer sturend worden in Vlaanderen. Voor zover dat mogelijk is, moeten we terug naar het waterrijke landschap dat we anderhalve eeuw geleden hadden, voor we het naar onze hand zetten door het in te dammen, droog te trekken, vol te bouwen en te bewerken. Concreet: waar het uit de lucht valt, moeten we het bijhouden. Dat is het zichtbaarst in de valleien, waar rivieren zoals de Demer opnieuw mogen meanderen en overstromen, waar we moerassen zoals het Turnhouts Vennengebied herstellen en water vertraagd laten wegstromen. Zo worden stroomafwaarts gelegen dorpen en steden ontlast bij extreme regenval.
Elke beslissing tegen de waterlat
Nog belangrijker is dat we in bovenstroomse gebieden stoppen met draineren. ‘De helft van het water dat we binnen krijgen, voeren we af met buizen en grachten’, legt Jan Staes uit, specialist in ecosysteembeheer aan de UAntwerpen. ‘Als we dat laten infiltreren, kunnen we de grootste winst boeken.’ Zijn collega Patrick Meire, lid van de taskforce die waakt over de Blue Deal, berekende hoeveel: ‘Als we het grondwater in Vlaanderen overal 10 centimeter laten stijgen, hebben we het totale volume van ons drinkwater gebufferd. Dat is water dat je niet ziet, maar daar ligt wel de sleutel voor ons probleem.’
Die oplossing – stoppen met draineren en water bergen in valleien – wordt niet systematisch uitgerold. Nederland leert ons hoe dat wel kan, zegt Ovink. ‘Water is voor ons een kwestie van overleven. We durven er spannende besluiten rond te nemen. De wateragenda zit verankerd in de grondwet, met langetermijnplannen en financiering over alle departementen heen. Elke beslissing moet tegen de waterlat.’
Die aanpak willen onze experts ook in Vlaanderen. Dat vergt twee grote ingrepen. ‘Vooreerst: heldere doelen definiëren’, zegt hydroloog Patrick Willems (KULeuven), die eveneens in Demirs taskforce zetelt. ‘Voor elk rivierbekken in Vlaanderen berekenen hoeveel water er nu al beschikbaar is en hoeveel we er extra moeten vasthouden.’
Structuren moeten garanderen dat die cijfers niet in de kast blijven liggen. Vlaanderen heeft elf grote rivierbekkens. ‘Richt daar bekkenhuizen in met onafhankelijke coördinatoren die coalities smeden’, legt Joachim Declerck uit. ‘In die coalities maak je met de gemeenten, landbouwers, waterbeheerders of bedrijven bindende afspraken over hoe ze omgaan met water. Een nationale watercommissaris overziet de opdracht over alle belangen heen.’
Die coalities zijn essentieel, zegt Patrick Meire. ‘Je kan van hogerhand dingen opleggen, maar het moet wel gebeuren. Daarom moet er gepraat worden. De boer met de waterbeheerder en de natuurbeschermer en de bedrijfsleider. Wie gaat hoeveel water recycleren? Waar kan de rivier overstromen? Wie gaat hoeveel water bufferen? Waar halen we het geld? Die gesprekken zijn niet vrijblijvend. Je wilt afkloppen op concrete actie.’
Zulke coalities bestaan al, en soms leveren ze resultaten op. In de Maasvallei bijvoorbeeld, waar mensen die leven en werken langs de oevers nadenken hoe de rivier weer ruimte kan krijgen. Maar de klok terugdraaien is lastig. ‘Lokale overheden of waterbeheerders werken vaak tegen’, zegt Robin Verachtert van Natuurpunt. ‘Het veenherstel in de Vallei van de Zwarte Beek is een vlaggenschip van de Blue Deal. Maar uit angst dat villabewoners een natte kelder krijgen, verhindert de lokale waterbeheerder dat twee grachten worden gedempt. Het eigendomsrecht is heilig in Vlaanderen. Dat betekent dat één hobbyboer met alpaca’s een belangrijk project kan stilleggen.’
Een cruciale horde
De grootste opgave komt op de kap van de landbouw, die de helft van het Vlaamse grondgebied inneemt. Alwéér de landbouw, die al geviseerd wordt in de taaie gesprekken over stikstof en natuurherstel. ‘Decennialang lieten we boeren draineren en grondwater winnen’, schetst Jan Staes. ‘Nu zeggen we: jouw maïs moet plaats maken voor natte graslanden. Niet evident.’
Het Turnhoutse Vennengebied.
Het Turnhoutse Vennengebied. — © Kioni Papadopoulos
Boeren beseffen nochtans wat het belang van water is, zegt Leen Franchois, adviseur bij de Boerenbond. ‘Ze voelen de droogte aan den lijve. Daarom gaan ze taboes niet langer uit de weg. Sommige boeren experimenteren met peilgestuurde drainage. Dan draineer je alleen wanneer het nodig is, zoals tijdens het zaaien en het oogsten.’ Dat lijkt een no-brainer, want het is niet zo ingrijpend. ‘Het is te weinig bekend’, geeft Franchois toe. ‘Maar als ze merken dat hun opbrengsten beter worden, zijn ze mee.’
Boeren willen een deel van de oplossing zijn, zegt ze. ‘Maar nu hebben ze het gevoel dat alles op hun hoofd valt. Vandaag stikstof, morgen water, dan weer natuurherstel.’ Dat raakt aan een fundamenteel probleem, zegt Declerck: ‘Er is geen toekomstmodel voor onze landbouw, hoewel daar de hefboom zit om veel problemen tegelijk aan te pakken. Wat willen we? Meer of minder maar grotere boerenbedrijven? Meer voedselproductie of meer natuur? Ik zou zeggen: meer boeren, die weerbaar zijn tegen klimaatverandering én onze voedselproductie kunnen dragen.’
Water is in die discussie een belangrijk breekijzer, merkt Schops op. ‘Iedereen ziet het belang ervan. Het lokt minder weerstand uit dan stikstof. De kunst is om dingen samen te zien. Door natte natuur te creëren, kun je koolstof bergen, de natuur weerbaarder maken tegen stikstofvervuiling, de biodiversiteit verhogen én de omgeving verkoelen. Dit is een cruciale horde. Als we het goed aanpakken, stelt water ons in staat een echt ambitieus klimaat- en natuurbeleid te voeren.’
|
|