![]() |
Vraagstukjes
Ik heb enkele vraagstukjes voor te leggen aan de forumgangers.
1/ Vier personen gaan samen op restaurant. Wat is de kans dat er minstens twee personen in dezelfde maand geboren zijn? 2/ In een schoolklas zitten dertig leerlingen. Wat is de kans dat minstens twee leerlingen op dezelfde dag verjaren? 3/ Op een trouwfeest zijn 100 personen aanwezig. Wat is de kans dat er minstens twee personen op dezelfde minuut geboren zijn? (24 uur *60 minuten = 1440 mogelijke minuten) 4/ Op een klasreünie zijn slechts 10 oudleerlingen aanwezig. Wat is de kans dat ze in hetzelfde jaar geboren zijn? (We veronderstellen dat niemand ouder is dan 100 jaar, dus de twee laatste cijfers van het geboortejaar komt in aanmerking.) Wie kan hierop juist antwoorden (afgerond op gehele percenten)? |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
Hoe ver was dat restaurant van dat trouwfeest en hoe laat gingen ze? Is die klasreünie van diezelfde klas uit punt 2? Los daarvan zou ik zeggen zo'n 3 percent gemiddeld, gebaseerd op de bevolkingsdichtheid van Timboektoe. |
Bweh, 't is al 2 jaar geleden dat ik kansberekening heb gehad ;-)
Maar nummer 4: 1/1 (normaal gezien zijn mensen uit dezelfde klas in 't zelfde jaar geboren :-P ) |
allez, onder voorbehoud : :?
1/ 1 - 12 ! / ((12 - 4) ! * 12^4) = 0,427 of 43 % of 1 - 12*11*10*9 / 12*12*12*12 2/ 1 - 365 ! / (335 ! * 365^30) = 0,706 = 71 % 3/ 1 - 1440 ! / (1430 ! * 1440^100) = 4/ te vaag ;-) |
3 is dus 1,00 of 100 %
(1 - 5,417E-285) daarom twijfel ik aan deze uitkomst, maar ik zie geen fout in de beredenering van mijn formule |
'tIs in de 4 gevallen 50 %. Ofwel zijn ze gelijktijdig geboren ofwel niet.
|
Citaat:
|
Vraagstuk 2 is eigenlijk ook te vaag. Tijdens de kerstperiode wordt er meer ge... dus 9 maanden nadien is het geboortecijfer hoger dan pakweg in november. Aan alles moet gedacht worden.
|
De kans in vraagstuk 3 is 1 - 0.0296134072889
Ongeveer 97% dus. |
Altijd zo geleerd: zet 25 verschillende mensen bij elkaar en er is 50% kans dat er 2 op dezelfde dag verjaren.
En wat eten we in dat restaurant? |
Citaat:
|
Citaat:
(vraagstuk 2 is dus niet : 1 - 365 ! / (335 ! * 365^30) = 0,706 = 71 % maar : 1 - 367 ! / (337 ! * 367^30) = 0,704 = 71 % ben wat slordig geweest met het aantal dagen ;-)) |
Vraagstukje;
Ik geef u 50 zakken met goudklompjes. Ieder goudklompje weegt exact 1 gram. In één van de 50 zakken zitten echter uitsluitend klompjes van 2 gram. We nemen aan dat die (op gevoel en uitzicht) niet te onderscheiden zijn van de andere. Verder geef ik u 1 weegschaal waarmee u 1 weging mag uitvoeren. Voor deze weging mag u zoveel goudklompjes nemen als u wil en u mag ze uit iedere zak en uit zoveel zakken nemen als u wil. U mag dat bijeenraapsel van klompjes slecht 1 maal wegen en dan moet u me zeggen in welke zak de klompjes van 2 gram zaten. Hoe gaat u te werk? |
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
2/ ze brossen allemaal, dus onberekenbaar 3/hangt er van af : is het een homohuwelijk of niet 4/100% : enkel de nooitgebuisden komen af |
Citaat:
n = aantal zakken q = gezochte zak massa = n * (n+1) / 2 + q dus : massa = 50 * 51 / 2 + q massa = 1275 + q Uit zak 1 neem je dus 1 goudklompje, uit zak 2 neem je 2 goudklompjes, ... uit zak 50 : 50 goudklompjes en je merkt ze. Je kan natuurlijk ook goudklompjes wegen uit 49 zakken (n=1225) en indien q dan 0 is, is zak 50 de oplossing. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 20:56. |
Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be